31 januari 2007

'Flexibelere indeling van trams.'

Beste Rikus,

Hartelijk dank voor je brief! Mijn antwoord heeft even op zich laten wachten omdat ik met ‘pech’ langs de digitale snelweg stond. En dat uitgerekend in een week met nog meer interessante post. Maar daarover straks meer.

Je hebt gelijk, de mobiliteit in de stad biedt ons de komende tijd genoeg aanknopingspunten voor boeiende discussies. De stad slibt dicht en soms lijkt het wel alsof de helft van de wegen is opgebroken, dus waarom stappen we niet massaal over op de fiets of het openbaar vervoer? Waarom blijven zoveel mensen de voorkeur geven aan de auto, alle overheidscampagnes ten spijt? Zou het werkelijk een imagoprobleem zijn, zoals jij in je brief stelt, en een kwestie van vooroordelen?

Ik denk dat de fiets zijn ‘geitenwollensokken’ imago, zoals jij dat noemt, al lang kwijt is. Iedereen fietst immers in Amsterdam. En iedereen weet ook dat je veel sneller van A naar B komt met het stalen ros.

Bij het Openbaar Vervoer ligt dat natuurlijk anders. Het is een collectieve vorm van vervoer die aan de wensen van zo veel mogelijk klantenmoet voldoen. Die wensen zijn soms onderling strijdig en veranderen ook met de tijd. De ‘kinderwagenkwestie’ is hiervan een goed voorbeeld. De zaak heeft inmiddels landelijke bekendheid en behoeft hier denk ik geen nadere toelichting meer. Natuurlijk moet de ene groep reizigers niet struikelen over de kinderwagens (die volgens kenners steeds groter worden) van de andere groep die het gangpad en de uitgangen versperren. Natuurlijk dient het GVB over de veiligheid van de passagiers te waken en gevaarlijke valpartijen te voorkomen. Maar het gaat niet alleen om kinderwagens, ook voor rolstoelers en toeristen met grote koffers is er nauwelijks plaats inde tram. Ons openbaar vervoer is gewoon te weinig berekend op mensen die nog iets bij zich hebben.

Vandaar mijn pleidooi voor een flexibelere indeling van de tram. Nog geen dag nadat de Telegraaf hiervan gewag maakte, ontving ik een e-mail van de directeur van het GVB, Gert Jan Kroon. Niks flexibeler indeling van de tram. ‘Het is al veel beter dan het vroeger was.’ (tsjaa….) De klant dient zich maar aan te passen aan het geboden product. Waar is de flexibiliteit? Waar is het luisterend oor voor de wensen van de reiziger? Ik moest onwillekeurig denken aan de Sovjetunie in de 70-er jaren. Dat, beste Rikus, is volgens mij het imagoprobleem van het Openbaar Vervoer. Je ziet dat ook duidelijk aan de perikelen rond de invoering van de nieuwe dienstregeling van de GVB. Maar lijkt me een aardig onderwerp voor een volgende brief.

Overigens wel prachtige metrostations, daar in Moskou. Misschien iets voor de Noord/Zuidlijn?

Hartelijke groet,
Mirjam Bergervoet, woordvoerder Verkeer en vervoer

  • Klik hier voor de brief van Rikus Spithorst