Antwoord op vragen over life science
In de Volkskrant van 24 september 2010 wordt bericht dat het personeel van farmaciebedrijf Abbott in Weesp studeert op plannen om een sciencepark te openen. De provincie Noord-Holland heeft 1,3 miljoen euro beschikbaar om het plan te steunen. Het farmaceutische bedrijf uit Weesp heeft vorig jaar zelf het idee gelanceerd om allerlei jonge bedrijven te vestigen op het bedrijventerrein.
De provincie Noord-Holland en het Ministerie van Economische Zaken (EZ) waren bereid om subsidie te geven. Ook diverse bedrijven en universiteiten toonden interesse. In totaal was er voor meer dan 10 miljoen euro aan toezeggingen gedaan. De nieuwe eigenaar van het farmaceutische bedrijf – Abbott nam begin dit jaar Solvay over – haalde echter een streep door de plannen.
In de Amsterdam werken wij aan een innovatief investeringsklimaat en ondersteunen wij het Life Science cluster, die kan uitgroeien tot een toonaangevend BioMed cluster. Daartoe heeft Amsterdam in 2007 het Life Science Centrum en het Life Sciences Fonds opgericht. Samen met de aanwezige kennisinstellingen, zoals onder andere AMC, SILS/UvA, Vumc/VU en Sanquin, werken we aan het vermarkten van de aanwezige kennis.
De fractie van de PvdA wil dat de gemeente Amsterdam zich blijft inzetten voor de life sciences omdat het werkgelegenheid creëert en het de innovatiekracht van Amsterdam vergroot. Vanuit die invalshoek vindt de fractie van de PvdA dat het goed is contact te leggen met (de werknemers van) Abbott en te kijken of de geplande activiteiten naar Amsterdam gehaald kunnen worden.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 27 september 2010, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van het initiatief van medewerkers van farmaciebedrijf Abbott om starters aan te trekken en naar een sciencepark model te gaan?
Antwoord: Ja. EZ Amsterdam is de afgelopen twee jaar – samen de provincie Noord-Holland en de Amsterdamse Innovatie Motor – nauw betrokken geweest bij ontwikkelingen rondom Solvay (voor de overname door Abbott). In die periode zijn plannen voor een campusachtige ontwikkeling op het terrein in Weesp vergaand uitgewerkt, die na de overname door Abbott begin dit jaar zijn stopgezet door het nieuwe moederbedrijf. Het genoemde initiatief in de vraagstelling kent dus een voorgeschiedenis waar we vanuit de Gemeente bij zijn betrokken.
2. Is het college het met vragenstelster eens dat er waarschijnlijk een interessante inhoudelijk link ligt tussen wat er in Weesp gebeurt en de al aanwezige kennis en kunde op dat gebied in Amsterdam?
Antwoord: Ja. De ontwikkelingen rondom Abbott in Weesp onderstrepen de noodzaak om te komen tot een lange termijn strategie voor het Life Sciences cluster in de Metropoolregio Amsterdam. Dit wordt momenteel uitgewerkt als onderdeel van de agenda voor de in te stellen Economic Development Board, juist ook in samenspel met de bedrijven en kennisinstellingen binnen het cluster. Kern van deze strategie is de vraag hoe we de excellente kennisbasis die er op dit terrein is in de regio, veel effectiever kunnen vertalen naar economische impact. De hierboven geschetste ontwikkelingen zullen in deze uitwerking nadrukkelijk worden meegenomen.
3. Ziet het college mogelijkheden de ontwikkelingen rond Abbott te volgen daar waar mogelijk te binden aan het Amsterdamse Life Science cluster?
Antwoord: Ja. De komende maanden moet gekeken gaan worden hoe de 500+ R&D werkers van werk naar werk geholpen kunnen worden. Zij hebben verschillende achtergronden, omdat zij actief waren in het volledige traject van medicijn-ontwikkeling. Sommige personen zijn breed inzetbaar (medicinal chemists), andere zijn specialist in hun vak. De focus van Weesp lag op neuroscience en influenza. Dit zijn twee gebieden die goed aansluiten bij Amsterdamse sterktes qua biomedische kennis. Mogelijk liggen er kansen om aan te sluiten bij de neuroscience activiteiten binnen de Amsterdamse kennisinstituten.
4. Zo ja, welke stappen is het college bereid te zetten in dit kader?
Antwoord: Op korte termijn zullen we – samen met de provincie – onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor de ontwikkeling van een Life Science incubator, gebruikmakend van bestaande plannen en rekening houdend met eerdere gedane investeringen in life science in de regio. Daarbij wordt ook de optie onderzocht of er – met steun van de provincie – op korte termijn een concept á la HFC Plaza voor Life Sciences starters kan worden opgezet.