28 april 2009

Registratie op afkomst is zelden relevant

De criminaliteit daalt niet als de politie voortaan de afkomst van verdachten noteert. Het gevaar schuilt in een link tussen afkomst en criminaliteit: het leidt onherroepelijk tot stigmatisering, en alle risico’s die daarmee samenhangen.

Het benoemen van afkomst bij criminaliteit zorgt voor heftige discussies in de samenleving. Het was weer even een kwestie toen de politie vorige maand de etnische achtergrond bekendmaakte van –naar later bleek onschuldige– verdachten van een mogelijke terroristische aanslag. Het speelde ook op het partijcongres van de PvdA, waar gediscussieerd werd over de noodzaak van het vaststellen van herkomst of achtergrond voor politiewerk en hulpverlening. Tegen de zin in van het partijbestuur schrapten de leden de zin dat etnische registratie noodzakelijk kon zijn.

Het is jammer dat die discussie zo snel is gestopt, want het gaat om een fundamentele kwestie.

Afkomst en herkomst zijn vage termen: is het de buurt waar je woont, of het land waar je grootouders wonen? Gaat het over de crimineel, of over diens voorouders? Of over een etnische groep? Tot hoeveel generaties terug gaat de afkomst of herkomst voor registratie?

Het gevaar schuilt in een link tussen afkomst en criminaliteit: het leidt onherroepelijk tot stigmatisering, en alle risico’s die daarmee samenhangen. Op basis van bestaande registratie is al bekend dat bepaalde bevolkingsgroepen oververtegenwoordigd zijn. Dat is genoeg, het apart registreren van personen binnen die groep zal daar niets aan toevoegen. De vraag is eerder hoe het komt dat bepaalde groepen zijn oververtegenwoordigd. Het antwoord komt er niet door meer kennis te vergaren over de voorouders.

Een tweede gevaar van etnische registratie is de roep om straffen die gerelateerd zijn aan een etnische afkomst, zoals ’vernederen’ of naar ’het land van herkomst’ sturen. Hierbij wordt de Grondwet en het strafrecht geweld aan gedaan, omdat er onderscheid tussen Nederlanders wordt gemaakt. Straffen horen op basis van het delict te worden opgelegd en niet op basis van de afkomst.

Kennis voor criminaliteitsbestrijding en preventie is welkom, ook kennis over de achtergrond van mensen. De hamvraag is: wat is relevante kennis?

Bij opsporing is afkomst relevant voor het signalement. Maar alleen als overduidelijk is dat het om bijvoorbeeld een Marokkaan of een Engelsman gaat, kan zoiets specifieks in de opsporing worden
gezegd. Anders zouden uiterlijke kenmerken en bijvoorbeeld de taal omschreven moeten worden.

Kennis van afkomst of herkomst is uiteraard relevant bij bestrijding van internationale criminaliteit, zoals mensenhandel en drugssmokkel en bij terrorisme en radicalisering. Vaak bestrijken het criminele
speelveld en netwerk namelijk die landen waar de crimineel banden mee heeft en biedt het aanknopingspunten voor bijvoorbeeld de douane. De vraag is of bestaande registraties van nationaliteit(en) daarbij volstaan.


Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Trouw op 28 april 2009