23 februari 2008

‘Ambtenaar moet niemand de hand weigeren’

Johan Remkes, oud-minister, nu kamerlid voor de VVD: ‘ In ons land en in onze cultuur behoort het tot de normale maatschappelijke omgangsvormen elkaar als begroeting de hand te drukken. Zeker medewerkers van de overheid horen zich naar die maatschappelijke norm te gedragen. Een burgemeester die dit schouderophalend afdoet geeft een volstrekt verkeerd maatschappelijk signaal af.’

Jeroen Dijsselbloem, Tweede-Kamerlid voor de PvdA: ‘Handen geven is (gelukkig) niet bij wet verplicht. Datzelfde geldt voor de meeste omgangsvormen. Wanneer het echter gaat om ‘gezagsdragers’, die namens een overheid burgers tegemoet treden, is er veel voor te zeggen dat zij het goede voorbeeld geven door de meest elementaire omgangsvormen in acht te nemen. Dat is zeker van belang wanneer zij jongeren moeten aanspreken op hun omgangsvormen. Om dezelfde reden heeft de PvdA in Tweede kamer zich eerder achter de directeur van het Vader Rijncollege in Utrecht geschaard toen deze een docente schorste die niet langer mannen een hand wenste te geven. Het is van groot belang dat leraren en straatcoaches jongeren omgangsvormen leren waarmee ze in hun latere leven in de Nederlandse samenleving verder komen. Dat gezegd hebbende; Het is aan de betreffende overheid, in dit geval de gemeente Amsterdam, om zonodig heldere ‘gedragsregels’ voor haar medewerkers op te stellen.

Julia Wouters, wethoudersassistent van Lodewijk Asscher, eigenaar van de geweigerde hand: ‘Als lijdend voorwerp van deze hele kwestie (het was mijn hand die niet geschud werd), is het extra moeilijk om hier een eenduidige mening over te hebben. Vind ik het wenselijk dat mannen en vrouwen elkaar de hand schudden? Ja! Kan ik me verplaatsen in mensen die denken dat ze juist respect voor vrouwen tonen door dit niet te doen? Nee, niet echt. Vind ik dat je je duidelijk en helder moet uitspreken over wat je vindt dat wenselijk gedrag is? Ja zeker. Maar ik weet over wie het gaat en in welke situatie. De jongen in kwestie is een bijzonder prettig mens, die mij met alle egards behandelde. En die zijn werk op een manier doet waar ik alleen maar bewondering voor kan voelen. Op een werkveld waar zijn persoon respect afdwingt bij jongens die maar voor heel erg weinig respect hebben. Het is daarmee voor mij geen non-issue maar het gaat me te ver om er een principe kwestie van te maken. Want wat betekent dat?’

Clyde Moerlie, PvdA deelraadslid in Slotervaart, diende een motie in die Cohen opriep zijn woorden terug te nemen: ‘Onacceptabel in onze democratie. Voor de overheid zijn de religieuze, levensbeschouwelijke of andere persoonlijke overtuigingen van ambtenaren niet van belang. De overheid dient zich ten opzichte van alle burgers neutraal te zijn en te gedragen. Door onderscheid te maken tussen groepen zoals mannen en vrouwen is de overheid niet meer geloofwaardig. Net als van de rechtelijke macht mogen we van alle andere ambtenaren verwachten dat de persoonlijke achtergronden en motieven nooit een rol spelen. Door een hand te weigeren aan vrouwen, wordt van de neutraliteit afgeweken. Het geven van de hand is immers – ook in onze multiculturele samenleving – de algemene geaccepteerde omgangsvorm in Nederland. Indien ambtenaren zich vanuit religieuze opvattingen hier niet aan willen houden, kan hij/zij niet bij de overheid werken.’

