1 november 2006

Financiële beschouwingen 2006 door Frank de Wolf

Voorzitter,
In aanvulling op hetgeen door mevrouw Van der Garde is gezegd, wil ik een paar opmerkingen maken over de gepresenteerde begroting voor 2007. Ik zal mij daarbij beperken tot de hoofdlijnen van het voorgestelde financiële beleid voor 2007, de uitvoering van het programakkoord, de omvang en het gebruik van de financiële ruimte en de presentatie van de begroting en tenslotte, indien de tijd het toelaat, zal ik specifiek opmerkingen maken over een paar resultaatsgebieden of elementen daaruit.

Voorzitter,
Op 27 september jongstleden deed het College bij wijze van een persbericht kond van de resultaten van zijn zogeheten Baak-besprekingen: de begroting 2007 kreeg als motto ‘Geld voor kwaliteit en kansen’, het programakkoord 2006-2010 bleek uitgangspunt voor de begroting, het College koos voor kwaliteit van leven in de stad en voor Amsterdam Topstad. Bovendien wilde het college zich inzichtelijk kwetsbaar opstellen door op 40 concrete punten afrekenbaar te zijn en ondertussen de oude rekeningen uit vorige bestuursperioden voldoen. Inderdaad, zoals reeds gezegd: een ambitieus programma. Niets mis mee.

De begroting heeft uiteindelijk ook de raad bereikt. De voordruk, waarvoor dank, op 12 oktober en de definitieve versie, waarvoor ook dank, vlak na het reces.

De vertaling van de ambities uit het persbericht blijkt moeilijk. Hoewel het College het accres van het gemeentefonds vrij optimistisch neerzet op plus 38 mln ex WMO, kan het programakkoord voor 2007 en 2008 niet volledig worden uitgevoerd en er zijn geen garanties voor daarna.
Accres, opbrengsten van deelnemingen en haven in combinatie met negatieve ontwikkelingen bij DWI en het overschot van de WWB leiden tot een bijgesteld MFP van 21.8 mln structureel en 30 mln incidenteel. De 10% operatie levert structureel 3.9 mln meer op, maar loopt incidenteel ernstig achter. De ruimte voor 2007 komt uit op 41.7 mln incidenteel en 76.7 mln structureel. Voor het programakkoord wordt in totaal 25.1 mln structureel en 75,7 mln incidenteel opgenomen, waar 30.1 en 83.2 was gepland. Het verschil wordt in het verdelingsvoorstel verdeeld over een reeks overige prioriteiten, die in zekere zin de continuïteit van beleid weerspiegelt.

Bovenop deze ontwikkelingen komen dan die rond de Noord-Zuidlijn, waarvan de meerkosten ad 83 mln in 6 jaartranches worden verwerkt met een structurele kapitaalslast van 0.9 mln en waarvan de kwestie rond de indexering thans in de begroting wordt verwerkt tot een structurele bedrag van 1.0 mln. Op zichzelf heeft het College naar onze wijze van zien gekozen voor een juiste oplossing van de open-einde contracten, maar het beperkt de ruimte voor een verdelingsvoorstel aanmerkelijk en ook meerjarig.

Het College komt dan tot de conclusie dat nieuw beleid, uitvoering van het programakkoord voor een deel uitgesteld wordt tot na 2008. De PvdA vindt dat is zorgelijk, omdat uitstel vaak ook afstel betekent.
Het lijkt erop, dat het College wacht op ‘betere tijden’: wacht tot het moment, waarop de uitgaven van het Rijk als vanzelf door de economische groei gaan stijgen en daarmee dus ook de inkomsten uit het gemeentefonds en de verschillende doeltoekenningen.
Het is nog onvoldoende in staat is gebleken zelf nieuwe initiatieven te nemen, nieuwe voorstellen te doen, nieuwe ruimte te creëren. Het is in die zin dus een afwachtende begroting.

