12 april 2006

9. Economie – program-akkoord

Terug naar het programakkoord

‘De grootste ontwikkelingskansen liggen bij ons waardevolste bezit: menselijk kapitaal. Wij willen mensen aanspreken op hun individuele talenten om onze stad te laten profiteren van de veelzijdigheid die de inwoners kenmerkt.’
‘Creativiteit en ondernemingszin zijn motoren van de economie. Mensen kunnen zich een zelfstandige positie verwerven door een onderneming te starten. Dit College wil het starters (en blijvers) gemakkelijker maken door de vergader- en vergunningencultuur te doorbreken. Snelle dienstverlening en een faciliterende overheid zijn nodig.’

‘Ontwikkelingen in de wereldeconomie en op de arbeidsmarkt vragen om vernieuwing. Amsterdam moet aantrekkelijker worden als internationale vestigingsplaats en beter gebruik maken van de concentratie van kennisinstellingen en creativiteit. Tegelijk moeten we ons maximaal inspannen om de keerzijde van de opkomende kenniseconomie, een groeiende ongelijkheid, te bestrijden. Duurzame economische groei komt pas tot stand wanneer echt iedereen mee doet.’

Amsterdam hoort als vestigingslocatie thuis in de top 5 van Europese steden. Om dit te bereiken zet het college hoog in op een integraal economisch stimuleringsbeleid in samenwerking met rijk, regio, bedrijfsleven en de EU.

Binnen honderd dagen presenteert het college het programma ‘Amsterdam Topstad’, met een plan van aanpak voor de volgende ambities.
internationale bezoekers

Door de stad te promoten als internationaal creatief-, innovatief- en handelscentrum, moeten meer internationale bezoekers en bedrijven naar de stad komen.

Het college wil dat Amsterdam Topstad hiermee een belangrijk toeristisch centrum en de entree van Europa voor internationale bedrijven blijft.

Creatief en kennisintensief klimaat
Amsterdam zorgt voor een creatief en kennisintensief klimaat door o.a. samen met het Rijk te investeren in de volgende clusters:
– duurzame energie (o.a. de Kennisoever Duurzaamheid -Amsterdam Noord[2]);
– nieuwe media, cultuur en ICT (o.a. het Science Park, de Noordelijke IJ-oevers[3] en het INIT/Stork terrein);
– life sciences (o.a. het AMC, de VU en het Science Park);
– de aanleg van breedband op bedrijventerreinen.
De stad werkt hierbij samen met beide universiteiten, de hoger onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Door in deze clusters te investeren moet een optimaal klimaat ontstaan waardoor in Amsterdam zich de creatieve industrie, de kennisindustrie en de specialistische logistieke dienstverlening concentreert.

Gekwalificeerde mensen
De stad heeft behoefte aan goed opgeleide en gekwalificeerde mensen. De kloof tussen vraag en aanbod op de Amsterdamse arbeidsmarkt groeit. Daarom zorgt het college voor extra investeringen in, participatie aan en organisatie van het onderwijs. Gedacht kan worden aan het starten van nieuwe opleidingen, bijvoorbeeld voor handel en financiën, een havenvakschool en een opleiding waar de kunstensector en de games-industrie worden gekoppeld. Een goed leef en woonklimaat voor buitenlandse studenten en buitenlandse werknemers, is daarvoor van belang. De gemeente kan de start van dit verblijf al veraangenamen door onder andere vergunningen en huisvesting te regelen via één loket.

Schiphol als mainport
Verdere ontwikkeling van de economie vergt een bijdrage van Amsterdam aan een betere bereikbaarheid door te kiezen voor Schiphol als mainport, met mogelijkheden om delen van het vliegverkeer elders onder te brengen. Amsterdam werkt niet mee aan de privatisering van Schiphol en verkoopt haar aandelen niet. Synergie tussen de luchthaven en de Amsterdamse haven is een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor specialistische logistieke bedrijven. Daarom werkt het college aan het behoud van de werkgelegenheid in, de toegang tot en de bereikbaarheid van de haven. En daarnaast aan verbetering van de bereikbaarheid op de as Almere – Amsterdam – Schiphol.

Aantrekkelijke stad en regio
Amsterdam zet in op een aantrekkelijke stad en regio. Een goed voorbeeld zijn de kwalitatief hoogwaardige investeringen in de Zuidas, waar naast kantoren en congresfaciliteiten ook wordt gezorgd voor woningen, winkels en ontspanning. Internationale culturele toppers, zoals Rijksmuseum, Stedelijk Museum, Van Gogh Museum, Muziektheater, Muziekgebouw aan het IJ en Concertgebouw dragen sterk bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bewoners, bezoekers en bedrijven.
de kwaliteit van wonen en leven

Investeringen in de kwaliteit van wonen en leven (zoals groen, luchtkwaliteit, sportvoorzieningen) zijn bovendien belangrijke impulsen voor een uitnodigende stad. Een aantrekkelijk leefmilieu moet in een aantrekkelijk vestigingsklimaat resulteren. Dan wordt Amsterdam, ook voor de nieuwe economieën van India en China, bij uitstek de poort voor noordoost Europa.

Het college intensiveert de goede samenwerking met het bedrijfsleven. Onder andere als betrouwbare gesprekspartner en door het actief terugdringen van de bureaucratie. Serviceverlening en klantvriendelijkheid staan centraal. Zo worden voor specifieke bedrijven of groepen bedrijven vaste accountmanagers aangesteld.

In samenwerking met de stadsdelen gaat het college vergunningenprocedures en regels doorlichten, stroomlijnen en barrières afbreken. Dit gebeurt onder andere door het aanstellen van een regelregisseur met een breed mandaat.

Het Midden- en Kleinbedrijf en startende ondernemers zijn van groot belang voor Amsterdam. Daarom wordt ingezet op ruimte voor deze bedrijvigheid, en zal de verdere ontwikkeling van onder andere betaalbare bedrijfsverzamelgebouwen worden geïnitieerd.

Het College roept anderzijds ook het bedrijfsleven op tot maatschappelijke betrokkenheid en duurzaam ondernemerschap.

Terug naar het programakkoord