Haci Karacaer, oud-directeur Milli Gürüs Nederland, oud directeur Marhaba: ‘Natuurlijk mag de ambtenaar de hand van wie dan ook weigeren. In onze democratie kennen we nu eenmaal de clausule gemoeds- en gewetensbezwaren. In een rechtsstaat kun je niemand dwingen om een ander een hand te geven. Dus principieel ben ik het oneens met de stelling. Maar in het specifieke geval van de straatcoach denk ik anders. Waarom hebben we de straatcoach? Wij hebben immers de politie al. Deze functie is naar mijn mening bedacht als intermediair. Het woord ‘coach’ staat niet voor niets in de functiebenaming. Dat betekent dat ze coachen, misschien zelfs opvoeden. Zij moeten de brug vormen tussen de mensen van zeer uiteenlopende culturele achtergronden. Het wordt lastig als diegene zegt: sommige mogen niet over mijn brug! Ik geef zelf iedereen een hand en maak geen onderscheid. Ik beweer dat de overgrote meerderheid van de moslims in Nederland mij in deze bijvalt. Maar zij zijn bang. Bang om zijn eigen ‘broeder’ of ‘zuster’ af te vallen. Bang om bij Wilders te worden ingedeeld. Deze angst construeert een krankzinnig beeld dat moslims onderling geen meningsverschil kennen of er niet mee weten om te gaan. Dat is ontkenning van het bestaande pluralisme binnen de islam. Dit en andere incidenten laten zien dat wij, moslims, goed moeten nadenken over de toepassing van allerlei interpretaties van ons geloof. Voor mij staat vast dat we in een rechtsstaat leven die ons ook de vrijheid van religie garandeert. Nogmaals, Nederland kent voor haar christelijke orthodoxen ook allerlei regelingen. Wie om zich heen kijkt, zal ook zien dat we het over een kleine, geïsoleerde groep hebben. Maar een migrantenminderheid kan het zich niet permitteren om een dergelijk bestaan te koesteren. Vanwege het migrant zijn hebben we al genoeg op ons bordje liggen. Als we willen dat onze Obama’s het land gaan leiden, of onze stad gaan besturen of recht gaan spreken in de rechtszaal dan kunnen we niet volstaan met: Ja, mijn geloof legt me dat op! Neen, we moeten nadenken! We moeten onze geloofsbeleving herdenken. We moeten onze geleerden onder druk zetten om met oplossingen te komen die beter passen in onze nieuwe werkelijkheid. We leunen op een eigen traditie van ruim veertienhonderd jaar. Daar ligt genoeg wijsheid, Hikma, om tot oplossingen te komen die ons een gelukkig leven zullen schenken als Nederlandse moslims.

Frans Beishuizen, duo-raadlid voor de VVD. Zaterdag schreef hij al een commentaar in Het Parool over deze kwestie: ‘In beginsel staat het iedereen vrij om te kiezen wie hij de hand schudt. Er zijn uitzonderingen: overheidsdienaren en uitkeringsgerechtigden. Voor overheidsdienaren geldt dat ze worden betaald door iedereen en kunnen daardoor niet zomaar hun eigen keuze op de voorgrond plaatsen. Bij de overheid moet gelijke behandeling van vrouwen prevaleren. Bovendien moet de straatcoach bijdragen aan integratie en geeft hij zo een slecht voorbeeld. Ook voor mensen met een bijstandsuitkering ligt voor de hand dat zij hun recht op uitkering in de waagschaal leggen: de bewuste keuze om geen handen te schudden staat in de weg aan re-integratie in het arbeidsproces. Los van het voorgaande, hoe zou je er over denken als iemand joden geen hand wilde geven? Of negers?”

