27 maart 2008

Asscher: ‘zeer bedreigend dat ABN-Amro zomaar verdwijnt’

OUD-BURGEMEESTER en mede-PvdA’er Ed van Thijn was het afgelopen jaar adviseur van Hennah Buyne. Na haar aftreden vorig weekeinde haalde hij keihard uit naar haar ex-collega’s in het college van burgemeester en wethouders. "Van collegiaal bestuur was weinig te merken, zomin als van solidariteit in eigen kring," aldus Van Thijn. Lodewijk Asscher kan er weinig mee, zegt hij. "Ik kan me voorstellen dat je als adviseur een gekleurd beeld hebt en dat het dan zo voelt.Maar ik hoor van mensen die al langer meelopen, dat dit een heel collegiaal bestuur is. Waarmee niet is gezegd dat het voor een buitenstaander makkelijk is een plek te vinden."

Toen Buyne aantrad, is ervan afgezien haar portefeuille te verkleinen. Ze hield zich als nieuwkomer bezig met sociale zaken, onderwijs, jeugd, integratie en grotestedenbeleid. Was dat verstandig?

Asscher: "Achteraf gezien niet. Die portefeuille is groter dan Australië, die is echt gigantisch. Die had je anders moeten verdelen. Dat valt Hennah niet te verwijten, dat heb ik nagelaten. Maar het was niet de hoofdoorzaak van haar vertrek. Die was dat ze zich niet thuis voelde in de politiek. Dan is het een heel zware baan."

Heeft u niet bijgedragen aan het beeld van een zwakke wethouder, door als wethouder van Economische Zaken het jeugdbeleid naar u toe te trekken?

"Ik voel me in de eerste plaats wethouder van Amsterdam. Er is niet één wethouder die allerlei besluiten neemt, dat doe je samen. En gaandeweg loop je tegen problemen op die je wilt oplossen. Project 1012 en Operatie Frankenstein (respectievelijk het schoonvegen van de Wallen en het doorlichten van de stroom subsidies voor jeugdzorg die verloren lijken te gaan in een wirwar van welzijnsinstellingen – BS) zaten niet in een mapje in het overdrachtsdossier toen ik aantrad."

Bij Buynes vertrek klaagden Surinamers dat ze weg moest vanwege haar etnische achtergrond. PvdA-Kamerlid John Leerdam zei dat er weer een Surinaamse wethouder moet komen om een splitsing in de samenleving te voorkomen. Hield u daar geen vieze smaak aan over?

"Ja. Er werd geroepen dat het apartheid was en weet ik wat. Voor je het weet staan er zelfbenoemde leiders van gemeenschappen op, die op basis van etniciteit een post claimen. Het suggereert een belangentegenstelling tussen groepen. Alsof je als Nederlander geen Surinamers of Marokkanen kunt vertegenwoordigen en andersom."

Het politieke debat in Amsterdam lijkt te verscherpen. Na de discussie over handen schudden en Buynes aftreden gaat de oppositie te keer tegen Marijke Vos over de verkoop van het grand café aan de Bosbaan.

"Er is misschien wel een beetje een politisering gaande. Dat vind ik op zich niet slecht, want het beeld ontstond dat er helemaal geen verschillen meer zijn en dat is onzin. Ik hoop wel dat het over dingen gaat die van belang zijn. Je kunt je ontzettend opwinden over een café in het Amsterdamse Bos, maar er zijn misschien wel zaken van groter belang voor Amsterdam."

We zijn halverwege de rit met dit college. Bent u tevreden?

"Het beeld is wisselend. De aanpak van de Wallen gaat veel voortvarender dan ik had durven dromen. Bij jeugd en onderwijs stromen de wateren traag. Dat kun je alleen versnellen als alle betrokkenen hetzelfde nastreven. Het lijkt een open deur dat ieder kind goed moet leren lezen en schrijven. Daarop moet alle aandacht zijn gericht. Toch is dat nu niet het geval."

