5 januari 2009

Emanciperen en verheffen: Onverminderd actueel

Voorzitter,

Vaak wordt mij gezegd dat het wel druk zal zijn om voor de klas te staan én gemeenteraadslid te zijn. Dat is ook zo, maar ik zou niet anders willen, want die combinatie is ongelofelijk boeiend. De jongeren in de klas zijn onze toekomst. En die toekomst is hoopgevend. De leerlingen bruisen van het leven en de creativiteit. Ze zoeken naar identiteit en experiment. En dat is niet alleen op de school in Zuidoost waar ik lesgeef, maar op vele andere scholen in Amsterdam.

Het Amsterdam dat ik in mijn klas zie, is het Amsterdam dat ik in mijn raadswerk centraal stel. Een stad met perspectief en een bloeiende stad.

En ook een ongedeelde stad, een speerpunt van deze coalitie. In die ongedeelde stad is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Extra geld naar kinderen door het programma Kinderen Eerst, meer aandacht en geld voor armoedebestrijding en het programma WIJ Amsterdammers voor de sociale cohesie. De afgelopen twee jaar is er hard gewerkt aan de uitvoering van deze programma’s door dit college. Ik ben dan ook trots op deze wethouders.

U verwacht van mij natuurlijk een positief verhaal. De PvdA bestuurt immers al jaren in Amsterdam en wij geloven in maakbaarheid van de samenleving. Dat positieve verhaal kan ik ook houden. Over Amsterdam Topstad, daling van de werkloosheid, en Amsterdam als een van de meest aantrekkelijke steden ter wereld om te wonen.

Anderzijds kan ik jullie verrassen door een realistisch, maar vrij somber verhaal te vertellen over de verwachting van de tweedeling die toeneemt, sociaal cultureel en sociaal economisch. Maar dan vinden jullie de PvdA weer te defaitistisch.

Het enige juiste verhaal is een verhaal waarin beide kanten terug komen. We zijn bezig om de stad te creëren waarin jonge ambitieuze Amsterdammers alle kansen krijgen die ze nodig hebben om zich volledig te ontplooien. Aan de andere kant gaat het niet overal goed genoeg. Er zijn gezinnen waarvan de kinderen niet de kansen krijgen die ze verdienen.

De berichten van de afgelopen maanden zijn dubbelzinnig. Aan de ene kant werden we geconfronteerd met een falende jeugdzorg en de toenemende sociaal-culturele kloof tussen de verschillende bevolkingsgroepen in onze stad. Ik vind dat frustrerend. Aan de andere kant stijgt het gemiddelde inkomen van de Amsterdammers en daalt het aantal overlastgevende hanggroepen in Amsterdam. Bovendien blijkt uit de staatjes van de afgelopen maanden dat Amsterdam een van de meest geliefde plekken ter wereld is om te wonen en om te werken en dat veel mensen steeds meer tevreden zijn over in woonsituatie en hun wijk. Ook dat zijn zaken die we niet moeten vergeten.

Hier zit een college, met zeer capabele wethouders. Er gaan veel zaken goed, zodat we trots kunnen zijn op Amsterdam. Maar de taak van een sociaal democratische partij is wel om te zorgen dat het goed gaat met hele stad. Dat iedereen mee profiteert van de mooie kanten van Amsterdam. Dat kan beter.

De PvdA-fractie diende de afgelopen twee jaar eigen initiatieven in, juist ook voor de groepen die daarmee blijven worstelen en het moeilijk hebben. Onze motie voor een superteam schuldhulpverlening heeft ertoe geleid dat nu bij 8 van de 10 schuldhulpbureaus huisbezoeken en begeleiding voor afhakers plaatsvindt. Er is uitbreiding van de straatcoaches over de hele stad. Gezinscoaches, die de begeleiding van een multiprobleemgezin op zich nemen. Een aanpak tegen radicalisering en voor ‘met elkaar in gesprek gaan’. Deze voorstellen zijn noodzakelijk om te zorgen dat Amsterdam ook voor deze groepen een geweldige plek wordt om in te wonen en waar gelijke kansen worden geboden. Maar deze voorstellen zijn nog niet genoeg geweest.

De resultaten van Operatie Frankenstein hebben een chaos bij de begeleiding van onze jongeren aan het licht gebracht. Een chaos die de PvdA-fractie al eerder aanstipte in haar notitie over jeugd en veiligheid. Bij bureau Halt is er onvoldoende meetbaar effect. Bij de jeugdreclassering valt de helft terug in oud gedrag en 85% heeft weer politiecontact. Nog steeds zijn er in sommige gezinnen 10 tot 20 hulpverleners actief. Zij zijn allemaal eigenaar van slechts een gedeelte van het probleem, waardoor het totale probleem alleen maar groter wordt. Zo wil ik het niet, zo willen wij het niet. De onderzoeken van mijn college en de Rekenkamer tonen aan hoe belangrijk het is dat we daadwerkelijk helder, eenduidig en efficiënt te werk gaan in de hulpverlening.