Peggy Burke, Gemeenteraadslid, PvdA Amsterdam: ‘Ik heb de afgelopen dagen erop gelet wanneer ik iemand de hand schud. Dat doe ik als ik professioneel iemand tegenkom en dat doe ik wanneer ik mijzelf bij een onbekende introduceer. Nu woon ik in Slotervaart en stel nou dat een van mijn zonen rotzooi uithaalt op straat waardoor ik een huisbezoek krijg. (En dit is hypothetisch, want mijn zonen zijn erg braaf). De huisbezoeker komt aan huis en ik neem aan dat hij mijn hand schudt om zichzelf voor te stellen alvorens ik met hem het gedrag van mijn kind ga bespreken. Ik zal het niet accepteren dat hij mijn huis inloopt zonder de hand te hebben geschud. We zijn immers geen vrienden noch bekenden van elkaar. Ik heb er geen probleem mee wanneer men in de privé sfeer geen handen schudt als ze je elkaar voor het eerst tegen komt. Maar ik mag van een ambtenaar of iemand, die de gemeente op mij afstuurt toch wel verwachten dat hij dat doet. Aboutaleb zei ooit dat vrouwen in burqa geen uitkering zouden moeten krijgen, want zij sluiten op die manier zichzelf uit van participatie op de arbeidsmarkt. Ik trek dit door naar de weigering een vrouwenhand te schudden. Door dit soort zaken goed te praten spelen we Wilders nog meer stemmers toe. De autochtone stem met een reële angst dat de Nederlandse vrijheden en verworvenheden worden verkwanseld.’

Carel Brendel, partijloos, auteur van Het verraad van links: ‘Nederland kent een strikte scheiding van kerk en staat, wat betekent dat ambtenaren geen religieuze opvattingen horen uit te dragen. Het is hier een elementaire fatsoensregel om mensen de hand te drukken ongeacht hun ras, sekse of leeftijd. Bovendien deugen de achterliggende motieven om een vrouw geen hand te geven niet; de handenweigeraars gaan er op grond van hun religie van uit dat de vrouw minder is, of onrein, of seksueel verleidelijk; het is het begin van seksuele apartheid. Het is daarom onbegrijpelijk dat gezagsdragers als burgemeester Cohen en deelraadsvoorzitter Marcouch discriminatie van vrouwen goedpraten. Wie iemand van de andere sekse geen hand wil schudden heeft bij de overheid niets te zoeken. Het is onzin dat moslims hierdoor worden uitgesloten. Veel moslims hebben geen enkel probleem met handen schudden, zoals er ook veel moslima’s zijn die geen hoofddoek dragen en dus van harte welkom zijn bij de politie.’

Egbert de Vries, stadsdeelburgemeester in OudZuid: ‘Wat mij betreft mag iedereen zelf weten of hij/zij het tot de beleefdheden vindt behoren om de mensen al dan niet de hand te schudden. Dat geldt dus ook voor ambtenaren in hun vrije tijd. Echter, in functie is een ambtenaar de verpersoonlijking van de (beleefde) overheid. Dat betekent dat de overheid zich zeker aanpast aan haar gasten, zoals wij allemaal al hebben geleerd uit ‘Hoe hoort het eigenlijk?’ van Amy Groschkamp-ten Have. Denk even aan koningin Wilhelmina, die toen ze zag dat haar buitenlandse gast een slok nam uit het kommetje dat voor hem klaar stond om de vingers mee schoon te spoelen, zelf ook een slok nam uit haar kommetje. Dat betekent dat een goed overheidsdienaar de hand schudt van iemand die hem of haar de hand reikt, maar ook dat een goed overheidsdienaar de hand NIET schudt van iemand die daar ook geen prijs op stelt. De interessante kwestie is nu dat burgemeester Cohen één van zijn vrouwelijke medewerkers, overheidsdienaresse dus, bij voorbaat afried om een mannelijke straatcoach (geen echte overheidsdienaar maar ingehuurd) de hand te schudden. Wat jammer dat zowel Amy Groschkamp-ten Have als koningin Wilhelmina inmiddels dood zijn, want ze hadden ons in deze netelige kwestie misschien kunnen helpen. Mijn gevoel zegt me dat inderdaad de ambtenares terecht heeft afgezien van het uitreiken van haar hand naar de straatcoach, en Job Cohen haar dus ook juist heeft geadviseerd, maar dat dezelfde straatcoach in het contact met een vrouwelijke burger de uitgestoken hand beter niet kan weigeren, zelf al verzet zijn eigen overtuiging zich daar misschien tegen.’

