Maidenspeech Keren Hirsch

27 juni 2024

Op 27 juni hield ons raadslid Keren Hirsch haar maidenspeech. Over elkaar omarmen, antisemitisme en over trots durven zijn op je identiteit.

Voorzitter,

Zoals iedereen die hier voor mij stond is het een eer om hier te mogen staan.

Om volksvertegenwoordiger te zijn in deze fantastische stad. Een stad waar voor iedereen een plek is en waar onze diversiteit een rijkdom is waar we trots op moeten zijn. Een waarin we deze vrijheden vieren op de meest mooie evenementen & bijeenkomsten en waar we de diversiteit terugzien in het straatbeeld.

Ik ben in Jeruzalem geboren maar kom uit een Amsterdams joodse familie. Mijn overgrootvader had voor de oorlog een sigarenwinkel in Amsterdam en zijn moeder Ganna Spitz of opoe Spitz zoals mijn oma haar altijd noemde, was toevallig een van de laatste bewoners van het Rembrandthuis. Zo is mijn familiegeschiedenis en daarmee ikzelf, generaties lang verweven met onze hoofdstad. Generaties Amsterdammers, generaties joods. Want net als in mijn DNA, zit jodendom ook in het DNA van onze stad en is de geschiedenis van Amsterdam ook een joodse geschiedenis.

Het is een mooie en rijke geschiedenis die de stad veel heeft gegeven: gebruiken, tradities en ook de taal, want een echte Amsterdammer heeft het natuurlijk over Mokum. Helaas heeft die geschiedenis ook een zwart hoofdstuk. Mijn overgrootouders keerden niet terug naar hun sigarenwinkel na de oorlog, net als 80% van de Amsterdamse joden.

Een vreselijke geschiedenis die voor velen vooral zwarte bladzijden zijn maar voor mij nog altijd deel is van wie ik vandaag de dag ben.

Ik heb namelijk mede hierdoor meegekregen je altijd uit te spreken tegen discriminatie en uitsluiting. Dat de vrijheden die wij nu kennen iets is waar vele het leven voor hebben gegeven. Dat een ander niet zien als persoon maar reduceren tot iets kwaads alleen maar haat en verderf met zich meebrengt.

Dat je altijd iemand als mens moet blijven zien, wat anderen ook zeggen.

Dit gegeven is namelijk niet vanzelfsprekend, Als klein kind werd ik al geconfronteerd met antisemitisme. Meisjes op zwemles mochten niet meer met mij spelen omdat hun moeders begrepen dat ik joods was. (Ze vroegen mijn moeder naar welke school ik ging, dat was de joodse basisschool rosj pina). Daarnaast werden er vanaf dat moment varkensgeluiden naar me gemaakt tijdens de les als de zwemleraar niet keek. Ik was opeens niet meer het leuke meisje maar ‘een jood’ en joden waren schijnbaar niet ok.

Ik had een fantastische schooltijd maar waarbij ik wel onder zware beveiliging naar school moest. Ook als wij met school of de klas een uitje hadden ging altijd beveiliging mee en het was soms verstandiger als de jongens niet zichtbaar een keppeltje droegen maar een pet op deden buiten school.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden uit mijn jeugd maar ook daarna werd ik meermaals geconfronteerd met antisemitisme, vooroordelen of haat. Ik heb er mee leren leven en de incidenten een plek gegeven. Dat is namelijk wat je doet. Je vergeet ze niet maar geeft het een plek en je gaat verder, het was immers gelukkig in Amsterdam een uitzondering en niet de regel.

Maar sinds 9 maanden is alles anders voor mij en veel anderen joden in Amsterdam.

Helaas leef ik nu in een andere realiteit. Een realiteit waarin ik dagelijks geconfronteerd word met antisemitisme.

Nee dit is niet dagelijks aan mij persoonlijk gericht maar antisemitisme of elke andere vorm van discriminatie hoeft niet aan jouw persoonlijk gericht te zijn om je te raken en pijn te doen. Antisemitisme is springlevend, overal en in het openbaar. Online reacties, spreekkoren, het uitschelden van mensen op straat, cartoons in kranten, het pesten van Joodse kinderen en jongeren op school en ga zo maar door.

Ik ben soms gewoon bijna opgelucht dat mijn grootouders niet meer in leven zijn omdat ze dan weer geconfronteerd zouden worden met vergelijkbare retorrieken als in de oorlogsjaren. Geconfronteerd zouden worden met een stad, waarin de realiteit is dat het steeds vaker verstandiger is om te verbergen wie ik ben of waar ik ben geboren, dan om mijn identiteit met trots te tonen zoals ik van huis uit heb meegekregen.

Steeds vaker hoor ik dat het moedig of dapper is wanneer ik me uitspreek tegen antisemitisme. Maar is dat zo? Heb ik echt een andere keuze? Voor mijn gevoel is het noodzakelijk. Want het alternatief is het toestaan en daarmee antisemitisme en alle andere vormen van haat en discriminatie vrije baan te geven.

Al maandenlang ervaar ik op momenten onveiligheid en haat in mijn stad, enkel en alleen omdat ik joods en/of israëlisch ben. Het doet mij pijn om steeds vaker te zien dat ik als zionist ergens niet welkom ben. En daarnaast daarmee ook nog onterecht weg word gezet als racist of fascist. Enkel en alleen omdat men niet eens in gesprek lijkt te willen gaan of dat beeld wel correct is.

Al maandenlang zien veel mensen mij niet meer als mijzelf, gewoon Keren de Amsterdammer met lieve familie, vrienden, een leuke baan, Ajacied en gekke hobby’s als het songfestival. Ik ben gereduceerd tot de ‘jood’, de ‘israeli’ of ‘de zionist’ en met mij heel veel anderen in onze stad. Waaronder veel mensen die zich niet meer uit durven te spreken en daarom doe ik dat, want mijn verhaal is hun verhaal. Mijn pijn en het verdriet wat ik ervaar is voor een deel ook die van zoveel anderen.

Dat maakt het extra cru, onze verhalen en geschiedenis zijn daarmee ook die van onze stad. Zonder die verhalen door te durven geven en trots te durven zijn op een Joodse identiteit zal stap voor stap het Joodse leven weer uit de Amsterdamse straten verdwijnen. Het is daarom zo belangrijk dat verhalen verteld kunnen blijven worden met de trots die zij verdienen.

Mijn oproep is dan ook om te blijven praten met elkaar. Laten we als Amsterdammers in verbinding blijven, iets wat elders in de wereld inmiddels een hopeloze onmogelijkheid lijkt te worden. Sluit niemand uit, heb geen vooroordelen om iemands geloof, afkomst, gender of identiteit. Omarm overeenkomsten en sta open voor elkaars verhaal. Blijf elkaar als mensen zien.

En dat wil ik ook zeggen tegen al mijn mede-Amsterdammers die te maken hebben met haat of discriminatie. Je bent niet alleen. Schaam je nooit voor wie je bent, waar je vandaan komt, op wie je verliefd wordt of wie je wil worden. En laat je nooit aanpraten dat je niet trots mag zijn op jouw identiteit. Want juist al die verschillende mensen, culturen, achtergronden en kleuren van de regenboog maken onze mooie stad heldhaftig, vastberaden en barmhartig. Dat is wat mij betreft de ziel van onze stad en dat is waarom ik hier vandaag sta.