Wethouder Ossel stopt na verkiezingen
PvdA-wethouder Freek Ossel (wonen en armoede) stopt na de gemeenteraadsverkiezingen. ‘Mijn taak zit erop’.
Allereerst de vraag: waarom?
‘Zes jaar is een mooie periode waarin ik echt het verschil heb kunnen maken. Als ik nog een termijn door zou gaan, zou ik voor de volle vier jaar beschikbaar willen zijn. Dan haak ik niet tussentijds af. Nog vier vind ik net te lang. Het is tijd voor een nieuwe generatie.’
‘Toen ik begon was ik echt een nieuwkomer en ik ben de PvdA heel dankbaar dat ik destijds ben gevraagd. Lodewijk Asscher vroeg me en met hem wilde ik heel graag samenwerken. Zijn stijl sprak me zeer aan. Ook kreeg ik een hele sociale portefeuille. Werk- en armoedebeleid. Daar heb ik me altijd mee bezig gehouden en ik vond dat het beter kon. Dus was het een hele mooie kans om dat in de praktijk te brengen en het armoede-beleid strakker en socialer te regelen.’
Waar bent u nu het meest trots op?
‘Armoedebeleid is veel breder geworden. Het gaat niet langer alleen om financiële ondersteuning, maar ook om bijvoorbeeld de ‘Samen Doen’-aanpak van wethouder Pieter Hilhorst, om het verbeteren van onderwijs of het aanpakken van obesitas.’
‘Wij zorgen voor de basis. Door onder meer schuldhulpverlening, signalering, preventie, omscholing en het aanpakken van bedrijven. We doen het sneller en beter.’
Noem eens één concreet resultaat?
‘Dat is toch de stille revolutie in de schuldhulpverlening. Dat ging helemaal niet goed. Het was iets van: kom maar naar ons met je hulpvraag. Maar liefst driekwart viel vroegtijdig uit. Nu doen we dat anders. Met snelle signalering en een goede individuele begeleiding. Een zzp’ er krijgt nu heel andere begeleiding dan iemand die al jaren in de schuldverlening zit. En dat zonder wachtlijsten. Daar mogen we als PvdA heel trots op zijn.’
U heeft niet alleen armoede in uw portefeuille, maar ook dat andere Amsterdamse hangijzer: wonen. Wat heeft u daarop bereikt?
‘Ja en vergeet niet dat wonen en armoede ook nog eens een belangrijke link hebben. Wonen betaalbaar houden en zorgen dat mensen niet te lang met huurachterstanden blijven zitten is ook een belangrijke vorm van armoede-bestrijding.’
‘Wonen is natuurlijk een ongelooflijke combinatie van emotie en techniek.Er is nu een strijd gaande op twee punten. Dat is de betaalbaarheid van woningen en het blijven investeren in de leefbaarheid van wijken. Dat laatste wordt heel moeilijk gemaakt door de plannen van minister Blok en daarvoor minister Donner. We doen er alles aan om dat te veranderen. Corporaties moeten blijven investeren anders komt de leefbaarheid in het geding.’
‘Verder investeren we volop in startersleningen en verbouwen we leegstaande complexen voor ouderen en kantoren tot jongeren- en studentenwoningen. Dat zorgt voor 2.000 woningen. Ook maken we woningruil makkelijker. Veel mensen wonen in te grote woningen, maar durven niet te ruilen, omdat ze anders direct een donnerpunt aan hun broek krijgen. De doorstroming moet omhoog.’
Als wethouder kent u de stad natuurlijk als geen ander. Iedereen is altijd op zoek naar de nieuwe leukste wijk. Welke buurten tipt u?
‘Haha, de westkant Indische Buurt gaat al heel goed, maar ik weet zeker dat nu ook het oosten van de Indische Buurt gaat komen. En in Zuidoost de wijk Heesveld. Daar is echt een kolonie van artiesten aan het ontstaan. Heel leuk en heel spannend. En het ligt voor de hand om te zeggen, maar ik denk dat de upgrade van west zich gaat doorzetten. Ik heb heel veel hoop voor de Kolenkit. Er zijn gewoon heel veel groeibriljantjes in de stad. Kijk maar naar de Van der Pek-buurt in Noord.’
Wat gaat u het meeste missen na uw vertrek?
‘De werkbezoeken. Gewoon met mensen praten. En als je na heel lang werken, merkt dat er iets samenkomt. Dat had ik deze week nog toen we eindelijk het gratis ov voor oudere minima regelden. Dat is echt een PvdA-plan, waar uiteindelijk de hele raad achter is gaan staan. Dat vind ik heel mooi.’
En dan uiteraard ook de vraag; wat gaat u juist niet missen?
‘Oei, dat is heel erg. Als je daar iets over zegt, lijkt het of je dat niet belangrijk vindt, maar dat is niet zo. Laat ik de haven zeggen. Dat heeft vanaf het begin in mijn portefeuille gezeten. Die is nu verzelfstandigd, die nieuwe sluis gaat er komen. Ze gaan nu aan de gang en dat heeft heel veel tijd gekost. Dat is nu afgerond.’
U bent straks zes jaar wethouder geweest, toch bent u niet de allerbekendste stadsbestuurder. Wat vindt u daarvan?
‘Ach. Politici komen in soorten en maten. Ik ben wellicht niet het type dat het meest op de voorgrond treedt of van de daken schreeuwt. Noem mij maar een verbinder. Ik praat met mensen, met organisaties, zoek ze op om gezamenlijk tot resultaten te komen.’
Weet u eigenlijk al wat u hierna wilt doen?
‘Nee. Ik ben heel slecht in afscheid nemen. Er is altijd nog zoveel dat je wilt doen. Ik wil dit heel goed afmaken en volop meedoen aan de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen. Daarna sluit ik mijn politieke leven af en word ik weer gewoon burger.’