Anne Graumans, PvdA raadslid in Amsterdam: ‘Een ambtenaar mag uitleggen wat zijn voorkeur is, maar als het een principiële weigering is terwijl de ontvanger het handenschudden als een principiële waarde beschouwt, dan vind ik dat de ambtenaar de hand moet schudden. En anders een andere baan moet zoeken, waar hij niet bij mensen aan hoeft te bellen en hoeft te vragen of hij binnen mag komen.’

Michiel Mulder, raadslid voor de PvdA Amsterdam: ‘De stelling gaat uit van twee extremen: principe of non-issue. En dat is precies de reden dat allerlei debatten in dit land waar het over integratie of Moslims gaat (meestal over een combinatie van beiden) nergens toe leiden. De praktijk is namelijk niet zo zwart wit. Ja, het is de gewoonte in Nederland een hand te geven. Nee, dat hoeft niet altijd en overal en het is ook geen ‘basiswaarde’ zoals fractieleider Limmen in het debat in de raad ter berde bracht. Wat essentieel is, is de angst die veel mensen hebben dat wanneer zich zo’n kwestie voordoet die direct of indirect met de Islam te maken heeft is. Een aanzienlijk deel van de bevolking is bang dat Islamieten onze samenleving zoals wij die kennen veranderen en de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat overhoop gaan gooien. Ook de PvdA wordt gewantrouwd, omdat er veel Moslims op die partij stemmen en een groot deel van de bevolking is bang dat de PvdA als vehikel fungeert voor de vermeende overname van de macht. Dat deze angst alleen al getalsmatig niet reëel is (er zullen nooit zoveel Moslims zijn dat de wetten veranderd kunnen worden) doet niets af aan het feit dat de angst er wel is. Daar kun je op twee manieren op reageren. Vanuit de angst, of vanuit lef. Deze laatste is helaas niet mainstream bij de PvdA, het is bon ton om niet teveel op Wilders te reageren, ‘want dat verschaft hem alleen maar een podium’. Dit laatste lijkt me nonsens, hij heeft dat podium toch al. Een redenatie vanuit de angst is bijvoorbeeld de reactie van de woordvoerder van de Tweede Kamerfractie Jeroen Dijsselbloem op de uitspraken van Cohen, dat er wel handen geschud moeten worden. Een reactie met lef geeft twee dingen aan: ja, wij staan als PvdA pal voor de democratische rechtsstaat. Wat betekent dit eigenlijk? Dat zijn de zaken die vastgelegd zijn in de grondwet, maar ook de rechten van de mens zijn klip en klaar hierover. Daar kan dus weinig misvatting over bestaan. En nee, wij gaan niet een minderheid coute que coute onze omgangsvormen opdringen. De eerste vraag die zich daarbij opdringt is namelijk wat die omgangsvormen dan zijn. Nemen we daarvoor de gemiddelde bewoner van een VINEX-wijk, die van een boer uit Oost-Groningen, die van een supporter van de F-site, of het gemiddelde PvdA-lid? Overigens was het de beroemde verlichtingsdenker John Stuart Mill die hierover schreef in zijn boek ‘Over vrijheid’ dat het niet via wetten maar via gebruiken opdringen van gedragspatronen en van een meerderheid aan een minderheid het grootste gevaar vormde voor de democratie. Grappig is het dat hij hierbij schreef ‘alhoewel men deze stelling heden ten dage wel niet meer in twijfel zal trekken…’ We schrijven dan de 19e eeuw. Toen ik dat onlangs in een artikeltje schreef werd mij verweten een oude koe uit de sloot te halen. Terwijl het hier gaat om iemand die zorgde voor het sluitstuk van de verlichting! De zelf benoemde verlichtingsdenkers zijn zeer inconsequent als het gaat om het toepassen van de principes van de verlichting. Vanuit de rechten van de mens is het onmiskenbaar zo dat men mag weigeren een hand te schudden, als men dat vanuit het geloof vindt. Ontslag van zo iemand is dan in strijd met de geloofsvrijheid. Niet doen dus.’