Het is een risico, maar ook een zegen, dat wethouder Asscher deze problemen, die overal in het land spelen, in Amsterdam open en bloot op tafel legt. Nu moeten we wel zorgen dat dit zo snel mogelijk tot resultaten leidt. De organisaties moeten eindelijk gaan samenwerken in één systeem met één eindverantwoordelijke, bijvoorbeeld de gemeente, zoals ik samen met Jesse Bos ook al enkele maanden geleden heb bepleit. Een eenduidige Amsterdamse aanpak.
Dit lerend vermogen is ook belangrijk als het gaat om de strijd tegen de tweedeling. We weten dat het complex is. Extra geld zal helpen, maar dat is zeker niet de enige oplossing.

Helaas staat de gemeente er juist nu financieel minder goed voor dan een jaar geleden. Tegenvallers bij de Noord-Zuidlijn. Het Afvalenergiebedrijf verbrandt dan wel afval maar produceert nog geen kilowatt aan energie. Het schijnt ons geen geld te kosten, maar desondanks krijgen we natuurlijk wel minder geld binnen dan begroot.

We lijken te worden ingehaald door statistische en demografische trends, maar ik heb een aantal sociaal-democratische idealen waar ik voor blijf gaan. Problemen in de uitvoering moeten we overwinnen om te komen tot een ongedeelde stad.
Dat moeten we wel doen, zonder dat we die Topstad laten varen, zonder dat het toerisme terugloopt en zonder dat we wegvallen uit de staatjes van aantrekkelijke woon-werk steden. We gaan de statische werkelijkheden en demografische trends dus niet lijdzaam ondergaan, maar we gaan met noeste arbeid zorgen dat de emancipatie aan de onderkant van Amsterdam doorzet.

De opdracht voor dit college en de raad, wordt daarmee moeilijker, maar dus ook interessanter: zoek naar verbindingen, zoek naar andere probleem-eigenaren om door te pakken, spring over uw eigen denkkaders en regelzucht heen. Een uitdaging is dat tegenwoordig in managementtaal.

Voorzitter,
Als ik voor de klas sta, dan ga ik ervoor dat al mijn dertig leerlingen hun eindexamen halen. Sommigen zal het niet in één keer lukken, maar die motiveer ik dan om het de tweede keer wel goed te doen. Ik wil iedereen binnenboord houden en volgens mij is dat de enige manier om tot een zo hoog mogelijk slagingspercentage te komen. Voor de stad geldt hetzelfde. Als we accepteren dat mensen hun talenten niet ontwikkelen, dan zullen ze die niet ontwikkelen. Als we niet samen met de Amsterdammers aan de onderkant vechten voor een beter bestaan, dan blijft dat betere bestaan ook voor hun kinderen onbereikbaar!

Ik kies dus voor twee sporen. Blijven inzetten op de groei en bloei van Amsterdam, maar daarnaast de trend keren als het gaat om alle Amsterdammers die nu nog achterblijven. Als we daarop inzetten kunnen we over tien jaar trots terugkijken, net zoals sociaal democraten na de invoering van de acht-urige werkdag, sociale woningbouwprojecten, de AOW en de bijstand trots terug konden kijken op een socialer, eerlijker Nederland waarin meer Nederlanders hun kansen konden grijpen.
Een aantal Amsterdammers die hebben geprofiteerd van die emancipatieslag, zijn nu een trots onderdeel van de PvdA-fractie.

Mijn fractie zit vol met eigenzinnige types die zichzelf hebben geëmancipeerd omdat ze de kans kregen en bovenal die kans ook zelf hebben gegrepen, soms met hulp van anderen. Neem bijvoorbeeld de zoon van een melkboer. Nu politiek dier en vastgoedspecialist. Of de vrouw die opgroeide in Overtoomse Veld en na een carrière in de gezondheidszorg, haar eigen bedrijf runt. Of de man die opgroeide in de volksbuurt Bos en Lommer, nu een wereldwijd gerespecteerd viroloog in het AMC. Kinderen van eerste generatie migranten, nu klaar met hun opleiding en midden in de Amsterdamse samenleving, waar ze ook geboren en getogen zijn. Vrouwen dit hier zijn gekomen vanuit een voormalig Yoegoslavië of uit Suriname en nu een nieuw, zelfstandig leven opgebouwd hebben in Amsterdam. En zo kan ik nog even doorgaan.

