9 juli 2006

Mouwen opstropen, we want more!

Afgelopen donderdag waren de PvdA wethouders te bezichtigen in de Plantage, waar een paar maanden eerder de PvdA plannen voor de komende vier jaren werden gepresenteerd. Na 100 dagen zou er een plan liggen, de PvdA wethouders zouden verantwoording afleggen. Bij deze dus.

Wij luisteren naar goede ideeën
Manon van der Garde, de nieuwe fractievoorzitster mocht het spits afbijten van de stevig doorvragende tafelmeester, Martijn Greve. “Dat wordt een bende, de PvdA kan die weelde niet aan, werd gezegd?”; “De fractie heeft stevige discussies, waaruit prima beslissingen voortkomen. We hebben een Stadsteam ingesteld dat zich gaat bezig houden met onderzoekspolitiek en meer stadsbrede projecten, een aanwinst voor de politiek.” Strak voor zich uitkijkend liet Manon zien dat ze niet als zetbaas van Lodewijk en Ahmed wil worden geafficheerd. “We kijken naar de inhoud en gaan mee met alle goede voorstellen, of ze nou van links of van rechts komen. We houden de wethouders aan hun beloften en willen dan ook meer concreets zien van die plannen dan hetgeen nu ter tafel komt.”

Allianties tot stand brengen
De toon was gezet, het woord aan Lodewijk Asscher, “Heeft hij zich niet verslikt in die belofte om binnen 100 dagen met concrete plannen te komen en op welk terrein is dat hem tegen gevallen?” We hebben de plannen die we in het PvdA verkiezingsprogramma voor een groot deel kunnen inbrengen in het programakkoord. We hebben nu de kans, maar ook de plicht om die zaken ook waar te maken. Ik kijk elke dag ook op de website van mijn vrienden van de VVD en daar worden de dagen afgeteld, dat geeft druk. Maar ik ontmoet ook enthousiasme, ook bij het bedrijfsleven.’ Je merkt aan hem dat hij er voor moet knokken, een VVD’er heeft zijn “old boys network”, is wellicht minder kritisch en fris als Lodewijk. Hij gaat ‘als een razende Roeland’ langs de bedrijven en stelt vragen, die een ander ze niet snel stelt: waarom werken die clubs niet samen. Waartoe zijn jullie bereid, en wat kan ik doen om dat proces te helpen. Geen natuurlijke tegenstelling tussen bedrijfsleven en politiek, maar een alliantie om bij de aantrekkelijkste plekken van Europa te behoren. Een voorbeeld: “We hebben twee prachtige universiteiten, bedrijfsleven wil met “de universiteit van de stad” zaken doen, daarin kunnen we een bundelende rol spelen. We moeten voor infrastructuur zorgen, voor bereikbaarheid, aanvliegroute. Maar economie is één ding, maar we weten ook dat bedrijven zich willen vestigen in een stad waar het leefklimaat ook top is. Waar deskundigheid zit en dienstverlening. Waar radicalisering en racisme worden beteugeld en iedereen welkom is. “

Het gat moet kleiner tussen preventie en optreden.
“Ah, hoe gaat het met die plannen? Meneer Aboutaleb zit daar al een beetje schot in? “
“Bestrijding van radicalisering heeft veel partners nodig, allianties die heel wat moeizamer tot stand komen dan zakelijke allianties. Je kunt integratie op de werkvloer niet opleggen”. Ahmed heeft een kwetsbare en ongrijpbare klus, dat proef je aan zijn woorden. “Hier heb ik meer dan 30 seconden voor nodig!” Als Manon hem om meer concrete daden vraagt. “Het gat is te groot tussen preventief en optreden. We stellen geld beschikbaar, nemen aandeel in 140 klassen in Amsterdam om een programma uit te voeren om historisch besef bij te brengen, het besef dat Amsterdam groot geworden is door integratie en diversiteit. We hebben een meldpunt voor onderwijs en jongerenwerkers ingericht. We hebben 150 miljoen vrijgemaakt o.a. om mensen te trainen om signalen te onderkennen en als ze iets constateren te melden. We zijn de informatiehuishouding aan het verrijken. Want juist het samenbrengen van signalen helpt ons inzicht te geven in waar de rotte appels zich bevinden. Maar ik geef toe, het is weerbarstiger dan we hadden verwacht.

Geen dogma, maar noodzaak
Tjeerd Herrema gaat met de corporaties in de slag. “Was u blij met het programakkoord waarbij de corporaties flink worden aangepakt en u de kastanjes maar even uit het vuur moet halen?” “Slecht nieuws moet je snel brengen, dat is één. Daarnaast zijn er ook goede dingen te melden. De grondprijs is maar een klein onderdeel van het pact met de corporaties.” Dan komt er een verhaal over een kip en broeden, eieren die er verkeerd uitkomen als je stoort? Tjeerd is achter de schermen druk bezig, geniet van dit spel met volle tuigen, dat is onmiskenbaar. Ook daar is een fris gezicht gewoon nuttig. Hij legt de lat nog even wat hoger: 20.000 woningen erbij en het bestaande bestand van woningen ook aanpassen, opdat de bezetting van de woningen beter aansluit bij de behoefte. Hij gaat andere wegen: “Denk aan grotere woningen voor grote gezinnen, speciale woningen voor mensen die zorg nodig hebben. Dat is allemaal ook sociaal bouwen. Dit is geen dogma maar noodzaak. Daarnaast moet ook breder gekeken worden, meer investeren in de regio. Het ombouwen van kantoren naar woningen.

Stimuleren om boven het gemiddelde uit te stijgen
Zo passeerden de tien PvdA verkiezingsbeloften. Martijn betrok het publiek erbij, er werden nog veel meer mooie woorden gesproken en prima plannen aangestipt: Over de keten jeugdzorg (Ahmed: “kan naar 3 weken, is gebleken, maar moet nog beter kunnen”), terugdringen schooluitval (zie convenant met de ROC’s), taalopleiding (teller staat op 13.000 gestarte opleidingen van de 40.000 ouders met een taalachterstand) en huisbezoeken: Ahmed: “ik word koning huisbezoeken. We gaan niet bij de pakken neerzitten, we gaan erop af en doen er wat aan!” Zo kennen we hem, al gaf hij toe dat de methode nog wel wat kon verbeteren, maar loont. “Je vindt een bankafschrift op de vensterbank met 40.000 Euro erop, en dan een uitkering! Dat moet je aanpakken.”

Stimuleren en aanjagen
Het was nog even wennen voor Lodewijk aan de andere kant van de tafel. Nu komt het aan op daden en concrete plannen en dan is niet alleen bescheidenheid maar ook behoedzaamheid en vertrouwen geboden. Daarom klinkt het allemaal misschien nog niet zo concreet als menigeen zich voor stelde, maar de schwung zit erin. Dat er een andere wind voorwaarts waait in het college is onmiskenbaar. “Zonder stimuleren en aanjagen zijn en blijven we gemiddeld,” zei Lodewijk. Dit college gaat voor meer, we kunnen niet wachten.