15 maart 2005

Actualiteit over het huurliberaliseringsbeleid van minister Dekker (VVD)

ACTUALITEIT over het huurliberaliseringsbeleid van minister Dekker (VVD)
(Verzoek deze actualiteit te behandelen in de gemeenteraad van 23 maart 2005)
De Tweede Kamer heeft op 8 maart jl. in meerderheid ingestemd met de beleidsvoornemens van minister Dekker (VVD) om 25% van de huurwoningvoorraad op termijn te liberaliseren. Zoals bekend betekent dit voor Amsterdam dat zo’n 70.000 woningen die thans nog onder de gereguleerde huurregels vallen volledig vrijgegeven moeten worden. De maximale huur van de te liberaliseren woningen zal 5,4% gaan bedragen van de WOZ-waarde (taxatie van 1999)[1]. In de praktijk zal dit betekenen dat een doorsneewoning die leegkomt en nu een huur heeft van ca. 300 euro per maand, in huur wordt verdubbeld naar ca. 600 euro per maand. Huurders die blijven zitten worden de komende jaren geconfronteerd met extra huurverhogingen van 2 tot 4% bovenop de inflatie.
Wat betekent dit voor de Amsterdamse woningmarkt?
De verstopping op de woningmarkt zal verder toenemen. Wie woningruil pleegt of gewoon verhuist naar een andere woning loopt grote kans dat de nieuwe woning een WOZ-waarde heeft van meer dan 130.000 euro (taxatie 1999). Dit is dan een geliberaliseerde woning. De nieuwe huurder zal geconfronteerd worden met een fors hogere huur. Veel huurders zullen daarom afzien van verhuizen.
Geliberaliseerde woningen mogen worden gesplitst en verkocht. Dat geldt zowel voor woningen van particuliere verhuurders als van corporaties. Op dit moment is in Amsterdam specifiek beleid van kracht op het gebied van splitsing door particulieren en verkoop van sociale huurwoningen. Op termijn zullen zo’n 25.000 sociale huurwoningen worden verkocht en tienduizenden particuliere huurwoningen gesplitst worden. Het beleid is erop gericht verspreid over de stad het aanbod van koopwoningen en duurdere huurwoningen te vergroten.
Door het beleid van Dekker raakt Amsterdam op termijn ca. 70.000 betaalbare huurwoningen kwijt. Waar en wanneer dat zal zijn is nu nog niet te overzien. In Amsterdam hebben 213.400 huishoudens een inkomen tot de ziekenfondsgrens (1950 euro netto per maand). Op dit moment zijn voor deze doelgroep nog ca. 277.000 woningen beschikbaar. Na uitvoering van het beleid van Dekker zijn dat er nog maar 207.000. Door het beleid van Dekker zal in Amsterdam de woningnood voor mensen met een laag- en middeninkomen dus nog groter worden.

Voorstel

Gezien de bovenbeschreven dreigende gevolgen van het beleid van Dekker ligt het voor de hand tijdelijk een pas op de plaats te maken met het verkoop- en splitsingsbeleid zoals dat op dit moment wordt uitgevoerd in de stad. Het lijkt niet erg logisch en verstandig om nog langer door te gaan met het toestaan van de verkoop van duizenden sociale huurwoningen en het splitsen van particuliere huurwoningen als tegelijkertijd rijksbeleid wordt voorbereid dat verkoop en splitsing van nog veel grotere aantallen woningen mogelijk maakt.
Wij stellen daarom voor:
1. Zo spoedig als mogelijk is te stoppen met het versoepelde splitsingsbeleid van particuliere huurwoningen omdat zeer veel particuliere huurwoningen na invoering van het beleid van Dekker alsnog gesplitst kunnen worden.
2. Dat de wethouder Volkshuisvesting direct het overleg start met de corporaties over de gevolgen van het beleid van Dekker voor de verkoop van sociale huurwoningen. Voorkomen moet worden dat door het beleid van Dekker naast de afgesproken verkoop van 25.000 sociale huurwoningen nog meer sociale huurwoningen verkocht zullen worden. Afgesproken zou kunnen worden dat in afwachting van nieuw beleid geen sociale huurwoningen meer verkocht worden met een woz-waarde van minder dan 210.000 euro (taxatie 2003) [2]. Daarmee wordt voorkomen dat woningen die onder het beleid van Dekker niet vrij verkocht kunnen worden nu nog wel verkocht worden.
Tevens verzoeken wij het College van Burgemeester en Wethouders aan de raadscommissie SOW van 20 april en de raad van 11 mei een notitie voor te leggen waarin in ieder geval worden aangegeven:
· De exacte gevolgen van het huurliberaliseringsbeleid van Dekker voor de Amsterdamse woningmarkt;
· De beleidswijzigingen die nodig en mogelijk zijn om de gevolgen van het rijksbeleid zo goed mogelijk op te vangen;
· De wijze waarop het nieuwe Amsterdamse beleid het snelste en het beste in overleg met de betrokken partijen in de volkshuisvesting tot stand gebracht kan worden;
· De resultaten van het overleg met de corporaties over een beleidswijziging met betrekking tot de verkoop van sociale huurwoningen.
De gemeenteraadsleden,
Bouwe Olij (PvdA)
Maarten van Poelgeest (GroenLinks)
Hans Bakker (SP)
Jupijn Haffmans (AmsterdamAnders/De Groenen)
[1] De woningen met een WOZ-waarde (taxatie 1999) tussen de 130.000 en 165.000 euro krijgen een huur van maximaal 5,4% van de waarde. Woningen met een waarde boven de 165.000 euro zijn helemaal vrij.
[2] De nieuwe taxatie 2003 laat zien dat 75% van de huurwoningen in Amsterdam een WOZ-waarde heeft die lager is dan 209.500 euro. 20% heeft een waarde tussen 209.500 en 322.500 en 5% heeft een waarde van 322.500 of hoger.