5 vragen aan Wethouder Herrema over Short Stay
In maart 2007 bracht de PvdA het Short Stay beleid onder de aandacht van het College van B&W. Het Short Stay beleid regelt de verhuur voor minder dan zes maanden in Amsterdam. De behoefte aan duidelijkheid op dit terrein is groot. Dit geldt zowel voor huurders, verhuurders als de gemeente. Het gemeentelijk Short Stay beleid is ontwikkeld om ruimte te geven aan verhuurders om op legale wijze structureel te verhuren voor korter dan zes maanden. Het beleid ligt nu voor aan de gemeenteraad. De webredactie stelde wethouder Tjeerd Herrema van Volkshuisvesting hierover vijf vragen.
1. Wat is short stay precies?
‘Short Stay betekent dat een woning voor een periode korter dan zes maanden mag worden verhuurd. Korter dan één week is niet toegestaan, want dan is er sprake van een hotel en daarvoor geldt andere regelgeving. Volgens de huidige regels is Short Stay niet toegestaan. Dat is een tekortkoming, want de vraag ernaar is groot. En als je de ambitie hebt om in de top 5 van de Europese vestigingssteden te staan, dan is een goede regeling voor short stay verblijf een noodzakelijke voorwaarde. Met dit voorstel dienen we de economische belangen van Amsterdam, zonder de reguliere woningzoekende tekort te doen. Het georganiseerde bedrijfsleven steunt deze voorstellen.’
2. Short stay appartementen zouden woningen onttrekken aan de woningvoorraad. Klopt dit?
‘Ja, het nieuwe beleid maakt het mogelijk om woningen voor dit doel te onttrekken aan de woningvoorraad. Maar het gaat om een kleine hoeveelheid woningen, er is een quotum. Bovendien wordt het alleen toegestaan in woningen met een huur boven de huurliberalisatiegrens (142 punten, 631,73 euro). Op deze manier bieden we ruimte aan mensen die tijdelijk in Amsterdam verblijven maar kunnen we ook de woningmarkt blijven beschermen’.
3. Moet er een vergunning worden aangevraagd voor het aanbieden van tijdelijke woningen? Mag iedereen zo’n vergunning aanvragen?
‘Ja, de eigenaar die zijn woning voor Short Stay wil verhuren, moet een vergunning aanvragen. Naar aanleiding van een goed gesprek met het georganiseerde bedrijfsleven heb ik het besloten het voorstel dat er lag op een paar punten aan te passen. Een vergunning wordt verleend voor een periode van tien jaar, dat was twee keer vijf jaar. Er wordt geen financiële compensatie gevraagd voor de woningonttrekking (was 1,2% van de WOZ waarde) en een vergunning wordt zaakgebonden zodat deze kan worden overgedragen aan de volgende eigenaar. Met deze wijzigingen wordt een vergunning dus goedkoper en heeft de eigenaar langer de mogelijkheid zijn woning voor Short Stay te verhuren. De kosten voor een vergunning zijn met het huidige economische klimaat niet langer gewenst. We willen het immers mogelijk én gemakkelijk maken’.
4. Verwacht u dat met dit nieuwe beleid ook de handhaving in de hele stad op dezelfde manier wordt uitgevoerd?
‘Als je beleid vaststelt moet je ook handhaven als iemand zich niet aan de spelregels houdt, dat lijkt me evident. Maar we starten geen klopjacht, onze prioriteit ligt op dat gebied meer bij misbruik van sociale huurwoningen (actie Zoeklicht) en het opsporen van illegale hotels bijvoorbeeld. We streven ernaar om Short Stay per zomer 2009 mogelijk te maken, pas daarna is handhaving aan de orde. Ik vind het van belang dat dit eenduidig gebeurt. Het kan niet zo zijn dat elk stadsdeel de handhaving anders oppakt. Wat mij betreft komt er een gemeenschappelijk handhavingsteam. Om ervoor te zorgen dat ook stadsdelen die zich niet aansluiten bij dit team op een zelfde manier handhaven stelt het College van B&W een handhavingsprotocol vast’.
5. Er is geen sprake meer van een toeristisch verblijf als iemand langer dan één week in Amsterdam verblijft. Toch moet er een toeristenbelasting worden betaald. Waarom is dat?
‘De term toeristenbelasting is enigszins misleidend. Een beter woord is verblijfsbelasting want iedereen die als niet-ingezetene in Amsterdam verblijft moet deze belasting betalen. Je levert op deze manier een bijdrage aan ‘het gebruik van de voorzieningen van de stad’. Dit geldt dus ook voor de short stay doelgroep. Tenzij je ingeschreven staat, dan betaal je gewoon dezelfdebelastingen als elke Amsterdammer.’