PvdA neemt initiatief cannabisproblematiek
Koffieshops: PvdA-fractie neemt initiatief voor oplossing achterdeurproblematiek
In Nederland gebruiken naar schatting minimaal 350.000 mensen regelmatig wiet of hasj. Sommigen verbouwen cannabisplanten voor eigen gebruik, maar de meeste mensen kopen hun waar bij een koffieshop. Daarvan zijn er zo’n 800 in Nederland, waarvan meer dan 120 in Amsterdam. Cannabis kent behalve recreatief gebruik ook medische toepassingen: sinds enkele maanden kan marihuana als geneesmiddel worden voorgeschreven.
Het in september 2003 verschenen Antenne-onderzoek over 2002 geeft aan dat in Amsterdam van de 14- en 15-jarige scholieren van autochtone herkomst 22% in de voorgaande maand cannabis had gebruikt. Scholieren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond gebruiken veel minder softdrugs. Cannabis is volgens de Antenne-onderzoekers de enige drug waarbij het gebruik stabiel blijft. Ondanks de leeftijdsgrens waar de shops zich aan moeten houden, zeggen ook jonge scholieren hun wiet meestal via de coffeeshop te krijgen.
Waar tot voor tien jaar de meeste cannabis nog uit het Midden- en Verre Oosten kwam, heeft inmiddels de Nederwiet, verbouwd in ten minste 5.000 clandestiene kwekerijen, het grootste marktaandeel gekregen. De Nederlandse productie wordt op zo’n 250 ton per jaar geraamd; de jaarlijkse binnenlandse wietconsumptie door ingezetenen en toeristen samen op ruim 35 ton. Vertaald in Euro’s betekent dit een miljardenindustrie. Het telen, produceren, smokkelen en aanwezig hebben van cannabis is in Nederland verboden op grond van de Opiumwet. De Nederlandse overheid geeft echter geen prioriteit aan de opsporing en vervolging van cannabisdelicten, met uitzondering van smokkel en bedrijfsmatige teelt. Dit afzien van ingrijpen uit algemeen belang, op basis van het opportuniteitsbeginsel, vormt de basis van het gedoogbeleid. Ondanks de algemene beschikbaarheid van cannabisproducten is het gebruik in Nederland niet uitzonderlijk hoog: in vergelijking met andere Europese landen behoren we tot de middenmoot.
De nadelige volksgezondheidseffecten van cannabisgebruik zijn vergelijkbaar met die van alcohol, al levert die legale drug meer problemen op door agressie, openbare dronkenschap en verkeersongevallen. Van teveel blowen kun je suf worden, en het kan een manier worden om sociale problemen niet onder ogen te zien. Ook kan het angstaanvallen veroorzaken. Het roken ervan levert vergelijkbare gezondheidsrisico’s op als tabak. Recent onderzoek zou aantonen dat cannabis bij sommige mensen ook verschijnselen van schizofrenie kan opwekken.
De cannabiseconomie is half legaal en half ondergronds: het spul mag worden geconsumeerd en verhandeld in gebruikershoeveelheden, maar smokkel, groothandel en grootschalige kweek worden justitieel vervolgd. Dit maakt de winstgevendheid groot en dwingt koffieshophouders om zaken te doen met oncontroleerbare en criminele leveranciers. De clandestiene hennepkwekerijen leveren veel problemen op door stank, brandgevaar en wateroverlast. Bovendien kunnen mensen in moeilijke omstandigheden onder druk worden gezet om in hun woning een plantage aan te laten leggen. Zij komen op die manier binnen de invloedssfeer van zware criminelen.
Het bovenstaande maakt voortzetting van de huidige situatie ongewenst. Er zijn grofweg drie mogelijkheden denkbaar. Allereerst: niets doen. Dit zou betekenen dat de problemen niet verdwijnen en wellicht zelfs verergeren. Ten tweede kan worden gepoogd alle cannabisgebruik te verbieden. Dit lijkt echter geen realistische weg, gezien het massale gebruik en de onmogelijkheid om een verbod ook te handhaven. Bovendien kan de vraag worden gesteld waar de overheid zich op kan beroepen als wiet illegaal wordt terwijl drank en tabak wel worden toegestaan. Daarom lijkt een vorm van regulering van de hele keten, van kweek tot consumptie, de enige optie die perspectief biedt op een transparante markt en op het succesvol weren van onwettige aanbieders. De Amsterdamse gemeenteraadsfractie van de PvdAis daarom enkele maanden geleden gestart met het project ‘Achterdeur’. Dit is er op gericht een experiment tot stand te brengen waarbij de aanvoer van cannabisproducten voor recreatief gebruik gebeurt op openlijk gedoogde wijze. Gedurende dit experiment zullen gegevens worden verzameld die het uiteindelijk mogelijk moeten maken binnen het Nederlandse softdrugsbeleid de gehele keten van productie tot consumptie legaal en transparant te maken. Dit zal er toe leiden dat de rol van de georganiseerde criminaliteit tenminste in de binnenlandse cannabiseconomie is uitgespeeld.
De fractie organiseert op 13 november een besloten seminar waar deskundigen en politici van meerdere partijen de mogelijkheden bespreken om tot een vorm van regulering te komen. Hierbij wordt aandacht besteed aan juridische- en gezondheidsaspecten, aan de druk vanuit het buitenland, aan de bedrijfsmatige opzet en aan politieke haalbaarheid. Op basis van de resultaten van dit seminar kan de volgende stap worden genomen naar een experiment in Amsterdam en enige andere gemeenten met legale verbouw en verkoop van cannabisproducten.