Voorzitter,
Het is een voorrecht om vandaag vanaf deze plek in de Raadszaal tot u allen te mogen spreken. Dit is immers de plek waar visies en ideeën van Amsterdammers bijeenkomen en waar aan de toekomst van deze prachtige stad richting wordt gegeven.
Aan de orde is een kwestie die ons emotioneel zeer geraakt heeft: De abrupte sluiting van het Slotervaart Ziekenhuis, waarover door onze collega’s een actualiteit is ingediend.
Maar in essentie gaat deze kwestie over de vraag hoe ver onze bereidheid strekt om goed voor elkaar te zorgen. Solidariteit en saamhorigheid zijn absolute voorwaarden om een gezonde gemeenschap in stand te houden. En de wijze waarop wij onze zorg organiseren, weerspiegelt verregaand hoe solidair wij met elkaar zijn.
Voorzitter,
Het zaadje van solidariteit is er bij mij al vroeg ingeplant. Als kind van zes jaar oud verhuisde ik hartje winter 1962 met mijn moeder en broertje van Paramaribo naar Nederland.
Mijn vader was als student vooruit gereisd en hij was geheel niet voorbereid op onze komst. Via het Leger des Heils en een Pension in de Banstraat, kwamen we in een bovenwoning in de Amsterdamse Pijp terecht.
De Pijp was toen een arbeiderswijk waar armoede heerste en niemand het breed had. Maar wel een buurt waar men zich om elkaar bekommerde. Ook wij waren arm. Mijn moeder nam werk aan als hulp in het toenmalige BinnenGasthuis en moest ons als kinderen vaak alleen thuis laten.
Gelukkig kwamen Ome Koos en tante Maria van beneden regelmatig langs om te zien hoe het met ons ging, en zij sprongen bij waar nodig.
Van school mochten wij op de vrijdagmiddag onze lievelingspop meenemen. Speelgoed had ik niet, dus dat waren voor mij geen fijne middagen. Toen ik voorzichtig om een pop vroeg, zei mijn moeder: “Een pop? Wij moeten brood op de plank. En een pop kun je niet eten.”
Dat was geen hardvochtigheid, maar de weerklank van onze benarde financiële realiteit.
Tante Maria kreeg lucht van dit kinderleed. Zij ging de buurt rond met de vraag of er ergens op een zolder nog een pop lag. Binnen een paar dagen was ik de trotse bezitter van een prachtige pop.
Ik realiseer mij hoe mijn jeugd in de Pijp mij gevormd heeft. Maar ik herinner mij ook hoe mijn moeder in die jaren ’60 regelmatig thuis kwam met beklemmende verhalen over de vaak erbarmelijke en in haar ogen onmenselijke omstandigheden waaronder Amsterdammers toen gebruik moesten maken van de zorg. “Hier moet je niet ziek worden,” zei zij dan.
En juist het Slotervaart is destijds door de gemeente Amsterdam opgericht om goede zorg voor alle Amsterdammers, ook de minstbedeelden, te garanderen.
Daarom Voorzitter,
ben ik net als zovelen onthutst dat in onze mooie, welvarende stad, dit ziekenhuis na meer dan veertig jaar zo abrupt gesloten kon worden.
Het faillissement van het MC Slotervaart is niet alleen een groot verlies. Het is ook een serieuze wake-up call.
Voor patiënten die dachten te kunnen vertrouwen op goede zorg, en die van de één op de andere dag in onzekerheid zaten.
Voor werknemers die nu hun baan kwijt zijn, ondanks hun geweldige inzet.
Voor ziekenhuis-bestuurders die mogelijk verkeerde prioriteiten in de exploitatie hebben gesteld.
Voor de zorgautoriteiten die zakelijkheid lieten prevaleren.
En voor een minister die het allemaal maar liet gebeuren.
Velen hopen natuurlijk op een spoedige doorstart. Maar we moeten als gemeenteraad rekening houden dat het Slotervaart niet op korte termijn zal worden heropend. Dat is het eerlijke verhaal.
De aankoop van het ziekenhuis door de gemeente is op dit moment geen reële optie.
Het Slotervaart is failliet gegaan na een lange periode met problemen met de financiële huishouding. Het is op dit moment onduidelijk of er perspectief is op verbetering.
De aankoop van het ziekenhuis zou daarom een enorm risico zijn. Dat is het eerlijke verhaal.
Wat voor mij centraal staat is dat de zorg voor Amsterdam omgeven is met garanties, dat kwetsbare mensen bijgestaan worden en dat hen geen toekomstzekerheid onthouden wordt.
Dat is nu ook het allerbelangrijkste.
Wat daar wel bij hoort is een goede overgang van patiënten en medewerkers naar elders, en het behouden van specialismen voor de stad.
De sluiting van het ziekenhuis komt op een moment dat wij serieus moeten nadenken over de toekomstige zorgvraag in Amsterdam. Het Slotervaart ziekenhuis onderscheidde zich op een aantal terreinen die van groot belang zijn en die we moeten behouden.
Neem bijvoorbeeld de Geriatrische zorg. Wij weten dat Amsterdam vergrijst. Rond de eeuwwisseling werd in studies al helder dat rond 2030 onze stad 130 duizend 65-plussers zal tellen, oftewel 13% van de inwoners. En toen al wisten wij dat dat grote druk zal zetten op de zorgsector, en trouwens ook op de woningmarkt.
Niet voor niks is Amsterdam in 2015 toegetreden tot het internationale netwerk van Age Friendly Cities van de Wereldgezondheidsorganisatie. Toch hoor ik in mijn rondgang langs participatieprojecten, woongemeenschappen voor senioren, netwerken van belangenorganisaties in de zorg, regelmatig zorg over de toekomst.
Ouderen willen – of moeten soms – steeds langer thuis blijven wonen. Tegelijk moeten wij rekening houden met een potentiele daling van mantelzorgers in de toekomst.
Dat vooruitzicht vraagt om gegarandeerde gespecialiseerde zorg binnen handbereik. Laten we zorgen dat we aan die vraag tegemoet komen.
In het Slotervaartziekenhuis werd ook veel aandacht besteed aan de diverse achtergronden van patiënten, waardoor zij beter geholpen konden worden. Er is in onze multiculturele stad de toenemende behoefte van senioren met een migratie achtergrond aan zorg en aan woonvormen die afgestemd zijn op hun culturele belevingswereld. Hoe zorgen we dat we ook aan deze behoefte tegemoet kunnen komen?
Voorzitter,
Ik wil de wethouder danken voor haar inzet in deze crisis
Een crisis die het beste in mensen naar boven haalt, ook bij onze ambtenaren.
Ik ben blij met de brief die de wethouder heeft gestuurd aan de minister. Ik ben blij dat zij onze zorgen deelt en ook aandringt op verbetering van het stelsel. Want een abrupte sluiting als deze moet in de toekomst voorkomen worden.
Ter verduidelijking heb ik nog een aantal vragen aan de wethouder.
- Heeft de wethouder goed zicht op de vraag wat de sluiting voor de zorgcapaciteit in de komende periode?
- Op welke manier worden medewerkers begeleid naar een nieuwe baan?
- Hebben patiënten duidelijkheid over het vervolg van hun zorgtraject?
- En hoe zorgen we dat essentiële specialismen behouden blijven voor de stad?
Want voorzitter, de mate waarin wij bereid zijn om voor elkaar te zorgen, laat zien hoe solidair en saamhorig wij als samenleving zijn.
Dank u wel.