Asscher gaat afrekenen met welzijnswerk
De Amsterdamse welzijnssector moet vrezen voor een slagveld, omdat PvdA-wethouder Lodewijk Asscher (Financiën) zeer ontevreden is over de prestaties van de sector. Hij kondigt harde maatregelen aan en zegt keihard af te zullen rekenen met de clubs die in Amsterdam gezamenlijk ongeveer 160 miljoen euro spenderen.
Volgens Asscher werken veel welzijnsinstellingen – maar ook andere organisaties die zich met jongeren en jeugdzaken bezighouden – langs elkaar heen en zijn zij soms meer bezig met zichzelf dan met de jongeren voor wie zij betaald worden. Ook zijn er volgens hem onvoldoende harde prestatieafspraken gemaakt met de bedrijven.
Te weinig
"Er gaat veel geld om in die industrie en daar moeten we heel kritisch naar kijken. Ik ga daarom op korte termijn met alle welzijnsinstellingen om de tafel zitten en hard afrekenen. Dan gaan we kijken wie er nuttig werk doet en wie niet", belooft Asscher. "Er zijn clubs en mensen die het heel goed doen, maar over het geheel is het te weinig."
Als partijleider beloofde Asscher onder het motto ‘kinderen eerst’ er alles aan te doen zoveel mogelijk kinderen en jongeren uit hun achterstandspositie te halen.
Harde maatregelen schuwt hij daarbij niet. Zo mogen wat hem betreft ouders die weigeren hun kinderen op te voeden, hiervoor financiële boetes worden opgelegd. Nu neemt hij daarnaast dus ook de welzijnsindustrie op de korrel.
Asscher is niet de eerste die felle kritiek uit op de miljoenenverslindende welzijnsindustrie.
In februari vorig jaar al concludeerde de Rekenkamer dat "goed zicht op de bijdrage van welzijnswerk op de doelstellingen van stadsdelen en de maatschappelijke effecten ontbreekt".
Asscher geeft de Rekenkamer gelijk en belooft beterschap namens zijn partij. Hij erkent volmondig dat de PvdA in het verleden te slap is geweest. "Natuurlijk. Maar ook de PvdA moet leren."