Hilhorst: ‘niet wegkijken, erop af, bondgenoten zoeken’

Pieter Hilhorst is de enige kandidaat-lijsttrekker van de PvdA Amsterdam bij de gemeenteraadsverkiezingen. Er komt geen open voorverkiezing. Toen vanmorgen om 09.00 uur de aanmeldingstermijn sloot, was er namelijk maar één aanmelding. Hilhorst (47) presenteerde zijn kandidatuur afgelopen week.

Opgelucht dat u niet de strijd hoeft aan te gaan?

‘Integendeel. Ik keek juist enorm uit naar een mooie strijd. Ik wil graag lijsttrekker worden van de Partij van de Arbeid en vind het een grote eer dat ik dat geworden ben, hoewel de ALV natuurlijk officieel het laatste woord heeft. Maar ik was en ben een groot voorstander van de open voorverkiezing. Dat is een prachtige manier om meer Amsterdammers en partijleden bij de stad te betrekken. Dus is het jammer dat dit nu niet doorgaat.’

 Het goede nieuws is wel dat u nu een vrije zomer heeft.

‘Zeker niet. Ik wil de belofte die de open lijsttrekkersverkiezing had op een andere manier waarmaken. Ik wil zo veel mogelijk Amsterdammers bereiken. In mijn toespraak bij mijn kandidaatstelling heb ik gezegd: ‘niet wegkijken, erop af, bondgenoten zoeken’. Dat is wat ik ga doen. Daarom trek ik de stad in. Om met bedrijven, maatschappelijke organisaties, bewoners en andere Amsterdammers te praten. Om van ze te horen wat ze bezig houdt en te vertellen wat mijn visie voor de stad is. Ook wil ik aan zoveel mogelijk PvdA-leden vragen hoe ik dat kan bereiken. Zo creëren we een beweging.’

Wat is dat voor een beweging?

‘Uiteindelijk moet je in tijden van crisis een beroep doen op de menskracht van Amsterdammers. We hebben nu eenmaal minder geld, dan moet je mensen des te meer overtuigen en in beweging brengen door je idealen. Als je ziet hoeveel initiatieven er in Amsterdam zijn. Dat zijn mensen die zich niet bij een bepaalde situatie neerleggen. Die mensen wil je mobiliseren. Vaak zijn ze wel maatschappelijk, maar niet politiek bezig. Er zijn ongelooflijk veel mensen die iets willen doen voor Amsterdam. Als we die kracht weten te mobiliseren, maken we van Amsterdam een stad van ongekende mogelijkheden voor iedereen.’

Nu kunt zich helemaal op de verkiezingen richten. Waar gaan die volgens u over?

‘Zoals ik ook in mijn toespraak afgelopen dinsdag zei, zijn er drie essentiële punten. Op nummer één staat absoluut de jeugdwerkloosheid. We hebben nu 14.000 jongeren die op de reservebank zitten te verpieteren. Jongeren tot 27 jaar moeten of op school zitten of een baan hebben. Of ze moeten een startersstage  van een half jaar volgen. We moeten allerlei onorthodoxe maatregelen nemen, we zijn daar al enorm succesvol in. In de laatste 5 jaar is de schooluitval met 40% gedaald. Die voortrekkersrol moeten we behouden

Het andere gaat over onderwijs. We moeten in Amsterdam al het talent dat we hebben benutten, daarvoor moeten we het beste onderwijs hebben. Kinderen die een taalachterstand hebben, moeten we zo vroeg mogelijk helpen, zodat ze niet de rest van hun leven achterop raken.

En ook de woningmarkt in Amsterdam is cruciaal. Mensen moeten acht jaar op een betaalbare woning wachten. Gezinnen met kinderen die in een kleine woning zitten komen niet verder  omdat ze te veel verdienen voor een sociale woning maar te weinig voor een hypotheek. Starters willen best een huis kopen, maar kunnen geen hypotheek krijgen. Daar moeten we wat aan doen.’