In de raadsvergadering van 10 mei is het Woningbouwplan 2022 – 2028 besproken. Ons raadslid Bastiaan Minderhoud deed in aanvulling hierop een aantal voorstellen, gericht op het waarborgen van het bouwen voor een complete stad. Alle voorstellen zijn aangenomen.
Het Woningbouwplan bevat plannen voor de aankomende vier jaar: een periode waarin grote stappen genomen moeten worden om de historisch grote woningcrisis aan te pakken. We spreken bij de woningcrisis vaak over aantallen en percentages, planningen en agenda’s, beleidsstukken en nota’s. Over 40 – 40 – 20 en 7.500 woningen per jaar. Over ‘’inbreiden’’ in plaats van ‘’uitbreiden’’, over investeringsnota’s en bestemmingsplannen.
Sommigen ervaren de woningcrisis ook precies zo: een papieren werkelijkheid, kosten-batenanalyses, haalbaarheidsstudies en bouwrapportages. Veel Amsterdammers is die luxe niet gegund. Zij voelen de pijn van het gebrek aan een thuis acuut en langdurig. Zij wonen noodgedwongen thuis bij hun ouders of samen met een gescheiden partner, met drie kinderen op een tweekamerappartement. Of nog erger, zij hebben geen onderdak.
Het moge daarom duidelijk zijn: het woningbouwplan komt als geroepen. Als stad staan we de aankomende jaren voor een enorme uitdaging op het gebied van wonen, werken en het waarborgen van een fijne fysieke leefomgeving. Bijna nooit waren de ambities zo hoog: enkel in de jaren ’20 en jaren ’80 van de vorige eeuw lag de lat zo hoog als die nu ligt.
Net als toen bouwen we nu ook niet simpelweg om het bouwen, maar bouwen we met een idee: de gehele stad, en niet stukjes daarvan, moet toegankelijk en aantrekkelijk blijven voor álle Amsterdammers. Een stad waar alle mensen de kans moeten krijgen zich te ontplooien in een woning met licht, lucht en ruimte. Onze stad heeft daarbij een rijke geschiedenis m.b.t. het tegemoetkomen aan de ruimtelijke wensen van alle bevolkingsgroepen, en in het bijzonder Amsterdammers met een kleine portemonnee.
Zelfontplooiing en kansengelijkheid vergroten gaat niet alleen om het bouwen van een complete buurt in de fysieke zin, maar ook om het bouwen van een complete buurt in sociale zin. Bestaande bewoners moeten daarbij het gevoel hebben voldoende meegenomen en gehoord te worden, en ook profijt te hebben van de ontwikkelingen in hun buurt. De glimmende woontorens stijgen nu soms snel boven hun tochtige sociale huurwoningen en vervallen straten uit, zonder dat zij enig perspectief hebben op verbetering. De buurt transformeren zou daarom voordelen moeten hebben voor iedereen, bestaande en nieuwe bewoners, met voldoende plek voor de huidige bewoners om te wonen en zichzelf te ontwikkelen voor plek vrij te maken voor maatschappelijke voorzieningen en ruimte te houden voor lokaal ondernemerschap.
De PvdA-fractie heeft daarom een aantal voorstellen gedaan die allemaal bijdragen aan het bouwen voor een complete stad. In fysieke en sociale zin. Zo stelt Bastiaan met collega raadsleden voor een woonraad en een woonpanel op te richten ter bevordering van de essentiële participatie van bestaande en nieuwe bewoners bij de bouwplannen. Op deze manier vervreemden Amsterdammers niet van hun buurt en worden ze betrokken bij het wonen in onze stad.
Daarnaast stelt Bastiaan voor om de monitoring van de voortgang van de woningbouw aan te scherpen. Van 2000 t/m 2019 kromp de voorraad sociale huurwoningen met 20.526 stuks, dus gemiddeld met 1.082 per jaar. Het aandeel sociale huurwoningen is de afgelopen tien jaar geslonken van 59 procent naar 48 procent. En dat terwijl de vraag onverminderd hoog blijft, met almaar langer wordende wachtlijsten – nu zelfs 13 jaar. Getuige de vele kraakacties en protesten van o.a. het woonprotest en actiegroep Stop De Verkoop!, de recente woede over de verkoop van sociale huurwoningen bij het Entrepotdok en de vele artikelen over het fundamenteel veranderen van Amsterdamse wijken – waarbij geen ruimte meer is voor de kinderen of ouders van oorspronkelijke bewoners in de buurt, MOETEN we in actie komen. Daarvoor hebben we inzicht nodig. Dus stelt Bastiaan voor dat er een betere monitor van de huidige woningvoorraad en woningbehoefte komt. Dit houdt bijvoorbeeld in: welke sociale huurwoningen naar dure huur zijn omgezet, verkocht of gesloopt worden en hoeveel betaalbare woningen daarvoor terugkomen. Het liefst per gebied: zodat we er voor kunnen zorgen dat onze buurten leefbaar en toegankelijk blijven voor iedereen en dan met name de Amsterdammers die nu al meer dan 10 jaar op een woning wachten.
Tot slot stelt Bastiaan voor om te onderzoeken wat de voor en – nadelen zijn van het herinvoeren van meer actieve grondpolitiek. Een manier van bouwen waarbij de gemeente de grond koopt en zelf bepaalt wat er gebouwd wordt, een manier van bouwen die onze sociaal democratische voorgangers al meer dan honderd jaar succesvol hebben ingezet om onze mooi stad te maken tot wat die vandaag de dag is.