Alwin de Jong, voorzitter CDA Amsterdam: ‘Ik vind het initiatief straatcoaches een van de mooie lichtpunten in het integratievraagstuk en heb dan ook de grootste bewondering voor de inzet van deze coaches. Het kan echter niet zo zijn dat coaches in hun door de gemeenschap betaalde voorbeeldrol gangbare omgangsvormen niet willen hanteren. Juist niet in deze rol. Dat Job Cohen hiervoor een blinde vlek heeft ontwikkeld en de reuring hierover eigenlijk afdoet als irrelevant, vind ik een smet op de verder prima reputatie van de burgemeester.’

Jan Beerenhout, moslim, PvdA’er en integratiedeskundige: ‘Een ambtenaar is in dienst van, wordt betaald door, ‘het volk’. In een democratie maakt ‘het volk’, d.w.z. de meerderheid de dienst uit. Ook als het gaat om etiquette. Hoe mensen , dat volk, dagelijks met elkaar omgaan, de omgangsvormen,wordt bepaald door de meerderheid daarvan. In het publieke domein, de straat, de openbare dienst, gelden die omgangsvormen. Als daar ter begroeting het handen-schudden gebruikelijk, de norm, is: dient de ambtenaar zich daaraan te conformeren. Betreedt de ambtenaar het ‘eigen domein’ van het individu (b.v. de woning van een orthodoxe moslim of jood) dan geve hij geen hand, omdat in die ‘eigen kring’ de etiquette daarvan geldt. Degeen die zich niet conformeert aan de etiquette, de omgangsvormen, van de meerderheid, sluit zichzelf van die meerderheid uit. De aspirant-emigrant (reiziger) moet zich voor vertrek op de hoogte stellen welk gedrag passend is in het immigratieland, wil hij/zij daar geaccepteerd worden en succes hebben. Een ambtenaar in Nederland die -ter begroeting – een uitgestoken hand weigert, is ongeschikt voor het vervullen van een publieksfunctie van de openbare dienst.’

Roos Wouters, partijloos, schrijfster: ‘Tja, het klinkt misschien wat afgezaagd maar het ligt maar net aan de functie van de ambtenaar en aan de manier waarop de hand geweigerd wordt. In principe ben ik tegen het feit dat iemand een vrouw geen hand wil geven om welke reden dan ook, net zoals ik in principe vind dat niemand naar de hoeren moet gaan. Toch ben ik ervoor dat wethouders / ambtenaren beoordeeld worden op hun functioneren. De vraag die dan gesteld moet worden is; wat is zijn of haar functie en staat het onwenselijke gedrag het functioneren in de weg? In het geval van een straatcoach lijkt het mij van het grootste belang dat zo iemand aanzien en aansluiting heeft bij de bewoners van die buurt waardoor hij of zij in staat is het klimaat van die buurt te verbeteren. Is dat het geval, dan heiligt het doel wat mij betreft de middelen. Ik heb het liefst dat iemand mij de hand schud, maar nog liever dat elke wijk in mijn stad een genot is om in te wonen.’

