De PvdA gaat aan kibbelen ten onder
Els Iping, stadsdeelvoorzitter van Amsterdam-Centrum: ‘De één noemt het kibbelen, de ander debat. Op zich is dat niet erg, maar ik mis een of twee personen die lijn en richting geven aan het debat.’
Mei Li Vos, PvdA Kamerlid: ‘Het is des PvdA’s dat wij de eersten en besten zijn met kritiek op onszelf. Hoort bij onze calvinistische, zondig-ras-der-reformisten en recht-voor-z’n-raap partijcultuur. Ook al zouden we het willen – omwille van onze lieve vrede onderling even onze kritiek niet met de was buiten te hangen – dat zal ons niet lukken. Leidt alleen maar tot nog meer zelfkritiek. Ik zie het zelf wat optimistischer, ook vanuit mijn Bourgondische aard: ondanks juist 60 jaar hevige zelfkritiek bestaan we nog steeds en werden we blijkbaar beter, in ieder geval niet slechter van onze zelfkastijdingen. Nu nog wat doen met die kritiek, want we moeten er inderdaad wel beter van worden.
Margot Kraneveldt, PvdA-(en oud LPF)kamerlid: ‘Daar lijkt het helaas soms wel op, ja. En daar baal ik enorm van. Als je als PvdA al ten onder zou gaan, doe ik dat liever positief en strijdbaar, dan door het maken van ruzie en het bekritiseren van collega’s. Maar natuurlijk gaan we NIET ten onder! We gaan er met z’n allen voor zorgen dat dat niet gebeurt, en daar hebben we iedereen bij nodig, ook (of misschien wel juist!) de partijcoryfeeën van weleer, die veel te danken hebben aan de PvdA. Dus: hou op met zeuren en beschuldigen en zet al je kennis en ervaring in voor de partij, zodat mensen weer kiezen voor de PvdA in 2011!’
Hans Spekman, PvdA Kamerlid: ‘Totaal mee oneens. Gevechten over de koers van de partij worden altijd openlijk gevoerd en dat is goed. Het is een onderdeel van onze waardevolle partijtraditie. Het moet, vind ik, alleen wel ergens toe leiden. Tot een gedragen koers en vervolgens een eenduidige uitvoering van een wat langere adem. Discussies over personen vind ik totaal oninteressant. De kracht van de partij wordt niet bepaald door hotemetoten die per definitie passanten zijn. Hotemetoten leveren ten hoogste een plus op voor de korte termijn. De kracht van de partij is de kracht van de beweging. Een beweging die midden in de samenleving staat. Een beweging die weet te inspireren en die als eerste ziet waar het niet goed gaat en dan weet in te grijpen. We moeten niet luchtig doen over het ongenoegen wat dan weer door de één en morgen weer door de ander wordt gekanaliseerd. Het vinden van het vertouwen voor de lange adem is onze opgave. Anders gaan we als land aan hyperigheid ten onder, en als we ten onder gaan dan weet ik welke mensen het meest geraakt worden: de allerkwetsbaarste.
Michiel Mulder, PvdA raadslid in Amsterdam: ‘Het is goed dat de PvdA een debatpartij is. Dit geeft de partij op lange termijn een levensgrote voorsprong op veel andere partijen, zoals de PVV en TON, die überhaupt geen leden hebben. Zolang de leiders blaken van gezondheid en geen fouten maken kan dat werken, maar op de lange termijn zullen de ledenloze partijen verdwijnen. De SP met Jan Marijnissen heeft weliswaar in naam een democratische structuur, maar in de praktijk siddert en beeft iedereen voor de grote leider, wiens invloed zich uitstrekt tot in de kleinste details in dorpen en steden. Dan heb je daar het CDA, die weliswaar een democratische structuur heeft, maar wier leden nooit hun tanden laten zien en dus een factor zonder belang zijn. De leden van de VVD zijn meer geïnteresseerd in de borrel dan in de standpuntbepalingen en als puntje bij paaltje komt doet iedereen wat de ‘ereleden’ vinden. Het is dus heel goed dat binnen de PvdA een kritisch debat plaatsvindt, daar komen we uiteindelijk sterker uit naar voren. Mits de kritiek serieus wordt genomen.’
