11 mei 2005

Inbreng Lodewijk Asscher in debat over fractievergoedingen

Voorzitter,

Politici zijn passanten.
Politici hebben de eervolle en bijzondere taak de bevolking te vertegenwoordigen. Ze besturen namens de inwoners van hun land of stad. Zij doen dat tijdelijk. Ze maken deel uit van een kostbaar en kwetsbaar systeem, de democratie. Zij hebben daarvoor vertrouwen nodig. Vertrouwen van kiezers, van Amsterdammers. Met dat vertrouwen moeten wij voorzichtig omgaan. Dat is een dure plicht.
De commotie van de afgelopen weken over gesjoemel met geld, gerotzooi met belastingen en gepruts met bonnetjes is dramatisch voor het beeld van de politiek. De geur van bederf en het beeld van graaiers en zakkenvullers stijgt op boven sommige partijen in deze Raad en daarmee boven ons allen. Daarmee raken niet alleen personen beschadigd, maar ook, en dat is op termijn veel erger, de democratie. We zullen dat moeten repareren.

Want wat staat er op het spel?
Het vertrouwen van burgers in hun overheid. Daar gaat het over. Als de overheid niet meer wordt vertrouwd met belasting geld is het einde zoek. Daarom gelden zulke strenge normen voor politici. Dat is geen inquisitiepolitiek, het is ook geen machtsspel, het is een logisch en terecht uitvloeisel van de verantwoordelijkheid die wij dragen.

Met dat vertrouwen in de politiek was het toch al niet goed gesteld. VVD-Collega Eric van der Burg pleitte in november vorig jaar voor een nieuw sociaal contract tussen overheid en burgers om dat vertrouwen te herstellen. Hij zei toen: “De VVD wil de stad teruggeven aan de Amsterdammers en hen het vertrouwen geven dat de gemeente er is voor hun belang. Dat is de belangrijkste opdracht voor het gemeentebestuur voor de komende jaren… De overheid moet daarbij vooral, in woord en gebaar laten zien dat zij aan de kant staat van de goedwillende burger in Amsterdam.“

Daarmee sloot zijn betoog aan bij het mijne, dat erover ging dat we van Amsterdam geen soap city moeten maken. Welnu, de afgelopen weken is deze raad, voor het hele land toneel van een gênant schouwspel geweest. Wij zullen vandaag aan zelfanalyse moeten doen om zuiverheid te hervinden.
Wat is er nu precies aan de hand? De ACAM heeft voor het eerst sinds de invoering van het dualisme en de bijbehorende extra financiën voor fracties, de jaarcijfers beoordeeld. Het beeld dat uit dit onderzoek over enkele fracties naar voren komt is niet positief. Maar laat ik beginnen met de constatering dat door de komst van het dualisme, de organisaties achter de fracties in korte tijd een enorm snelle groei hebben doorgemaakt. Van het ene op het andere moment werden fractiebudgetten vier, vijf keer zo groot, en voor sommige fracties gold dit eveneens voor de omvang van het personeelsbestand.

Ook bij mijn eigen fractie heb ik gezien hoe soms geworsteld is met de gevolgen van al deze veranderingen. In korte tijd transformeerden we van een gezelschap amateur politici met één betaalde notulist, naar een middelgrote organisatie waar naast nog steeds die amateurpolitici inmiddels 7 mensen werkzaam zijn. Laat ik dus duidelijk zijn. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. Mensen maken fouten, en organisaties, zeker organisaties met groeistuipen, doen dat ook. Maar dit ontslaat ons niet van de verplichting de moed te hebben bij onszelf na te gaan wat nu acceptabele foutjes zijn, en wat niet meer. Amateurisme is nooit een excuus voor gerommel met gemeenschapsgeld.
Voorzitter, VVD-wethouder Huffnagel ontving als raadslid 1000 euro extra per maand uit de door de belastingbetaler gevulde fractiebudgetten. Hij gaf dat niet op aan de belastingen. In een verklaring gaf hij zijn fout toe. Bood excuses aan. Sprak van een misverstand tussen hem en de VVD-stichting waar hij zelf voorzitter van was. Een misverstand over wie het had moeten aangeven bij de fiscus. “Dat wisten we niet van elkaar” sprak hij.

Duizend euro per maand is veel geld. Niet voor iedereen misschien, maar wel voor de meeste inwoners van onze stad. Wie dat denkt te kunnen en mogen besteden aan onkosten moet dat wel heel erg goed kunnen onderbouwen. Dat kon hij niet. De gemeentewet verbiedt expliciet extra betalingen aan raadsleden. En wie zulke extra inkomsten ontvangt moet kunnen bedenken dat er belastingaspecten aan zitten. Dat deed hij niet.