De grote lijnen van het collegeprogramma, met de nadruk op het welzijn van de jeugd, schreef u in 2005 op in uw boek Nieuw Amsterdam. Hoe ontstond het idee daarvoor?

"Na mijn aantreden als fractievoorzitter, in 2004, heb ik een reeks gesprekken gevoerd met deskundigen. Schooldirecteuren, onderwijsspecialisten en mensen als Paul Scheffer lieten hun licht schijnen over hoe Amsterdam er idealiter zou uitzien in 2020. Daaruit ontstond het idee voor het project Kinderen Eerst, voor beter onderwijs en betere opvoeding."

In uw boek en in het collegeprogramma staat niets over Frankenstein.

"Ik dacht als raadslid dat je een probleem kunt oplossen met een zak geld. Als wethouder ontdekte ik dat de werkelijkheid taaier is. Toen pas kwam de gedachte op de bureaucratie te gaan bestrijden."

In april 2007 lanceerde u Frankenstein. U wilde binnen een jaar een trendbreuk. Lukt dat?

"Ik denk van wel, maar ik weet het niet zeker. De geldstromen zijn doorgelicht en volgende maand kom ik daarmee naar buiten. Op basis van wat ik gezien heb, is mijn ongemak over de enorme hoeveelheden geld die maar heel langzaam tot resultaat leiden, niet weggenomen."

"De schuld ligt niet alleen bij de welzijnsinstellingen, ook bij de overheid. We zijn heel erg met de vorm in plaats van de inhoud bezig. De vraag of je wel of niet moet aanbesteden en dat soort zaken."

Leidt aanbesteden niet tot een nog groter monster van Frankenstein? Er komen steeds meer spelers op de welzijnsmarkt, die nog ondoorzichtiger wordt.

"Ik kan die conclusie nu nog niet trekken. Maar de vraag is wel of zoiets de kinderen helpt. Ik denk dat je uiteindelijk heftige veranderingen moet doorvoeren."

Uw meest in het oog springende project betreft het schoonvegen van de Wallen. Dat idee wierp u voor het eerst op in uw boek.

"Ik heb het er pas op het allerlaatst in gezet en was verrast door alle aandacht die het trok. Mijn denken is beïnvloed door iemand als Karina Schaapman (PvdA-raadslid en ex-prostituee, die onderzoek verrichtte naar vrouwenhandel – BS). En als fractievoorzitter kwam ik in de raadscommissie die zich bezighoudt met veiligheid. Dat veranderde mijn beeld."

"Tot dan toe dacht ik altijd dat we het allemaal netjes hadden geregeld in Nederland met prostitutie, zeker op de Wallen. Daar kan de wereld nog wat van leren, vond ik."

In het collegeakkoord staat ook geen letter over 1012.

"Het is met opzet weggelaten, omdat ik toen nog niet wist hoe de Wallen konden worden aangepakt. Het heeft in samenwerking met Job Cohen gestalte gekregen. Ik ben aangeschoven bij de initiatieven die er al waren, zoals het Van Traateam (een club ambtenaren die in de jaren negentig begon met het langs bestuurlijke weg bestrijden van de criminaliteit op de Wallen – BS) en heb ze mijn diensten aangeboden. Zo is het balletje gaan rollen."

Moet u niet eens open kaart spelen over uw einddoel: geen raamprostitutie meer op de Wallen? Het enige wat u daarvan weerhoudt is coalitiepartner GroenLinks, die gelooft in zelfstandige, vrij opererende prostituees.

"Het is een misverstand dat ik een geheime blauwdruk heb liggen waarop staat wat er op welke gracht met welk pand moet gebeuren. Het belangrijkste is de criminaliteit een alles vernietigende slag toe te brengen. Hoeveel ramen dan overblijven is afhankelijk van de vraag wie de machthebber achter die ramen is. Ik heb geen minimumaantal in mijn hoofd dat omwille van het karakter van de buurt zou moeten worden behouden. Ik ben minder optimistisch dan GroenLinks over de vraag in hoeverre het een gewoon beroep is. Maar de vervolgvraag of het als maatschappelijk verschijnsel moet worden verboden, gaat me te ver."