Eddy Terstall, filmmaker en liefdevol lid van de PvdA: ‘De partij zou vooral door niet te kibbelen ten onder gaan. Iedereen buiten de partij (99% van de Nederlanders) vindt dat de kaarten flink geschud moeten worden. Kabinet laten vallen als CU en rechterkant van het CDA moeilijk blijven doen over het behouden van artikel 147 (godslasteringwet). Dan lekker in de oppositie tegen het kabinet Verdonk. Jezelf opnieuw uitvinden en moreel kompas bij stellen of verdampen is dan het devies.’
Jelle Menges, secretaris jonge socialisten in Amsterdam: ‘Op dit moment is het ook daadwerkelijk 5 voor 12 voor de PvdA. We staan beroerd in de peilingen en onze ministers komen niet uit de verf. We kunnen nu niet anders dan binnen de PvdA polariseren, zodat er nieuwe ideeën vrijkomen over de te varen koers. Zeker nu het nog kan, over 2 jaar zijn er immers weer verkiezingen en moeten we weer enigszins op 1 lijn zitten. Waar ik wel moeite mee heb, is dat de interne discussie exhibitionistische vormen begint aan te nemen. Discussies vinden meestal plaats via de pers, in plaats van in de partij zelf. Wanneer de partij vastroest en we er intern niet uitkomen, is het goed de pers te zoeken (zie bijv Michiel Emmelkamp en Paul Scheffer). Maar constant voor van alles en nog wat de pers opzoeken, schaadt onze partij enorm, zeker in verkiezingstijd.’
Bouwe Olij, PvdA raadslid in Amsterdam: ‘Ik lees al twintig jaar Trouw i.p.v. de Volkskrant. Dat scheelt mij een hoop gekibbel in de partij en aan de keukentafel. Ik heb de stukken van de heertjes dus niet gelezen. Maar als fan van Koole ben ik het wel met hem eens. Als je 36 jaar lid bent, heb je wel eens meer gekibbel meegemaakt in de partij. Ik zou het niet willen verbieden, ik zou het ook niet allemaal gekibbel willen noemen. De kracht van de partij zit in de mogelijkheid van open debat en het mogen hebben van verschil van mening. Het uitwisselen van argumenten leidt uiteindelijk tot een beter standpunt dan wanneer baasjes van bovenaf gaan zeggen wat goed voor ons en de partij is. Als oud-JS bestuurder zou ik
tegen Michiel willen zeggen: Richt je meer op de inhoud dan op de poppetjes. Wat Oudkerk over de partij zegt is weinig relevant sinds de man in 2004 voorstelde ‘dinosaurussen’ als Klaas de Vries en Bram Peper uit de partij te gooien en een nieuwe ‘progressieve’ partij wilde oprichten met o.a. Mark Rutte.’
Clyde Moerlie, raadslid in Slotervaart: ‘De analyse van de voorzitter van de Jonge Socialisten is precies waar het om draait. De arrogantie waarmee oud-voorzitters Vreeman en Koole de crisis binnen de PvdA wegwuiven, is werkelijk triest en typerend voor de afstand tussen bestuurders en burgers. Op dit moment schaam ik me heel diep dat ik lid ben van een partij waarin door bepaalde types antihomo campagnes worden gevoerd. Dan moet daar weer een debat over komen. Wat een onzin, we moeten als partij hier helemaal geen debat over voeren, maar een duidelijk pro-homostandpunt verkondigen. Geen wonder dat de kiezers allemaal weglopen als wij geen principes meer hebben en alles maar goed praten door voor eigen parochie debatten te organiseren. Nu zijn we in de ogen van het publiek een pro-islam- en een anti-homopartij…..Adieu emancipatie, neutraliteit van de overheid, scheiding en scheiding van kerk en staat, etc. En als sausje op 4/5 mei meer aandacht voor de rol van allochtonen in WO II, niets mis mee natuurlijk, maar de timing is natuurlijk "stupid and lousy"…..en timing is in de politiek is "everything". Allemaal inkoppers voor rechts NL… En dan nog verbaasd zijn dat het electoraal niet erg lekker ligt.
Door: Marcel Duyvestijn