30 juni 2009

Gran Kutu

Zaterdag 27 juni vond aan de vooravond van Keti Koti de eerste Amsterdam Gran Krutu plaats. Een Gran Kutu is oorspronkelijk een bijeenkomst van leiderschap zoals Marron en inheems gemeenschappen die beleggen in Suriname. Wethouder Freek Ossel sprak er over het slavernijverleden en het heden. Hieronder zijn verhaal.

Brada nanga sisa,

Leiderschap! Een meeting van leiderschap, dat is de oorspronkelijke betekenis van de Gran Krutu zoals Marron en inheemse gemeenschappen die beleggen in Suriname. De Vereniging Wi Sten wil een nieuwe dimensie geven aan de eerste Amsterdamse Keti-Koti Gran Krutu 2009.

Keti-Koti verdieping en verbreding naar moderne Amsterdamse gezichtspunten. Eerst herdenken wij het slavernijverleden, daarna volgt er een viering met alle Amsterdammers. Ik kan mij als wethouder van de stad Amsterdam vinden in dit uitgangspunt. 146 Jaar geleden werd de slavernij afgeschaft. Maar desondanks zijn de sporen nog lang niet uitgewist.

Mijn uitgangspunt is dat wij de lasten van het slavernijverleden moeten aanpakken zonder onszelf als nieuwe Amsterdammers in de slachtofferrol te plaatsen. Wij sluiten onze ogen niet voor dilemma’s en problemen die het gevolg kunnen zijn van het slavernijverleden. Mijn beleid is er op gericht om mogelijkheden te bieden om jezelf als Amsterdammer weerbaarder te maken.

Actief armoedebeleid zorgt ervoor dat mensen die op de grens leven middelen krijgen om te overleven, maar ik probeer vooral mensen sterk genoeg te maken om met een hengel zelf vissen te vangen. Amsterdam is het allerbeste in het geven van vissen. Maar ik vind dat het roer om moet: je moet die vis zelf binnenhalen!

Ook hier in Zuidoost vallen teveel mensen over de rand. U weet het, ik heb hier jaren gewerkt. Ik weet wat er speelt. Mensen willen uit de penarie en willen daar zelf hun steentje aan bijdragen. Ik wil dat mogelijk maken. Daarvoor is geld nodig, maar vooral op andere manier met armoede omgaan. Als je geen of weinig geld hebt, dan heb je het zwaar, maar koop dan ook geen dure dingen. Dan kun je misschien niet naar McDonald’s, maar moet je het geld in de school van je kind steken. Dat betekent dat je jezelf een ander gedrag moet aanleren in de omgang met geld. Goed burgerschap begint bij discipline. Ik wil daar met mijn beleid op inspelen en zal daarin aansluiting zoeken bij het beleid van het stadsdeel onder leiding van Elvira Sweet. En u weet, ik verkoop geen zoete broodjes.

Vorige maand vond de conferentie over de emancipatie van Surinaamse Amsterdammers plaats in het stadhuis. We moeten samen aan de slag, was de conclusie. Het begin daarvan is dat we open en eerlijk moeten zijn over wat er niet goed gaat. En daarna moeten de schouders eronder.

Ik ben daarom blij, maar ook zeer vereerd om op deze eerste Amsterdam Gran Krutu te mogen spreken. Ik ben het eens met de opvatting dat cultuur ook aan verandering onderhevig is. Aan verbreding toe is met respect en waardering voor het verleden. Dat past ook bij onze normen en waarden in de Amsterdamse samenleving. De Surinaamse inbreng leidt daarin tot een verrijking van het Nederlandse cultuurproces. Een ware melting pot.

Er is zojuist constructief gesproken over de verschillende thema’s die nu aan de orde zijn, over onderwijs, over jongeren, over het slavernijverleden. Ik hecht eraan dat jongeren een duidelijke positie krijgen in dit debat. Zij zijn immers onze toekomst. Maandag 27 juni 2009 zal ik op de Jeugdtop in Den Haag het Actieplan Jeugdwerkloosheid lanceren waarin de positie van de jongeren wordt versterkt: iedere jongere moet aan het werk. De positie van de jongeren, ook die met een diploma, moet worden versterkt.

Het slavernijverleden leeft bij de nazaten van de slavernij en zal ook bij de bewoners van onze stad een plek moeten vinden. De vraag is: hoe doe je dat? Als wethouder Diversiteit van deze stad ben ik zelf de vrucht van een mix van Ghanees, Chinees, Nederlands bloed. Ik weet hoe culturen samenkomen. Voor onze stad, voor de Amsterdammer, zie ik het slavernijverleden graag op een moderne manier opgenomen worden in de Amsterdamse samenleving. Dat betekent dat de nazaten burgers zijn die prat gaan op de diversiteit in hun stad. Die meedenkt met zijn stad. Die solidair is met de mensen om hem heen. En die de gevoelens van de ander weet te respecteren.

De uitdaging ligt hem in de vraag: hoe doe je dat? Hoe word je die moderne Amsterdamse burger die trots is op zijn verleden. Die de lessen van het slavernijverleden op een vruchtbare
manier weet te gebruiken in de moderne maatschappij. Een gedeeld verleden met gedeelde kennis.

Ligt het antwoord in de trots op het eigen slavernijverleden en de trots om dat verleden op een respectvolle manier een plaats te geven in de Amsterdamse maatschappij en aan de Amsterdammers? En als je praat over identiteit, hoe ziet de toekomst van het slavernijverleden eruit? Wat is de inbreng van de nazaten van de slavernij? Hoe laat je geheel Amsterdam, heel Nederland Keti-Koti meevieren zonder jezelf als nazaat als slachtoffer op te stellen?

Leiderschap gaat over verbinden. Je mag kritiek op elkaar hebben. Je mag van mening verschillen. Maar de echte leider weet een brug te slaan tussen de verschillende inzichten. Die verbinding is nu nodig aan de vooravond van Keti-Koti. Onze jongeren spelen daarin een belangrijke rol. Zij zijn onze toekomst. En willen wij Keti-Koti met alle Amsterdammers herdenken en vieren, dan zullen wij inzicht in en begrip voor elkaars standpunten moeten hebben.

Freek Ossel


Achtergrond Gran Krutu

Een Gran Krutu is een meeting van leiderschap zoals de inheemse en marrongemeenschappen in Suriname beleggen om belangrijke besluiten te nemen.

Tijdens een dergelijke bijeenkomst komen vaak de dorpsoudsten en wijzen bijeen. Zij hebben vaak een belangrijke stem bij het nemen van besluiten. Zij adviseren de Granman, het dorpshoofd, en andere leiders van zo een stam. Er zijn voor bepaalde krutu’s. Speciaal daarvoor ingewijden voeren dan de rituelen uit.

Een Gran Krutu op zich waar bijvoorbeeld het opperhoofd, de Granman, aanwezig is, is heel indrukwekkend om mee te maken. Rechtstreeks communiceren, praten, vragen stellen aan de Granman kan niet. Dat gaat altijd via een van zijn kapiteins, basja’s. Maar wel democratisch. Door vele Amerikaanse antropologen bestudeert en beschreven. Vincent Price cs.