Bouwe Olij, raadslid voor de PvdA in Amsterdam: ‘Leven en laten leven zei mijn moeder altijd. Aan die opvoedkundige boodschap moet ik de laatste tijd vaak terugdenken. In mijn jeugd was de boel nog zichtbaar verzuild. Sportverenigingen, woningbouwverenigingen, scholen enz. Hoewel ik nog van de katholieke kleuterschool op het Papeneiland in De Pijp ben verwijderd toen bleek dat ik gedoopt was in de Oranje kerk (ned.hervormd) leefden we doorgaans toch vreedzaam met en door elkaar. Als kind leerden wij de voor ons soms vreemde gewoonten van andere geloven te respecteren. Het werd bij ons thuis dan ook heel gewoon gevonden dat Joodse klanten op zaterdag niet afrekende en bij orthodoxe Joden stond op zaterdag de bel af en de deur aan en liep je naar binnen en je porde ‘s-winters de kolenkachel op. Dat de vrouw des huizes geen hand aan je gaf wist je en accepteerde je. Als je wel eens iets vreemd vond was de vraag: heb je er last van? nee? Leven en laten leven dan. Hetzelfde geldt voor het opgefokte gedoe over ambtenaren die geen hand willen geven. Waarom al die drukte? Ik vind het hypocriet om je hier wel druk om te maken maar niet over zwaar gereformeerden of orthodoxe Joden. Het is toch ridicuul dat uitgerekend het CDA in de gemeenteraad vragen stelt over het niet handen schudden, in verband met hun geloofsovertuiging, van een paar medewerkers van een welzijnsinstelling. Het CDA zou toch pal moeten staan voor de vrijheid van godsdienst. Het CDA heeft ook boter op zijn hoofd. Datzelfde CDA is er verantwoordelijk voor dat alle niet gelovige Nederlanders met euro’s rondlopen waarop God zij met ons staat; Dat er nog steeds gemeenteraden in dit land zijn die beginnen met een ambtsgebed. Hoezo scheiding van kerk en staat? De bede is nog steeds niet geschrapt uit de troonrede en de Koningin regeert bij de gratie Gods. Is het raar? Ja. Heb je er last van? nee. Leven en laten leven. Laten we ons druk maken over de echte problemen als onderwijs, werk, gelijke kansen.’

Jerry Straub, raadslid voor de PvdA: ‘‘Goh, wat een gedoe’, dacht ik in eerste instantie en moest onwillekeurig denken aan wat Herman Brood ooit zong: ‘maak van je scheet een donderslag’. Maar dat is te plat, te gemakkelijk. Dus daarom maar afgevraagd wat ik zelf zou doen. Vantevoren een belletje met de vraag: ‘weet u misschien ook of er handen worden geschud?’. ‘O, u weet van niets, ‘Zou u mij daarover kunnen terugbellen?’. Niet waarschijnlijk, want de verpletterende vanzelfsprekendheid van elkaar een hand geven bij een begroeting, zal bij mij geen belletje doen rinkelen om de telefoon te pakken tenminste niet bij mij. En wat als mijn uitgestoken hand niet zou worden beantwoord? Zou ik me schamen, generen of denken wat is dit voor flauwekul. Twintig jaar geleden gaf ik les aan Moslimmeisjes, intelligente meiden, goed gebekt en gewapend met humor en levenslust. Hun enorme doorzettingsvermogen en ambitie is legendarisch, maar hun droom, zo wisten zij en ik, die baan in een mooi kantoor met een computer op het bureau zou er niet komen. Ondanks dat hun leven werd geregeld gingen ze toch door. En nu bleek onlangs op een conferentie dat Moslimvrouwen de beste studenten in het hoger onderwijs zijn. De cassieres bij de Albert Heijn in het chic Amsterdam Zuid dragen hun hoofddoek en geven daarmee uiting aan hun geloof, terwijl ondertussen de karbonade in de bonusaanbieding over de piepende scan wordt gehaald. Vorige zomer trouwde ik als bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand een prachtig Nederlands-Palestijns paar. De prima ondersteuning was van een ervaren trouwambtenaar, die in traditionele klederdracht verscheen. Het is de werkelijkheid, de nieuwe werkelijkheid. De ambtenaar die een hand weigert is niet het probleem. Het zijn wij op zoek naar regeltjes, op zoek naar houvast in een wereld die verandert of al veranderd is. Als in arbeidsovereenkomsten komt te staan dat ambtenaren de deur moeten openhouden voor vrouwen, en hen bij het afscheid in hun jas helpen met begeleidende drie zoenen. Dan hebben we onze regeltjes maar niet onze vrijheid om dat niet of wel te doen. Dat is vrijheid. Dat maakt onze stad uniek en speciaal en Amsterdam tot een wereldstad.

