Miljoenennota
De economische crisis is ongekend. De economie zal dit jaar naar verwachting met 5% krimpen. Dat is de grootste krimp in Nederland sinds de economische groei op statistisch verantwoorde wijze wordt gemeten in onze moderne beschaving. Zelfs ten tijde van de grote depressie in de jaren dertig kromp de economie niet in één jaar zo sterk.
In de jaren dertig werd de crisis bovendien volkomen verkeerd aangepakt, door toenmalig premier Colijn, lid van de ARP die later in het CDA is opgegaan. Er werd snoeihard bezuinigd, onder andere op de voedselvoorziening aan werkloze arbeiders. In de Jordaan leidde dit tot onrustige jaren met hele veldslagen tussen arbeiders en de politie.
Dempen
Gelukkig is de aanpak van de crisis nu een heel andere. Zoveel mogelijk worden uitgaven van het rijk (en van de gemeente) gecontinueerd in crisistijd, zodat hiervan een dempend effect uitgaat op de conjunctuur. Drastische bezuinigingen nu zouden de crisis verergeren en de werkloosheid verder laten oplopen. Het kabinet investeert juist meer in de economie nu: de woningbouw wordt gestimuleerd, er is een sloopregeling voor oude auto’s gekomen, wegen worden versneld aangelegd en er worden grote energieprojecten geïnitieerd, zoals windenergie op zee. Bovendien investeert het kabinet in onderhoud en isolatie van woningen, scholen en ziekenhuizen.
Stijging werkloosheid
De gevolgen voor de werkgelegenheid zullen groot zijn, eigenlijk moeten de klappen op de arbeidsmarkt nog komen. Er wordt gelukkig geld uitgetrokken voor de deeltijd-WW: mensen hoeven dan niet jaren thuis te zitten zodat hun kennis verloren gaat, zoals in de jaren tachtig onder CDA/VVD-kabinetten gebeurde. Mensen behouden hun band met het bedrijf. Tevens wordt de jeugdwerkloosheid bestreden. En in mobiliteitscentra worden mensen snel opnieuw aan een baan geholpen als ze ontslagen worden.
Werk en armoedebestrijding
In Amsterdam heeft de PvdA-fractie daar ook op aangedrongen dat de gemeente haar rol neemt. Voor de zomer hebben we het college in de motie-Van der Garde c.s. gevraagd om een plan om extra werk te creëren in maatschappelijk nuttige functies, waar ‘de markt’ nu geen geld voor heeft, maar die voor de stad wel van belang zijn. Tevens trekken we meer geld uit voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Ook het kabinet trekt in de miljoenennota meer geld uit voor jeugdschuldhulpverlening. Mensen met dure huizen van meer dan een miljoen euro worden juist zwaarder belast door een verhoging van het eigen woningforfait. De lasten moeten namelijk wel eerlijk verdeeld worden.
Dat lukt ook in deze crisistijd nog aardig. De koopkracht blijft op peil in 2009 en 2010. In 2009 gaan mensen er gemiddeld nog op vooruit: uitkeringsgerechtigden + 1,25%, werknemers + 2,25% en 65-plussers + 0,5% in koopkracht. In 2010 daalt de koopkracht van werknemers met 0,5% en van 65-plussers met 0,25%, uitkeringsgerechtigden zitten gemiddeld op 0%. De precieze ontwikkeling van de koopkracht is altijd afhankelijk van iemands specifieke situatie, dus er kunnen op individueel niveau grotere plussen en minnen optreden. De grootste klappen vallen bij de mensen die werkloos worden: daar moet onze solidariteit zich in eerste instantie op richten. Vandaar dat de investeringen in werk zo belangrijk zijn.
Kiezen
De crisis leidt wel tot moeilijke keuzes in de toekomst. Het is onvermijdelijk dat het financieringstekort oploopt als de economie zo hard krimpt. Als de economische groei weer aantrekt (naar verwachting in 2011 of 2012) zullen er echter maatregelen nodig zijn om het financieringstekort te verlagen.
Het huidige financieringstekort bedraagt 36 miljard euro. Om te weten hoeveel we in de toekomst moeten bezuinigen, of hoeveel extra inkomsten de staat moet genereren, is het van belang te weten welk deel van dit tekort structureel is, dat wil zeggen, ook op lange termijn zal bestaan. Meestal heeft het oplopende tekort in een laagconjunctuur namelijk een tijdelijke aard: als de economie weer aantrekt, neemt ook het tekort weer af. Het Centraal Planbureau gaat er vooralsnog vanuit dat een groot deel van het tekort structureel is. Deze stelling is echter met veel onzekerheid omgeven. Er is ook een gerede kans dat, als we uit de crisis komen, er juist sprake is van ‘overshooting’: de economie groeit harder dan het structurele groeipad.
Verschillende leeftijden AOW
In elk geval is het goed dat de regering ons voorbereid op desastreuze maatregelen, want ook om de kosten van de vergrijzing in de toekomst te dragen zullen er maatregelen nodig zijn. Over dertig jaar zijn er twee keer zoveel gepensioneerden als werkenden. De regering heeft alvast aangekondigd de AOW-leeftijd te willen verhogen, in kleine stapjes tot 67 jaar, tenzij de vakbond met een beter plan komt. Tot 1 oktober heeft de vakbond de tijd om in de SER met de werkgevers tot een akkoord te komen. Voor zware beroepen wil de PvdA een oplossing, maar bijvoorbeeld stratenmakers hebben nu ook al een probleem met de AOW-leeftijd op 65 jaar, er zijn niet zoveel mensen die dat beroep tot die leeftijd volhouden. Toen de AOW onder Drees werd ingevoerd lag de gemiddelde levensverwachting een paar maanden hoger dan 65. Momenteel bedraagt deze 78 jaar voor mannen en 82 jaar voor vrouwen. Ook minister Suurhof die verantwoordelijk was voor de invoering van de AOW vond het in die tijd reeds aannemelijk dat, als de levensverwachting zou stijgen, de AOW-gerechtigde leeftijd aangepast zou moeten worden.
Maar de echte grote keuzes zullen dus in het jaar 2011 of 2012 moeten plaatsvinden, als de economie weer aantrekt. Het feit dat de regering die nu niet maakt, is een teken van historisch besef en economisch inzicht.
In Amsterdam dragen wij ook ons steentje bij. De gemeente kan de crisis niet oplossen, maar wel de gevolgen voor mensen zo klein mogelijk te maken. Dan doen we door extra in geld voor armoedebestrijding, extra banen te creëren in maatschappelijk nuttige functies en de woningbouw te stimuleren. Tevens zorgen we dat bijvoorbeeld het jeugdwerk en de kwaliteit van het onderwijs niet de dupe worden van de crisis, dit soort belangrijke prioriteiten blijven overeind in de gemeentebegroting.
In de Tweede Kamer zijn we daarbij geholpen door een PvdA-motie die is aangenomen, waarmee extra geld uitgetrokken wordt voor conciërges op scholen, wijkverpleegkundigen, bestrijding van schooluitval in het MBO, gezinsvoogden en cultuur. Ook vinden we extra geld voor de opvang voor tienermoeders terug in de Miljoenennota, een punt dat PvdA-collega Peggy Burke vanuit Amsterdam bepleit heeft.