Onbekend maakt onbemind
Een interview van Rogier Boogers
Jerry Straub staat nummer twintig op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. Bij zijn kandidaatstelling vermeldde hij niet zijn etniciteit, omdat Straub vindt dat we allemaal Amsterdammers zijn. Juist hiervoor wil hij zich in de politiek gaan inzetten: “Werkeloosheid, uitsluiting, segregatie en armoede raken vooral Amsterdamse allochtonen. Jonge allochtone studenten vinden moeilijk of helemaal geen stageplekken. Discriminatie verhindert emancipatie en integratie. Het is de hoogste tijd om discriminatie veel hoger op de politieke agenda te zetten”.
De Amsterdamse consultant werkte van 2003 tot 2005 bij het stadsdeel Zuidoost als senior beleidsmedewerker Maatschappelijke Participatie. Hij hield zich daar onder andere bezig met de armoedebestrijding en de versterking van de sociale infrastructuur en maatschappelijke cohesie. Nu werkt hij bij A&E Consultancy waar hij het management bij bedrijven en de overheid adviseert op het gebied van diversiteit.
Jerry Straub is van Surinaamse origine. Zijn bloed heeft Chinese, Afrikaanse, Amerikaanse en Portugeesjoodse invloeden. Hij voelt zich bovenal Amsterdammer omdat hij hier geboren is. De mix van culturen die hem zelf en onze hoofdstad zo kenmerken, mist hij in de Amsterdamse economie. “De diversiteit van de bevolkingssamenstelling zie je niet terug in het bedrijfsleven en bij de overheid. Uit een publicatie in het Parool blijkt dat er bij de sollicitatie flink gediscrimineerd wordt. Dat zegt iets over de tweedeling”. Straub vindt het niet een eenzijdige plicht van etnische minderheden om te integreren: “De verantwoordelijkheid voor de integratie is bij allochtonen nu te groot. Het moet van twee kanten komen. Heb in ieder geval de wil om elkaar te willen leren kennen. Onbekend maakt namelijk onbemind”.
Straub wil de discriminatie hard aanpakken: “Je kan bijvoorbeeld met contractcompliance gaan werken. Dit houdt in dat overheid de grote contracten vergeeft aan bedrijven die een significant percentage allochtonen
in dienst hebben. Werkgelegenheid is het belangrijkste ingrediënt voor integratie”. Volgens Straub is Amsterdam op dit moment gesegregeerd. Hij pleit dan ook voor een andere visie van de gemeenteraad op de stad: “Als je fysiek gaat vernieuwen, moet je dat ook sociaal doen. Het buurtniveau is heel belangrijk, denk aan de buurtregisseur, de buurtvader, de buurtwinkel enz. Door bijvoorbeeld het neerleggen van pleintjes en speelplaatsen creëer je ontmoetingsplaatsen. In de buurt begint het allemaal. Wat kun je nu samen doen om mensen te laten participeren? De gemeenteraad moet samen met de stadsdelen, het bedrijfsleven en lokale organisaties de buurten aanjagen. De lokale organisaties staan namelijk dichter bij burgers. Zo zou je buurtbewoners, lokale organisaties en media veel meer kunnen inschakelen bij de voorlichting, informatie en hulpverlening”.
Daarnaast pleit Straub voor een andere aanpak van de armoede. Hij vindt dat er meer efficiency in de infrastructuur nodig is om het hoofd te bieden aan dit groeiend probleem: “Bij de voedselbanken moet je niet stoppen. Mensen krijgen nu elke week een pakket eten maar dan gebeurt er verder niets. Je moet verder gaan in die hulp en die mensen weer op een traject zetten. Dit moet je beter organiseren. Heel veel instanties, kerken, vrijwilligers zijn op hun manier met het spook van de armoede bezig. Er is veel emotie, maar nauwelijks structuur en samenwerking. Computers en formulieren zijn prima, maar persoonlijk contact en begeleiding werken veel krachtiger om de arme Amsterdammers weer op eigen kracht te brengen”. Ook vindt het kandidaat-raadslid dat de overheid alle lagen van de bevolking moet bijstaan die slachtoffer worden van een slechte economie. Straub: “Als je mee wilt doen in deze maatschappij, dan heb je twee salarissen nodig. Het is ook voor de middengroepen moeilijk om mee te doen. Bij deze bevolkingsgroep is veel verborgen armoede. Een sociaal vangnet voor iedereen is ook veiligheid”.
“Amsterdam moet het ondernemerschap meer stimuleren, want ondernemers zorgen voor werkgelegenheid. Ook zou de oude ambachtsschool terug moeten komen. Nu zijn er veel mensen zonder diploma die goed met hun handen zijn. Als stad moeten we durven anders te kijken. Als we talent aan de gang willen krijgen moeten we uit de diplomafixatie en meer naar de praktische talenten van mensen kijken” Straub heeft zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven gewerkt. Zijn ruime werkervaring komt hem goed van pas bij de ontwikkeling van nieuw beleid voor de stad: “Dingen zijn volstrekt uit het lood geslagen, de balans is zoek. Vooroordelen en stigma’s doen heel veel Amsterdammers die wel willen tekort, het verdeelt en beheerst mensen, maakt ze bang en wantrouwend. Deze sfeer is gezet door dit ’eigen schuld, dikke bult’ kabinet dat ongevoelig is voor sociale veiligheid en mensen voortdurend opjaagt”.
Het is vooral de tweedeling in de stad die de politicus in wording zorgen baart. Woorden als ‘samen’, ‘met elkaar’, ‘mensen helpen’ en ‘meedoen’ vallen geregeld tijdens het interview. Deze termen worden dan bijgestaan door een oprechte emotie die de blik van Straub uitstraalt, terwijl je als toehoorder weet dat hij het met zijn ruime werkervaring ook nog eens professioneel kan onderbouwen. Hij geeft nog maar eens een plan om de eenheid in Amsterdam te vergroten: “Je moet mensen een zetje en richting geven. Ik ben een voorstander van de sociale dienstplicht om jongeren verplicht een jaar lang stage te laten lopen in bijvoorbeeld een bejaardentehuis. Als jongeren zien hoe ouderen en andere jongeren leven of hoe andere sectoren eruitzien, dan werken we aan de gemeenschapszin en het terugdringen van de individualisering.
Jerry Straub voelt zich thuis binnen de PvdA. Toch blijft hij wel een kritisch volger van de partij en is hij niet bang om problemen aan de kaak te stellen: “De PvdA is nu nog een beetje verlegen, het mag allemaal best wel wat scherper en uitgesprokener. We moeten meer georganiseerd lawaai maken en nog veel meer vertellen waar we voor en tegen zijn en waarom. Dat hoort bij Amsterdam en Amsterdammers. Daarnaast onderschat de partij de kracht van religie. Van de allochtonen gelooft 53 procent en bij de autochtonen ligt dit percentage op 28 procent”. Aan motivatie zal het Jerry Straub niet ontbreken als hij wordt verkozen tot gemeenteraadslid. Zijn eigen website www.jerrystraub.nl is sinds 16 november online en daar vat hij nog eens kort en krachtig samen wat Amsterdam de komende raadsperiode te doen staat: “Investeren in mensen en weg uit de hokjes. Door onze ouderen hebben wij en onze kinderen nog steeds de toekomst. We zijn met elkaar verbonden”.