Voorzitter,
Mevrouw Van der Garde heeft in haar betoog het College al aangespoord om plannen ook te gaan uitvoeren. Ik zou daaraan toe willen voegen dat vooral ook zo efficiënt mogelijk te doen.
Bij voorbeeld: ‘van ongeduld tot actie’, het bestuursakkoord als het gaat om regelgeving, handhaving en dienstverlening, en de financiële verhouding stad en stadsdelen. Nauw samenhangende projecten en ontwikkelingen elk met hun eigen voorbereidingstraject voor dezelfde spelers, dezelfde betrokkenen. Daar hoeft, College, toch niet elke keer een bedrag voor uitgetrokken te worden?
Een ander voorbeeld: het servicehuis ICT. Met de constatering dat de ontwikkeling daarvan een punt van zorg is komt u er niet College; dat punt had de raad al gemaakt bij de start. Wat zijn uw voorstellen om die zorg weg te nemen zonder telkens het budget te verhogen onder het uitroepen dat die investering in de toekomst terug zal worden verdiend?
Een laatste voorbeeld: stelpost werk en andere stelposten die handig zijn bij de uitvoering en implementatie. Waarom zijn dit soort stelposten niet meegenomen in de afweging tussen volledige in plaats van gedeeltelijke uitvoering van het programakkoord? Wat zijn de overwegingen van het College om cofinanciering te zien als ‘smeermiddel’ en niet als onderdeel van het project dat via cofinanciering tot stand komt?

Kinderen eerst, Topstad, luchtkwaliteit worden –op zijn best- getemporiseerd en –worst case- ten dele afgesteld. Ambitieuze plannen, zo is de argumentatie kunnen, zeker in de eerste jaren leiden tot onderbesteding en dat wil het College voorkomen. Los van de inhoud, zijn er dan meer voorstellen die voor een dergelijke voorzichtige aanpak in aanmerking komen. Ik noem, bij wijze van voorbeeld, de verhoging van de subsidie tot maar liefst 8 ton aan de stichting Marhaba. Die stichting heeft plannen. Voorzitter, ik moet bekennen dat ook ik voor zeker 8 ton plannen heb, maar ik mag toch hopen dat u ze niet alvast aan mij toezegt met de vriendelijke woorden dat ik kan beginnen en dat een haalbaarheidsonderzoek mee richting gaat geven aan de uitvoering van mijn plannen? Voorzichtigheid lijkt ook ons ook hier op zijn plaats, naast afweging ten opzichte van gelijksoortige ontwikkelingen.

Daarnaast worden programakkoord onderdelen vervuild door prioriteiten die eigenlijk elders of op andere wijze ondergebracht zouden moeten worden. Kennelijk heeft het Baak-overleg tot compromissen geleid die dergelijke vervuiling toestaan. Het lijkt ons geen goede ontwikkeling, financieel noch inhoudelijk. Wat doet het onderwijsadviespunt radicalisering in kinderen eerst of het taxikeurmerk in Amsterdam Topstad? Denkt het College werkelijk dat dergelijke kunstgrepen de doelen van belangrijke ontwikkelingen als kinderen eerst en topstad ten goede komt? Niet doen, dus en andere oplossingen zoeken.

Voorzitter,
Kort over de presentatie van de begroting. Het uitbrengen van twee boeken, een beleidsinhoudelijk stuk en de begroting heeft, in zekere zin, de scheiding tussen inhoud en beschikbare middelen vergroot, waar naar alle waarschijnlijkheid is geprobeerd dat te voorkomen door overzichtelijkheid na te streven. We moeten het er in de commissie financiën nog maar eens over hebben. Ik denk dat de overzichtelijkheid er niet op vooruitgegaan is, te meer, daar verschillen tussen jaarplan en begroting verwarrend kunnen werken. Een boek, hoewel dikker, zou mijn voorkeur hebben.

