Dalgliesh eist excuses van De Boer (CDA)
Openbrief aan de fractievoorzitter van het CDA.
Amsterdam Zuidoost 16 februari 2009.
Waarde collega De Boer, beste Henk.
Op je weblog van 4 februari 2009 ga je in op de verspreiding van anonieme brieven. Je suggereert daarbij dat een lid van de fractie van de PvdA (i.c. Henk Lalji) voor de verspreiding verantwoordelijk is. Je kondigt aan de voorzitter van de raad te zullen verzoeken een diepgaand onderzoek in te stellen naar hoe het mogelijk is geweest dat de anonieme brieven in de postvakjes van alle raads- en duo raadsleden terecht is gekomen.
In een mail aan alle raadsleden op donderdag 12 februari jl. schreef de griffier het volgende:
Geachte raadsleden en duoleden,
Er is onrust ontstaan over de verspreiding van anonieme lasterlijke brieven over opvattingen of uitspraken van de heer Kehla Wirnkar.
In Het Parool van woensdag 11/2 is gemeld dat deze brieven in alle postvakjes van de raadsleden zijn gedaan en wordt het vermoeden van de heer De Boer aangehaald, dat een van de raadsleden hiervoor verantwoordelijk zou zijn.
Ik heb al eerder op verzoek van de heer Res, die de bedoelde brieven in zijn postvakje vond, onderzoek gedaan wat er gebeurd kan zijn. Het resultaat dat ik hem afgelopen dinsdag heb meegedeeld meld ik u hierbij:
a. Voor zover ik heb kunnen vaststellen en heb gehoord van andere raadsleden/duoleden zijn de brieven alleen in het postvakje van de heer Res gedaan. (aangetroffen maandag de 9e)
b. Dhr De Boer beschikte al een week eerder over de brieven, die, zoals hij aan een medewerker van de griffie meedeelde, in zijn brievenbus thuis waren gedaan. (mededeling op woe 4/2).
c. Dhr de Boer maakte op woensdag 4/2 in het stadsdeelkantoor kopieën van de brieven en gaf er een aan de griffiemedewerker.
d. Ik heb door deze gang van zaken aangenomen, dat hij ook aan zijn fractiegenoot, dhr Res, een kopie heeft gegeven door die in diens postbakje te doen. Daarmee zou een en ander verklaard kunnen worden.
e. Die aanname is volgens de heer Res onjuist, althans dhr De Boer gaf hem aan dat hij dat niet had gedaan.
Nu mijn aanname onjuist blijkt, kan ik helaas geen opheldering geven.
1. Geen van de griffiemedewerkers heeft de brieven verspreid, resp in het bakje van dhr Res gedaan.
2. De zaal met postbakjes van de raadsleden is voor alle medewerkers van het stadsdeel met hun pasje toegankelijk. De commissiekamer wordt regelmatig overdag voor vergaderingen van de organisatie gebruikt en dan is de leeszaal direct toegankelijk.
3. Op woensdag 4 februari had de Leerlingenraad met het Augustinuscollege plaats en waren alle fractieruimten de hele dag bij deze leerlingen in gebruik. Toen hebben alle deuren de hele dag open gestaan, dus niet alleen voor stadsdeelmedewerkers met pasjes.
4. Dhr de Boer had zijn vermoeden, dat een raadslid de persoon achter de brieven is, al op zijn weblog gepubliceerd voordat dhr Res de brieven in zijn postbakje had gevonden. Ik heb geen idee waar hij dit vermoeden op baseerde. Ik kan echter vaststellen, dat het feit dat de brieven ook in een postbakje van een duolid zijn gedaan, dit vermoeden niet ondersteunt of aannemelijker zou maken, omdat – zoals gezegd- zeer vele mensen vorige week iets in de postbakjes gedaan kunnen hebben.
Het spijt mij dat ik in deze onverkwikkelijke zaak geen oplossing kan bieden.Vriendelijke groet,
Gert Both
Tot zover de mail van de heer Both.
In een mail aan de raad –in reactie op bovenstaande mail van de griffier- geef je naast een aantal rechtzettingen van jou kant aan dat de bewijsvoering moeilijk is van je bewering dat een lid van de Partij van de Arbeid fractie ( i.c. Henk Lalji ) verantwoordelijk is voor de verspreiding van de anonieme brieven. Vandaar dat je stopt met vermoedens te uiten en je je welgemeende excuus aanbiedt voor de door jou ontstane onrust.
Ik waardeer het dat je stopt met het uiten van vermoedens. Zoals je al eerder hebt kunnen ervaren hebben jouw vermoedens al eerder tot niet bestaande werkelijkheden met daarbij behorende onrust geleid.
Ik waardeer het ook dat je excuus hebt gemaakt aan de raad. Omdat je je vermoedens in het openbaar hebt gemaakt, ga ik er vanuit dat je je excuses ook in het openbaar zult maken – in het bijzonder aan Henk Lalji- tijdens de mededelingen van de raad van 17 februari a.s.
Overigens heb ik tot op vandaag betreffende brieven niet in mijn postvakje ontvangen. Dat geldt voor de hele fractie.
De fractie van de Partij van de Arbeid Henk, keurt ten zeerste af elke (anonieme) uiting van wie dan ook aan bestuurders of raadsleden waarin bedreigingen, beledigingen en/of laster worden geuit. Dat is onfatsoenlijk en soms zelfs terecht wettelijk strafbaar gesteld. Dit is dus niet de manier waarop wij vinden dat we met elkaar in ons mooie Zuidoost moeten omgaan.
Vriendelijke groet,
Muriel Dalgliesh
Fractievoorzitter