18 mei 2011

PvdA geschokt over uitbuiting van een Chinese immigrant

De PvdA is geschokt door het artikel over de chinese immigrant die als slaaf behandeld is in chinees restaurant in Amsterdam. De immigrant, zo bleek uit het artikel in het Parool van 13 mei, moest 16 uur per dag werken als kok en was door een bemiddelingsbureau naar Nederland gehaald. Emre Ünver, woordvoerder werk en inkomen, wil van de wethouder weten of er meer van dit soort bemiddelingsbureaus zijn en of er tegen opgetreden kan worden.

In artikel wordt geschetst hoe de Chinese immigrant als slaaf werd behandeld. De kok moest zestien uur per dag werken, sliep in een berghok in het restaurant onder cameratoezicht en moest toestemming vragen voor een glas kraanwater. Het paspoort en de verblijfsvergunning van de Chinese kok waren afgepakt en een bezoek aan een arts werd hem geweigerd door zijn werkgever. De uitbuiting van de kok heeft uiteindelijk geleid tot opname in het ziekenhuis van de immigrant vanwege hartklachten.

In het bericht wordt verder vermeld dat de kok door een bemiddelingsbureau in Nederland is geworven. Navraag door de fractie van de PvdA leert dat ook het bemiddelingsbedrijf is gevestigd in Amsterdam. De fractie van de PvdA is van mening dat het stadsbestuur alle haar ter beschikking staande middelen moet inzetten om situaties van mensenhandel, slavernij en uitbuiting uit te bannen.

Aan het College is gevraagd:

1. Is het college bekend met het bericht in Het Parool van 13 mei 2011?

2. Worden bemiddelingsbureaus gecontroleerd op hun werkwijze? Zo ja, welke instantie doet dit? Zo nee, Is het college bereid met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te overleggen op welke wijze controle kan plaatsvinden op dergelijke bemiddelingsbureaus?

3. Is het college bereid te onderzoeken of zij de bevoegdheid heeft over te gaan tot sluiting van het bemiddelingsbureau? Zo nee, waarom niet? Welke maatregelen kan het college wel nemen tegen dit bemiddelingsbureau?

4. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat de behandeling van de kok in het genoemde artikel levensbedreigend is geweest? Kunnen restaurants die zich schuldig maken aan dergelijke gevallen van uitbuiting, op grond van art. 3.24 APV (tijdelijk) worden gesloten?

5. Weet het college of het slachtoffer aangifte heeft gedaan? Stelt het OM vervolging in tegen het bemiddelingsbureau of de restaurants?

6. Hoeveel immigranten werken in Amsterdam die door bemiddeling van dergelijke bemiddelingsbureaus in het buitenland geworven zijn?

7. Hoeveel controles hebben voorgaande jaren (2008, 2009, 2010) in Amsterdam plaatsgevonden op uitbuiting en onrechtmatige of gevaarlijke werkomstandigheden?

8. Hoeveel mensen zijn, in gevallen waar opsporingsinstanties proces-verbaal van hebben gemaakt van bedrijven in Amsterdam, slachtoffer geweest van uitbuiting in de voorgaande jaren (2008, 2009, 2010)?

9. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat een uitgebreid onderzoek naar de
schaal van mensenhandel en uitbuiting in bepaalde Amsterdamse bedrijfssectoren, waaronder
de Chinese horeca, noodzakelijk is? Is het college bereid een dergelijk onderzoek te laten
uitvoeren?