21 augustus 2009

Algemene beschouwingen Manon van der Garde

Voorjaarsnota, raad 1 juli 2009 – Manon van der Garde

Voorzitter,

Dit college heeft veel zaken op de rit gezet. Milieu, parkeren, de Wallen, de tolerante stad, veiligheid. Het was nodig dat we ons daar druk over maakte, maar het wordt nu overschaduwd door de economische crisis.

Bij de laatste algemene beschouwingen heb ik mijn verhaal moeten herschrijven vanwege de economische crisis die op dat moment net begon. We staan nu midden in die crisis. De fictieve kredieten zorgen nu voor hele reële gevolgen.Er komen de komende jaren meer Amsterdammers op straat te staan.

Nog steeds is niet helemaal duidelijk wat de toekomst ons brengt in deze crisis. Net als de Mexicaanse griep kunnen we verschillende kanten op:
Of de crisis is sneller voorbij dan we nu denken en grijpt uiteindelijk minder diep dan we hadden voorzien.
Of we krabbelen er vanaf 2013 langzamerhand weer bovenop, zoals op dit moment de verwachting is,
Of we zullen voor een langere periode rekening moeten houden met de gevolgen van de crisis.

De cijfers voor de wereldeconomie én de Nederlandse economie zijn niet hoopgevend. Bij deze economische crisis zijn geen Ab Osterhaus of Roel Coutinho die ons vertellen wat te doen. Geen mensen die vaccins inkopen om ons te beschermen, mocht het crisisvirus ons raken. Nee, we moeten het zelf doen. We luisteren naar economische onderzoeksbureaus en moeten onze eigen weg inslaan, onze eigen maatregelen vormgeven en uitvoeren.

Het is daarom goed dat het college in deze voorjaarsnota verschillende maatregelen neemt om de crisis te lijf te gaan.
In de voorjaarsnota staat dat in Amsterdam de economie versterkt moet worden, werkloosheid voorkomen moet worden en dat de stad duurzaam gaat investeren. Allemaal nodig en goed.

Die aandachtsgebieden bedekken de belangrijkste onderdelen van de Amsterdamse samenleving. En wij zien natuurlijk óók de noodzaak van het Amsterdamse investeringsfonds met de vier pijlers. Goed om te investering in de ruimtelijke sector, in Energie en duurzaamheid, in Kennis, innovatie, onderwijs en cultuur en ook goed om een buffer aan te leggen.

Voorzitter,

De PvdA-fractie stelt toch een aantal wijzigingen voor. Als u straks mijn collega Michiel Mulder het woord geeft, zal hij dat toelichten. Ik wil graag één onderdeel onder uw aandacht brengen. Werk.

Achter elke Amsterdammer die zijn baan verliest, schuilt een drama. Een drama van een hypotheek die dan niet meer betaald kan worden. Een drama van achterstallige huur, van het korten op eten. Sommige mensen doen hun auto weg, anderen gaan niet meer op vakantie. De meeste mensen nemen zo hun maatregelen en leven van minder geld. Maar is dat het allergrootste probleem? Nee. Het grootste probleem voor deze mensen is de angst. Angst omdat niet duidelijk is wanneer het precies ophoudt en wanneer de maandlasten weer passen in het maandinkomen. Het gaat namelijk niet alleen om de duizenden werklozen die Amsterdam de komende tijd krijgt, maar ook om de partners en kinderen die daarbij horen.

En dus staat er voor mij als sociaal democraat nu één ding als een paal boven water. We kunnen dit niet laten gebeuren. En daarmee heeft dit college in haar laatste jaar één belangrijke taak te vervullen:

Werk, werk, werk.

Werk omdat we al die Amsterdammers straks weer hard nodig hebben, als de economische crisis over is. Werk omdat we geen verloren generatie van jongeren willen kweken. Werk om dat werk goed voor mensen is, mensen gelukkig maakt, werk omdat werk integreert, werk omdat werk zorgt voor zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Werk voor alle Amsterdammers. Werk omdat het hoop biedt en kansen geeft.

Naast alle maatregelen die het college al voorstelt, willen we werk creëren. Wij stellen niet voor om een nieuw Amsterdams Bos te maken. En we komen niet met het idee om de Noord-Zuidlijn met de hand uit te graven.
Wel willen we op een slimme manier zorgen dat we banen creëren waarmee die Amsterdammers die er op één of andere manier naast komen te staan aan het werk blijven, al is dat tijdelijk. En het is mooi als de stad er dan ook iets aan heeft: maatschappelijk nut.

In een persbericht van de gemeente, juni 2009, stond: “De eerste effecten van de crisis op de arbeidsmarkt beginnen in Amsterdam zichtbaar te worden. De Amsterdamse situatie is als verwacht zeer serieus: verreweg de meeste indicatoren staan in het rood.” Het college schetste het als volgt: ‘de situatie is onverminderd zorgelijk, maar geen reden tot paniek.’
Beloofd wordt om schooluitval te voorkomen, ondernemerschap stimuleren, microkredieten te verstrekken aan startende ondernemers en intensiever van werk naar werk te begeleiden. Dat is mooi. Maar wat te doen als er geen werk meer is?

De Partij van de Arbeid stelt voor om banen te creëren en vraagt het college met een plan te komen. We willen geen ‘lost generation’. We willen niet dat mensen te lang aan de zijlijn staan.
Een heilig huisje is dat banen worden gecreëerd door de markt. Maar dit gaat niet op als die werkgelegenheid plotseling enorm daalt, terwijl we weten dat we een tekort aan geschoolde arbeidskrachten krijgen. Dat is de paradox van onze huidige tijd: nu een overschot aan arbeidskrachten die we na 2013 weer keihard nodig hebben. In tijden van crisis gelden andere wetten. We moeten sámen met het bedrijfsleven nieuwe banen creëren en Amsterdammers aan het werk houden.
Ons voorstel is een aanzet om tijdelijke banen te creëren voor Amsterdammers die nu zonder werk komen te zitten. Deze tijdelijke banen die we creëren zijn banen waar nuttig werk wordt verricht.
Ik dien daarom een motie in om de slinger in beweging te zetten en vraag dit college om met een voorstel te komen voor de begroting.