Voorzitter, als zo iemand blijft zitten kan ik dat niet uitleggen aan gewone Amsterdammers, die belasting betalen, die zich aan de regels moeten houden. Volgens mij kan de VVD dat ook niet. Daarom was en ben ik van mening dat de wethouder van financiën moest opstappen. Dat is niet leuk.
Dat is voor Frits Huffnagel persoonlijk verschrikkelijk. Ik denk ook niet dat hij bewust heeft willen frauderen. Maar daarmee is zijn handelen nog niet in orde. En dat de VVD vindt dat hij toch kon blijven zitten ontslaat u en mij niet van de verplichting ook zelf over die vraag na te denken.
Doordat de wethouder is afgetreden heeft hij wel het goede voorbeeld gegeven. Zijn aftreden is beter voor de stad, omdat het bestuur van de stad, het college van burgemeester en wethouders, de burger nu weer ongegeneerd onder ogen kan komen. Er komt een nieuwe wethouder, het bestuur is weer zuiver.

Maar de schade aan de politiek is daar. En dat komt natuurlijk bepaald niet alleen door de VVD. Ik wil graag enkele andere partijen uitnodigen het beeld dat is ontstaan weg te nemen. Niet alleen bij mij, maar ook bij de kiezers die uiteindelijk oordelen over ons optreden.

Neem bijvoorbeeld onze coalitiepartner, het CDA. Ik krijg de indruk dat u, net als de VVD, extra inkomsten aan uw raadsleden uitkeert. Wij hebben het CDA veelvuldig horen spreken over misbruik van subsidies. Over hoe belangrijk het is dat er zorgvuldig wordt omgegaan met belasting geld. Bij mij komt het over alsof u precies dezelfde fout gemaakt heeft als de VVD, namelijk de inkomens van raadsleden aanvullen uit belasting geld. En dat terwijl de gemeentewet daarover heel helder is, in artikel 99: Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend, ontvangen de leden van de raad, als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente.
En u heeft niet alleen uw fractievoorzitter gesponsord, maar ook de andere raadsleden. Is dit nu een voorbeeld van SMART? Hoeveel ontvangt u er eigenlijk precies bij, en bent u bereid aan te tonen dat het onkosten zijn? En hoeveel ontvangt u eigenlijk in 2004? Of is de regeling naarstig afgeschaft?
Mokum Mobiel dan. Is de boekhouding ondertussen terecht? Moet ik u herinneren aan uw inbreng bij het debat over mevrouw d’Ancona, enige weken terug? U pleitte toen voor het vermijden van iedere schijn van belangenverstrengeling. Die schijn heeft u bij mij niet weten te vermijden. Hoe onduidelijk je de regels ook vindt, je huurt jezelf niet in om jezelf te adviseren.

En leefbaar Amsterdam, erfopvolgers van Pim Fortuyn. Leefbaar Amsterdam. Fortuyn schreef in 2000 nog: “Sedert jaar en dag neem ik mijn tweede vaderland, Italië, in bescherming tegen Nederlanders die weten te beweren dat het een door en door corrupt land is door erop te wijzen dat wij er ook wat van kunnen. Net als in ons land wordt in Italië van alles geprobeerd door de heersende elite om gevallen van corruptie onder het tapijt te werken.” En wat zegt Leefbaar? Wat een gezeur toch over dat fractiegeld. Nieuwe politiek blijkbaar.

Ook van de SP zou ik graag iets meer vernemen. De afdrachtregeling heeft vast allerlei voordelen, maar bent u ook bereid openheid te verschaffen over hóe u het geld besteed heeft?
Voorzitter, tenslotte nog een opmerking over de burgemeester, tevens verantwoordelijke voor het integriteitsbeleid. Ik heb alle begrip en waardering voor de steun die collega’s elkaar verlenen in een moeilijke situatie zoals u allen heeft gedaan ten aanzien van Frits Huffnagel. Iets anders is ná het aftreden nog eens een politiek oordelen te vellen zoals u gedaan heeft.

“De politieke doodstraf was niet nodig geweest” sprak u in diverse media. Ik vind die metafoor onsmakelijk. Denkt u dat verreweg de meeste partijen buiten de VVD het verkeerd zien?
Voorzitter, leden van de raad. De onderste steen moet boven. Alles moet boven water. Alles moet op tafel. Want anders verliezen we veel meer dan één wethouder van financiën. De geloofwaardigheid van het systeem. De integriteit van het bestuur van de mooie stad Amsterdam.

(Alleen het gesproken woord telt)