Bellen met: Flora Breemer, stadsdeelbestuurder in Zuid
Net zoals voor alle andere 850.000 Amsterdammers is door de #coronacrisis het werk en het leven van onze stadsdeelbestuurders van de ene op de andere week veranderd. Hoe gaan zij daarmee om? Wat zijn op dit moment hun prioriteiten en waar ligt de kracht en de kwetsbaarheid van hun stadsdeel? De redactie van de PvdA Amsterdam gaat er met hen over in gesprek. In deze tweede aflevering bellen we met Flora Breemer, stadsdeelbestuurder namens de PvdA in Zuid.
Dag Flora, hoe gaat het met je?
“Het gaat goed, naar omstandigheden. Het is een tijd met veel zorgen en verdriet – maar het is ook heel mooi en inspirerend om te zien hoe mensen naar elkaar omzien in crisistijd.”
Is de familie Breemer al gewend aan hun thuis werkende moeder?
“Het is aanpoten! We hebben drie kinderen en moeten allebei hard werken. Mijn vriend werkt bij de Kunstenbond, de vakbond voor de culturele en creatieve sector, dus hij moet juist in deze tijd ook heel hard werken, onder andere voor alle ZZP’ers in die sector die nu ineens geen inkomen hebben. En dan hebben we een baby van vijf maanden, een peuter die net zindelijk aan het worden is en een kind dat op het speciaal onderwijs zit en heel veel begeleiding nodig heeft bij het schoolwerk. Gelukkig ben ik van huis uit juf, dus dat beroep komt nu mooi van pas!”
“Gelukkig ben ik van huis uit juf, dus dat beroep komt nu mooi van pas!”
Hoe ziet een werkdag van een stadsdeelbestuurder in zo’n crisis eruit?
“Zoveel mogelijk interne afspraken gaan door, maar dan vanuit huis met een videovergadering. Externe afspraken zijn vervangen door telefoontjes. Ik bel met partners in de wijken om te vragen hoe het gaat en om te bespreken wat er nodig is om goed te zorgen voor onze bewoners. Juist nu is het aan het welzijnswerk om te doen waar ze goed in zijn: de zorg ontlasten met hun aanbod.”
Hoe lopen de lijnen op dit moment met het centrale stadsbestuur?
“We zitten in een crisissituatie en daar hoort een vooraf bepaalde mate van coördinatie en organisatie bij, GRIP 4 heet dat in dit geval. Dat betekent dat de voorzitter van de veiligheidsregio, onze burgemeester, de besluiten neemt voor de hele veiligheidsregio. Als stadsdeelbestuurders nemen we nu geen grote besluiten. Dit is geen tijd om te gaan freestylen, dat kost alleen maar tijd en geeft onduidelijkheid. De hele gemeentelijke organisatie staat nu strak in het gelid, en dat is heel indrukwekkend om mee te maken. Elke ochtend voor 9:00 uur geven wij mogelijke knelpunten of dillema’s door, en daar wordt dan diezelfde dag over besloten. Zaken worden razendsnel geregeld. Ik ben echt trots op onze gemeente.”
“Zaken worden razendsnel geregeld. Ik ben echt trots op onze gemeente.”
Wat valt je op als je op dit moment door Zuid loopt?
“Vooropgesteld: ik hou me aan regels en ga alleen naar buiten als het echt moet, bijvoorbeeld om boodschappen te doen, boodschappen bij iemand langs te brengen of om de kinderen even te laten rennen. Maar als ik dan buiten ben zie ik hoe rustig het is. Er zijn nog maar een paar plekken waar het soms te druk is, en daar is echt veel aandacht voor vanuit bijvoorbeeld politie, handhaving, maar ook jongerenwerkers en straatcoaches. Elke dag maakt ons Team Veiligheid en het Team Sociaal Domein een rapportage: daar staat per buurt wat opvalt en wat er speelt. “
Eén van jouw speerpunten de afgelopen jaren is de positie van ouderen in zuid. Dat is natuurlijk een extra kwetsbare doelgroep in deze tijd. Hoe gaan jullie bijvoorbeeld eenzaamheid tegen?
“Mijn zorgen gaan verder dan eenzaamheid. Hebben we iedereen wel in beeld? Zit er iemand thuis zonder gas en licht of met een lege koelkast, of ligt er iemand zonder hulp ziek op bed? Ook dat komt helaas voor. Daarom heb ik de afgelopen periode ingezet op huisbezoeken in de buurten met de meest kwetsbare huishoudens, zoals bepaalde flats en straten in Buitenveldert waar veel ouderen wonen (en in de toekomst ook de Diamantbuurt en de Marathonbuurt, waar veel armoede is). Iemand komt dan (aangekondigd) langs om te bespreken wat de ouderen nodig hebben. Zij kunnen dan bijvoorbeeld gekoppeld worden aan een student verpleegkunde die langere tijd met de oudere optrekt. Een zorgmaatje noemen we dat. Of de klusser van de woningbouwcorporatie komt mee om onderhoud te plegen, of er wordt samen gekeken welk welzijnsaanbod zou passen. Het is vreselijk dat die bezoeken nu niet door kunnen gaan. We doen dit nu zo goed en zo kwaad als het kan telefonisch, maar dat is verre van optimaal.”
Hoe zorgen jullie ervoor dat ouderen die niet meer hun huis uit gaan van de benodigde boodschappen worden voorzien?
“Er is ontzettend veel hulp, allemaal samengebracht bij het platform voorelkaarinamsterdam.nl. Samen met de organisaties in de wijken houden we in de gaten dat iedereen die hulp nodig heeft, dat ook krijgt. Dat kunnen boodschappen zijn, maar dat kan ook een praatje zijn, of wat afleiding van de situatie.”
Wat is het mooiste initiatief wat je tot nu toe bent tegengekomen in jouw stadsdeel?
“Een medewerker van het Huisbezoekenproject heeft haar zoon ingezet om nog snel wat bewoners te helpen aan een internetverbinding, zodat ze konden skypen met hun familie. Daar kreeg ik traanogen van. Boodschappen zijn een basisbehoefte, maar contact is ook onmisbaar. Er zijn veel mensen die niet de vaardigheden of middelen hebben om contacten te laten voortgaan via video en geluid zoals de meeste mensen nu massaal doen. Dat is schrijnend. Het is met stip op 1 mijn speerpunt om hier iets aan te doen de resterende bestuursperiode, bijvoorbeeld op het gebied van digitale mogelijkheden voor ouderen.”
“Een medewerker van het Huisbezoekenproject heeft haar zoon ingezet om nog snel wat bewoners te helpen aan een internetverbinding, zodat ze konden skypen met hun familie.”
Waar kunnen Amsterdammers uit Zuid terecht als zij hulp nodig hebben?
“Gelukkig is het makkelijk te onthouden, want alle hulp is gebundeld onder voorelkaarinamsterdam.nl en alle initiatieven staan op wijamsterdam.nl”
Wat wil je ten slotte nog kwijt aan alle Amsterdammers?
“Je bent geen bemoeial als je aan een onbekende vraagt of diegene hulp nodig heeft. En je bent niet lastig als je om hulp vraagt. We houden fysiek afstand, maar hebben tegelijk extra oog voor elkaar.”