12 april 2006

1 -Veiligheid – programakkoord

‘In Amsterdam kun je zijn wie je bent en worden wie je wilt. Dat trekt mensen. Maar het karakter van de stad levend houden, gaat niet vanzelf. Veiligheid is een basisrecht, de publieke ruimte moet heroverd worden. Vrijheid is geen vrijbrief voor onverschilligheid of het juist willen beperken van de vrijheid van de ander.’

-Terug naar Programakkoord

1. Veiligheid
De komende jaren heeft veiligheid de hoogste prioriteit. Veiligheid is een basisrecht voor alle Amsterdammers. Amsterdam moet veiliger worden door preventie én repressie. Preventie is vooral van betekenis voor de jeugd: hoe eerder problemen worden gesignaleerd en opgelost, hoe beter. Ook nazorg voor gestraften is van belang om nieuwe strafbare feiten te voorkomen. De rol van buurtregisseurs is van groot belang, daarom wordt ernaar gestreefd het aantal buurtregisseurs fors uit te breiden.

Doelstelling is om de objectieve veiligheidsindex[1] in alle 78 buurten van Amsterdam in de periode 2006-2010 te verbeteren bij gelijkblijvend aangiftegedrag van burgers van gemiddeld 91 naar 85 in 2010. Die buurten die nu slechter dan het gemiddelde scoren, vragen om extra inspanningen.
De gemeente houdt vast aan het bestaande beleidskader voor cameratoezicht: cameratoezicht in de openbare ruimte staan we onder voorwaarden toe. Doel is het voorkomen van misdrijven en openbare ordeproblemen in delen van de stad, het verzorgen van adequate hulpverlening aan slachtoffers, het verhogen van het gevoel van veiligheid en de ondersteuning bij opsporing van strafbare feiten.
Preventief fouilleren en de mogelijkheid van toepassing van gezichtsherkenning zijn een vrije kwestie.

De aanpak van jongeren die zich stelselmatig schuldig maken aan strafbare feiten, de zogenoemde ‘harde kern-jongeren’ wordt met kracht voortgezet. De gemeente zal het aantal groepen die ernstige overlast veroorzaakt snel terugdringen. De stadsdelen krijgen daarbij ondersteuning van flexibel inzetbare teams. Deze teams kunnen snel ingrijpen bij jongeren uit de overlastgroep.
Ook komen wij met een plan om radicalisering vroegtijdig te signaleren en aan te pakken.
Wij gaan door met de aanpak van huiselijk geweld. Opvang, hulpverlening en nazorg aan slachtoffers wordt verder geïntegreerd, evenals preventie en hulp aan daders. Om meer zicht te krijgen op de aard en omvang van huiselijk geweld wordt gewerkt aan betere registratie. Ook hier is preventie een belangrijk onderdeel van het beleid.

Alle verslaafde veelplegers moeten van straat en worden geholpen. Drang en dwang worden gecombineerd. Elke verslaafde krijgt een individuele aanpak, waarbij het zorgaanbod beter gestroomlijnd wordt. De veelplegers krijgen begeleiding om hun reïntegratie effectiever te laten verlopen. Dit geldt ook voor wie een verblijf in de ISD (Inrichting Stelselmatige Dader) achter de rug heeft.

Misstanden in de prostitutie zullen intensiever worden bestreden. Hiervoor wordt de Van Traa-aanpak voorgezet en uitgebreid. Met de wet BIBOB in de hand wordt scherp naar vergunningverlening gekeken. De escort wordt in de APV vergunningplichtig gemaakt zodat de wet BIBOB kan worden toegepast.

Terug naar het programakkoord