16 april 2007

Hennah Buyne's motto: de menselijke maat

U bent deze week precies een maand wethouder. Hoe bevalt het tot zover?
Ronduit goed. Om de post te aanvaarden waren twee dingen voor mij belangrijk: de uitdaging van de portefeuille en de vraag wat voor samenleving wij willen hebben. De afgelopen maand heeft bevestigd dat ik er goed aan heb gedaan de overstap te maken en wethouder te worden met deze portefeuille. Werk en inkomen, educatie, jeugd en diversiteit en ook nog grote stedenbeleid, het is een hele brede portefeuille. Alle onderwerpen schakelen aan elkaar, alles hangt samen: onderwijs, jongeren, armoede, werk en integratie. Je komt deze onderwerpen steeds weer tegen.

Heeft u speciale plannen of doelstellingen voor de komende tijd?
Ik heb niet zoals het kabinet een honderd dagen inwerkprogramma. De afgelopen weken heb ik me zoveel mogelijk ingelezen en de verdieping gezocht. Als ik iets moet noemen dat er voor mij uitspringt als doel dan is het armoedebestrijding. Als voormalig rechter heb ik het allemaal aan me voorbij zien komen. Ik heb gezien wat het betekent als allerlei instanties met een kind of gezin bezig zijn maar veelal langs elkaar heen werken. Het moet afgelopen zijn met het hokjes-denken. Afgelopen week heb ik hier ook met Andre Rouvoet (minister voor Jeugd en Gezin) over gesproken. Ik verwacht en hoop veel van hem en van het nieuwe kabinet. Want het is toch zo dat als dingen fout gaan in Den Haag ik het vaak weer op mijn bord zal krijgen in de stad!

U volgt Ahmed Aboutaleb op als wethouder. Hij was een icoon voor de stad en was zeer populair. Is het moeilijk om met zijn erfenis om te gaan?
Zo voel ik het niet. Ik ben ook een ander persoon dan Aboutaleb, ik zal gewoon mijn eigen voetstappen neerzetten Mijn start hier in Amsterdam verliep heel blijmoedig. Ik ben op een rijdende trein gesprongen. De snelheid waarmee ik in het team ben gegroeid is erg prettig. Het voelde als een warm bad. Daarnaast ben ik ook niet bang om een standpunt in te nemen. Ik laat me daarentegen ook graag overtuigen door goede argumenten en mijn werk is om uiteindelijk een afweging te maken tussen de verschillende belangen. Ik ben in dienst van Amsterdammers en ze verdienen gehoord te worden. Maar welke beslissing je ook neemt, ontevreden mensen houd je altijd. Je moet er voor zorgen dat je zuiver en eerlijk werkt. Dat is ook deel van mijn motto.

Uw motto?
Mijn motto is de ‘menselijke maat’. Dat betekent niet alleen maar vergaderen en praten over beleid maar vooral ook uitvoeren. Met oog voor mensen. Kinderen die uit geldgebrek vier keer per week rookworst eten, daar wil ik iets aan doen. Ik wil de stille armoede over het voetlicht krijgen. Iedereen kent de traditionele groepen zoals alleenstaande moeders en ouderen die het zwaar hebben. Dat is heel erg. Maar gezinnen en kleine zelfstandigen, Amsterdammers die in stilte lijden, daar wil ik ook aandacht voor.

U heeft de grootste en meest ambitieuze portefeuille. Daar gaat ook veel geld in om. Maar Lodewijk Asscher heeft al gezegd: het geld is op. Dat slechte nieuws kwam twee weken nadat u aantrad. Hadden ze dat van tevoren gemeld?
Ja, dat is de politiek. Maar daar maak ik me niet zo’n zorgen over. Ik heb een grote portefeuille gekregen en daar is behoorlijk wat geldvoor beschikbaar. Daarnaast hoop ik op nog wat extra potjes, ook uit Den Haag. Belangrijker vind ik dat we aan de slag gaan. De boodschap voor Amsterdammers moet zijn ‘niet treuren maar dingen oppakken’. Ideeën ombuigen naar praktische zaken en bijdragen aan de sociale cohesie in onze stad. Het getob moet afgelopen zijn! Aanpakken dus!