Doet het pijn dat Charles Geerts via de achterdeur weer investeert in de Wallen, nadat u hem met 25 miljoen heeft uitgekocht?

"Daar ben ik niet blij mee. Het is het soort tegenvaller dat je kon verwachten. Het is al een rotgevoel dat zo iemand zoveel gemeenschapsgeld krijgt. Je weet dat de andere partij nadien de mazen in de wet zal opzoeken. We gaan kijken of we er wat aan kunnen doen, voor dit geval en in de toekomst."

Kort na uw aantreden kwam u met een ander project: Amsterdam Topstad. De laatste tijd horen we er weinig over, maar bij de start blies u hoog van de toren.

"Dat was nodig, omdat het linkse college met wantrouwen werd bekeken door het bedrijfsleven. Topstad benadrukt het belang van het bedrijfsleven en moet ondernemers het idee geven dat ze welkom zijn. Dat is inmiddels wel het geval, al is het heel moeilijk de impact van Topstad op het vestigingsklimaat te laten zien. Dat lukt niet in twee jaar tijd. Maar we hebben al heel veel tijd gestoken in de realisatie van Harvard aan de Amstel, dat tot toponderwijs moet leiden."

Een voorname doelstelling van Topstad is Amsterdam terugkrijgen in de top vijf van populaire vestigingsplaatsen. Dat was eind vorig jaar al gelukt, maar u gaf er bijna geen ruchtbaarheid aan.

"Anders was het gevoel van urgentie meteen weggeweest – terwijl het meer dan ooit nodig is aandacht te besteden aan het bedrijfsleven en de financiële sector. Vroeger werd altijd gedacht dat de

gemeente zich daar geen zorgen over hoefde te maken, maar het

is een zeer bedreigende situatie voor Amsterdam dat ABN Amro

zo maar verdwijnt. Dat betekent een enorm verlies aan banen."

Laten we het hebben over de PvdA. Het landelijk partijleiderschap bezorgt Wouter Bos hoofdpijn. Geldt dat ook voor u in Amsterdam?

"Nee, maar misschien komt dat doordat ik een optimistisch mens ben. En Wouter Bos zit als tweede partij in een coalitie die niet zijn echte voorkeur heeft. Die complicaties heb ik niet."

Maar problemen zijn er wel. In Zuidoost, in Oost, in Slotervaart, in de gemeenteraadsfractie. De regie is niet altijd even zichtbaar.

"Ik zie heel veel PvdA’ers die zich inzetten voor de stad. Daarbij zijn worstelingen en gaan ook dingen mis. Toch ben ik ook vaak trots op wat wordt bereikt. Bij het maandelijks overleg met de stadsdeelvoorzitters vertelde een partijgenoot over een groep vrouwen die alleen een opvoedcursus wilde volgen als de docent een islamitische vrouw zou zijn. Wat te doen? Je wilt toch die vrouwen bereiken, maar je wilt je niet door hen laten gijzelen. Uiteindelijk heeft hij ingestemd met de roep om een vrouw. Verder is hij niet gegaan."

"Dat zijn de alledaagse problemen die we oplossen. Scholen kampen met meisjes die niet mee mogen op schoolreisje, omdat ze dan onder één dak slapen met jongens. Het Comenius Lyceum in West stelt nu bij de inschrijving deelname aan schoolreisjes verplicht. Zo leren we iedere dag aan de hand van praktijkvoorbeelden."

"Ik geloof niet in een grote leider die op de SP-manier de zaak regisseert, als dat al zou kunnen. Ik moet er niet aan denken dat ze steeds de baas bellen met de vraag wat ze ergens van moeten vinden. Ik probeer door m’n eigen werk en uitspraken het goede voorbeeld te geven. Dat doe je met vallen en opstaan."

"De PvdA in Amsterdam is een nogal grote familie, waar ook wel eens wordt geruzied. Maar waag het niet te zeggen dat de familie niet deugt."

‘Uiteindelijk moet je heftige veranderingen doorvoeren’