Emancipatie en verheffing zijn onverminderd actueel. De eerste stap wordt gezet door te zeggen wat er fout is gegaan. We slagen erin armoede te verlichten. Maar onze missie is armoede te bestrijden. We slagen erin heel veel jongeren hulp te bieden. Maar onze missie is het die jongeren echt te helpen, We slagen erin veel Amsterdammers uit de uitkering te halen. Onze missie is het Amsterdammers ook echt aan het werk te helpen.

Tenslotte, na deze les sociaal democratie over een ongedeelde stad een waarschuwing. Wij kunnen het hier in de stopera niet alleen. Het moet samen met alle Amsterdammers. Wij kunnen als politici weliswaar de randvoorwaarden scheppen voor een solidair Amsterdam, maar we kunnen niet zorgen dat Amsterdammers ook daadwerkelijk gaan samenleven. We kunnen gemengd bouwen, maar we kunnen er niet voor zorgen dat mensen buiten hun eigen groep hun vrienden zoeken. We kunnen zorgen voor gelijke kansen, maar we kunnen niet voorkomen dat sommige scholen zwart en sommige scholen wit zijn. Tenslotte kunnen we er alles aan doen om radicalisering en excessen tegen te gaan, maar kunnen we er niet voor zorgen dat Amsterdammers elkaar vertrouwen in plaats van wantrouwen. Het is dus niet alleen een kwestie van geld, van beleidsplannen, maar ook van mentaliteit in heel Amsterdam. Hier in de Stopera en buiten op straat, in de grachten, Noord, en de Zuidas, waar zo ik las vastgoedmagnaten wonen.

Een mentaliteit van vastberadenheid is dus wat we nodig hebben. Een vechtersmentaliteit in de politiek om de juiste kaders te scheppen, een vechtersmentaliteit in de stad om te zorgen dat onze stad zich niet verdeeld in 171 kleine Amsterdams.

Voorzitter, ik rond af, het gaat goed met Amsterdam, maar het kan nog veel beter. U zult er, college, daarom nog drie scheppen bovenop moeten doen. Als Amsterdam moeten we vastberadenheid tonen. Voor volgend jaar betekent dat concreet
1.Dat de plannen die er al liggen voor armoedebestrijding, huisbezoeken, aanpak overlast en beter onderwijs sneller en beter moeten worden uitgevoerd.
2.Dat we de begeleiding van onze jeugd volgend jaar stap voor stap helder en eenduidig moeten inrichten. Eén begeleider per gezin die alle problemen oppakt, betere nazorg na justitiële trajecten en meer aandacht voor preventie.
3.Zorgen dat het cement van een ongedeelde stad: onderwijzers, politieagenten en verpleegkundigen hier graag en langdurig wil blijven werken en niet kiest voor een baan buiten Amsterdam. Hierdoor bouwen deze professionals extra ervaring op met het werken in een grote stad en kunnen ze onze kinderen nog beter de kansen geven die ze verdienen, buurten rustig en veilig houden voor alle Amsterdammers en zorgen voor de beste zorg in Nederland.

En omdat voor dit soort voorstellen vaak toch ook geld nodig is, zijn wij niet bang om nog eens goed naar onszelf, de gemeente te kijken om te kijken waar het minder kan. De broekriem in de Stopera moet worden aangetrokken, zodat er minder geld wordt besteed in het stadhuis en meer geld kan worden uitgegeven aan de stad. Daarmee geven we het goede voorbeeld aan de Amsterdammer.

We moeten vandaag en morgen de stappen zetten om te zorgen dat de emancipatieslag door Amsterdammers in een moeilijke positie wordt gemaakt, om te zorgen dat we over tien jaar niet tegen een gesegregeerde stad aan kijken. Onze voorstellen zullen ook niet de alomvattende oplossing zijn. Maar ze zijn wel onderdeel van die oplossing. Zij zijn onderdeel van de vele stappen die we de komende jaren nog moeten zetten. Net zoals een leraar die jaar na jaar weer dertig nieuwe gezichten voor zich ziet en ook deze dertig nieuwe gezichten weer zo goed als het kan, met zoveel mogelijk inzet, moet begeleiden naar hun eindexamen en ticket naar de toekomst. Hun toekomst en de toekomst van Amsterdam.

Speech Voorjaarsnota 2008
Manon van der Garde
Amsterdam 25 juni 2008
– Gesproken woord geldt-