Amsterdam zet kaarten op operatie Frankenstein
De naam van de operatie, Frankenstein, is veelzeggend. Amsterdam gaat komende maanden een monster te lijf dat de hoofdstad zelf heeft geschapen. Het stadsbestuur hoopt de controle terug te krijgen over het jeugdwelzijn, een op hol geslagen miljardenindustrie.
Vandaag maakt het college van burgemeester en wethouders bekend dat alle geldstromen rond jeugdhulpverlening en jeugdwelzijn worden doorgelicht. Op de tweede plaats zullen alle projecten aan de basis worden gecontroleerd op hun effectiviteit.
Doel: een betere besteding van de 270 miljoen euro die Amsterdam jaarlijks investeert in deze sector. Directe aanleiding: de vaststelling dat ondanks een jaarlijkse injectie van ruim een kwart miljard euro veel klachten niet zichtbaar afnemen. Bovendien lijkt de centrale regie zoek.
In de woorden van het college: ‘Wij hebben bij veel sociale problemen onvoldoende zicht op de al dan niet behaalde resultaten. Bij veel initiatieven, uitgangspunten, voorzieningen en projecten in de stad is niet altijd duidelijk of en hoe die bijdragen aan onze doelstellingen.’ En in het algemeen: ‘Er ligt te veel nadruk op beleid en te weinig op uitvoering en resultaat.’
Meer concreet: ‘Overlast, in al haar complexiteit, is in sommige wijken hardnekkig. De kwaliteit van het onderwijs staat nog steeds onder druk. Uit inspectierapporten bleek onlangs dat 35 scholen nog steeds ver onder de maat presteren. Het merendeel van deze scholen is geconcentreerd in een aantal van toekomstige prachtwijken.’
Bedoeld wordt onder meer het stadsdeel Bos en Lommer, waar bijna de helft van de basisscholieren wegens achterstand niet aan de Citotoets kan deelnemen.
Lodewijk Asscher, wethouder van Financiën, alsmede leider van de hoofdstedelijke PvdA, leidt de operatie. De operatie wordt ‘Frankenstein’ genoemd, omdat volgens de wethouder ‘de huidige situatie door ons zelf is geschapen, het gevolg van een dertigjarig beleid, waarbij de PvdA als grootste partij in de hoofdstad altijd nauw was betrokken’.