Voor het eerst geeft het College enig zicht op de te bereiken doelen, de prestaties die het wil leveren en hoe dat gemeten kan worden. Wij juichen de pogingen van het College om resultaten meetbaar te maken toe. De vraag is echter hoe het College omgaat met de aanmerkelijke verschillen tussen de gebruikte prestatie-indicatoren:
Wat doet het College als de nulmeting ontbreekt en wanneer de te bereiken meetbare grootheid nog moet worden uitgewerkt,
Hoe beoordeelt men de resultaten wanneer alleen zachte doelen worden omschreven.
Het oordeel van de Rekenkamer, dat ons hedenochtend heeft bereikt, is in dit verband betekenisvol: van de veertig doelen van het College blijken er 28 afrekenbaar.

Maar misschien belangrijker: wanneer harde percentages en absolute aantallen genoemd worden blijken de grote ambities en inspanningen beperkt op te leveren. Het lijkt erop dat haalbaarheid zwaar heeft gewogen bij de bepaling van wat het te bereiken resultaat is. Belangrijke vraag voor Raad en College is: hoe te voorkomen dat angstige haalbaarheid regeert, waar gewaagder, risicovoller ini
tiatieven geboden zijn. Mevrouw Van der Garde zei het al, we staan voor grote vraagstukken en armoede, duurzaamheid, kenniseconomie, bereikbaarheid en woningbouw worden onhaalbaar als haalbaarheid prevaleert; College, durft te besturen!

Voorzitter,
De resultaatgebieden. Ik noem er, omwille van de tijd, drie.

Werk en Inkomen een moeilijk dossier. Het prototype van een gebied waar hoge ambities tot veel resultaat hebben geleid, hoewel meetbare resultaten nu naar beneden worden bijgesteld: de uitstroom naar werk van 500 in plaats van 1000 clienten meer dan het landelijk gemiddelde. Er gaat veel geld om, afkomstig uit doeltoekenningen. Zo’n 85% van de prioriteiten zijn gehonoreerd. 14 mln naar de reparatie van de Rijksbezuinigingen op armoede. Dat is nodig en goed. Wij hebben wel vragen ten aanzien van de reserves in dit resultaatsgebied. Daar vinden nogal wat bewegingen plaats rondom de vorming van de conjunctuurreserve WWB, die ons niet helder zijn. Komen we op terug in de commissie.

Economie en haven
Hoe belangrijk de haven is, ook voor de inkomsten van de stad is in dit resultaatsgebied goed zichtbaar. Complimenten, omdat goed wordt ingespeeld op een oplevende wereldeconomie. Minder enthousiast over de invulling van Topstad, daar steen te veel punten die een op werk, kennis, creativiteit gerichte stimulering van economische activiteiten in de weg staan. Zorgelijk dus, hoewel het College zegt daarover nog te moeten beslissen.

Stedelijke ontwikkeling
Het aandeel Stedelijke Ontwikkeling in de totale begroting is de laatste jaren gedaald van 12 naar 7%. De helft van de aangevraagde prioriteiten wordt gehonoreerd en dat is inclusief het ISV. De voorgenomen productie van 20000 woningen is grotendeels afhankelijk van nog te maken afspraken met de corporaties. College hoe staat het met deze onderhandelingen?

Voorzitter,
Ik sluit af. Voor ons ligt een ambitieus programma, beperkt door de ongunstige financiële ontwikkelingen voor 2007 en 2008. Het echte werk moet nu beginnen. Van ongeduld naar actie: het College geeft wat ons betreft vanaf deze begroting politiek leiding aan die uitvoering. Doel is Amsterdam en Amsterdammers duurzaam weerbaar te maken in een sterk veranderende wereld door armoede te bestrijden en tweedeling te voorkomen, door hoogwaardige groei en werkgelegenheid te stimuleren, door kinderen en ouders gevoel van urgentie te geven om te leren en te emanciperen, door sociale cohesie en veiligheid te bevorderen. Deze begroting geeft een goede, zij het hier en daar wat voorzichtige, aanzet. De PvdA fractie zal in de komende weken langs deze lijnen de begroting bespreken en zo nodig voorstellen doen om dat doel te bereiken.