Daan Sajet, PvdA raadslid in Amsterdam: ‘Inderdaad, een overtrokken en niet relevante discussie die de doelstelling uit het oog verliest. Koreanen, Japanners, en heel wat andere volken geven geen hand, maar tonen hun respect of een andere manier (buigen of een hoofdknik). Orthodoxe joden geven vrouwen ook geen hand en dat doen ze al heel lang. Dat op een bepaald moment mensen zich moeten aanpassen, is buiten kijf, maar voor de doelstelling die wij als gemeentebestuur voor ogen hebben zijn de coaches. Deze zijn noodzakelijk om bij deze zeer moeilijk te bereiken groep binnen te komen. Niet ons ideaal, maar prioriteiten m.a.w. de overlast adequaat aan te pakken staat voorop. Dus: “Wat de straat- en gezinscoaches betreft, deze mensen hebben de taak om hangjongeren en overlastbezorgers aan te spreken. Ik vind dat de eerste prioriteit is dat de gemeente Amsterdam met behulp van deze mensen de kans heeft om tot het gezin door te dringen en de ouders op het gedrag van kinderen aan te spreken en vervolgens afspraken te maken. Dat er een paar orthodox gelovigen tussen zitten, die geen handen schudden vanwege hun geloofsovertuiging is in dit kader niet relevant. Wat relevant is, dat we deze groeperingen kunnen bereiken en deze mensen zijn mede om die reden gedetacheerd de SAOA”.

myriam Bergervoet, PvdA raadslid in Amsterdam: ‘Met stijgende verbazing heb ik in de raadvergadering van 13 februari naar onze burgemeester geluisterd. Job Cohen lijkt zo langzamerhand de weg een beetje kwijt te zijn. “De boel bij elkaar houden” begint steeds meer te lijken op een wanhopige poging om de kool en de geit te sparen. De handdruk is een gebruikelijke begroeting in Nederland. Mensen die namens de overheid optreden moeten deze basale omgangsvorm uiteraard in acht nemen. “Het geldt als buitengewoon beledigend een uitgestoken hand niet te aanvaarden”, aldus mijn etiquetteboek. Er het is natuurlijk gewoon discriminatie indien de handdruk wordt geweigerd aan een specifieke bevolkingsgroep, in dit geval vrouwen. Dat heeft ook helemaal niks met respect te maken, maar alles met de ondergeschikte en achtergestelde positie van de vrouw in de orthodoxe uitleg en beleving van de islam. Dan kunnen we net zo goed beweren dat het een teken van respect is schoolgaande dochters thuis te houden, of vrouwen te besnijden. (Waarbij aangetekend dat dat laatste een Afrikaans gebruik is en niets te maken heeft met de islam). En Afghanistan, Saoedie Arabie en Pakistan vormen dan waarschijnlijk de top 3 van de meest vrouwvriendelijke landen! Binnen de Islam is – althans in landen waar dat wordt toegestaan – een intensief debat gaande over democratie, mensenrechten, de rol van de vrouw in de samenleving, en respect voor andere religies en culturen. Vanuit het gedachtegoed van de PvdA moeten wij de progressieve krachten in dit debat steunen. Door goed te praten dat overheidsdienaren van de gemeente Amsterdam weigeren vrouwen de hand te schudden doen wij precies het tegenovergestelde, en bevestigen wij de conservatieve stroming. Extra bedenkelijk vind ik bovendien dat in het “handen schud” incident in Slotervaart de vrouw in kwestie notabene de opdracht kreeg zich aan de man aan te passen! Veel gekker moet het in dit land toch ook niet worden! Dit bevestigt de angst bij veel Nederlanders dat Nederlandse vrijheden en verworvenheden worden verkwanseld, zoals Peggy Burke het treffend verwoordt in haar bijdrage aan deze discussie. Of zoals mijn moeder zegt: “straks worden ‘zij’ hier de baas, en moeten wij ons aanpassen. Hiermee spelen wij alleen maar Verdonk en Wilders in de kaart, en vervreemden wij ons van een deel van onze eigen achterban. De PvdA dreigt hier een verkeerde afslag te nemen, een noodlottige beslissing die ons heel duur zal komen te staan!