19 augustus 2006

Behoud de buurtwinkel

Naar aanleiding van het ontwerp bestemmingsplan Transvaalbuurt heeft de PvdA een notitie opgesteld waarin de PvdA haar wens uitspreekt de positie van buurtwinkels en andere kleine bedrijvigheid in woonbuurten wil behouden en versterken. Veel straten in Oost-Watergraafsmeer zijn al lange tijd een broedplaats voor kleine en nieuwe ondernemingen. De ruimten zijn relatief betaalbaar en daarmee aantrekkelijk voor startende ondernemers. Deze kleinschalige ondernemingen leveren een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid en kunnen dan ook een belangrijke rol spelen bij het verkleinen van de kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Lees verder voor de notitie ’Ruimte voor kleinschalige ondernemers’ van de PvdA-fractie

Aanleiding
In het conceptontwerp bestemmingsplan Transvaalbuurt is een regeling opgenomen die het mogelijk maakt dat een deel van de leegkomende winkels en ruimtes voor bedrijvigheid bij leegkomst kan worden omgezet in woningen. Het gaat hier vooral om de bedrijvigheid buiten het winkelconcentratiegebied, zoals de tweede helft van de Pretoriusstraat, tussen Steve Bikoplein en Paul Krugerplein.

Door de mogelijkheid te bieden dat winkels worden omgezet in woningen, dreigt de situatie te ontstaan dat ruimtes die geschikt zijn voor (startende) ondernemers voor bedrijvigheid verloren gaan. De PvdA denkt niet dat dit wenselijk is.

Beleid stadsdeel
Op 5 juli 2004 heeft de stadsdeelraad de Ruimtelijke Economische Structuurvisie vastgesteld. Voorafgaande aan de vaststelling vond een discussie plaats in commissie en raad over de positie van buurtwinkels en zaken als kapper en apotheek, buiten de winkelconcentratiegebieden. Door de PvdA en andere partijen zijn voorstellen ingediend om de positie van buurtwinkels (en bedrijvigheid) in woonbuurten te behouden en versterken. Op dit punt zijn een aantal amendementen aangenomen.

Afweging
Er is een grote vraag naar ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid. Hoewel de vraag naar woonruimte ook groot is, denkt de PvdA-fractie dat in buurten als de Transvaalbuurt geprobeerd moet worden te voorkomen dat ruimte voor bedrijvigheid verloren gaat. Hiervoor zijn meerdere argumenten. Straten als de Pretoriusstraat zijn al lange tijd een broedplaats voor kleine en nieuwe ondernemingen. De ruimtes zijn relatief betaalbaar en daarmee aantrekkelijk voor startende ondernemers. In een buurt waar de werkloosheid hoog is, zijn startende ondernemers en kleinschalige ondernemingen van groot belang. Kleinschalige bedrijvigheid levert een belangrijk deel aan werkgelegenheid, vooral ook in het lagergeschoolde segment waarin de werkloosheid hoog is. Kleinschalige ondernemingen kunnen dan ook een belangrijke rol spelen bij het verkleinen van de kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.

Een straat als de Pretoriusstraat blijkt in de praktijk veel allochtone ondernemers aan te trekken. Deze ondernemingen leveren een belangrijke bijdrage aan de integratie en emancipatie en aan de levendigheid van de buurt. Dit zijn terecht heel belangrijke peilers van het stadsdeelbeleid. Overigens leveren autochtone ondernemingen doorgaans net zo goed een bijdrage aan de integratie en emancipatie en aan de levendigheid van de buurt.

Als leegkomende ruimtes kunnen worden opgekocht door mensen die in de Pretoriusstraat op de begane grond willen wonen, is de PvdA-fractie bang dat dit ten koste gaat van de voordelen die hierboven staan beschreven. Overigens zijn deze voordelen niet alleen van toepassing op de Pretoriusstraat, maar ook op veel andere plaatsen in het stadsdeel.