21 januari 2008

Amsterdam trekt als een magneet

Ondanks dagelijkse files, torenhoge vastgoedprijzen en een overspannen arbeidsmarkt groeit de werkgelegenheid het sterkst in de regio’s van Amsterdam, Utrecht en Almere. Zij zijn goed voor de helft van de Nederlandse banengroei in de afgelopen tien jaar. Dat is veel meer dan op basis van het aantal inwoners kan worden verwacht.

Dat blijkt uit berekeningen van deze krant op basis van de nieuwste werkgelegenheidscijfers van het vestigingenregister Lisa in Enschede. Het Ruimtelijk Planbureau (RPB) concludeert hetzelfde in een studie naar de achtergronden van werkgelegenheidsgroei.

‘Er is geen sprake van een trek uit de Randstad naar omliggende regio’s in Gelderland en Noord-Brabant. Amsterdam trekt als een magneet. Blijkbaar zijn de files en de hoge prijzen nog niet afschrikwekkend genoeg om er niet naar toe te willen of om er weg te gaan’, zegt hoogleraar Frank van Oort van het Ruimtelijk Planbureau.

Hij deed met andere wetenschappers onderzoek naar lokale werkgelegenheid. En kwam tot de conclusie dat de agglomeraties Amsterdam, Utrecht en Almere vooral groeien in de zakelijke dienstverlening. Startende bedrijven en binnen de regio verhuizende bedrijven zorgen in deze regio bovengemiddeld voor de werkgelegenheidsgroei. ‘De omgevingsfactoren van Amsterdam zijn heel goed voor zakelijke dienstverlening. Er zijn veel andere bedrijven uit die sector en er zijn goede verbindingen, mede dankzij Schiphol. Je krijgt dan een cumulatief effect, waardoor nog meer bedrijven ernaartoe trekken. Groei levert weer groei op. Het wordt een opwaartse spiraal.’

Grote of belangrijke nieuwe vestigingen voor Amsterdam zijn onder meer het nieuwe hoofdkantoor van Akzo Nobel (vanuit Arnhem), Vodafone, dat deels vanuit Maastricht naar de hoofdstad vertrekt, en het sterk expanderende Indiase Tata Consulting, dat inmiddels vijfhonderd werknemers telt.

Amsterdams wethouder Lodewijk Asscher van Economische Zaken denkt dat het nog beter was gegaan ‘als we niet die grote congestieproblemen hadden gehad’. Overigens relativeert Asscher het succes. ‘Het is natuurlijk leuk dat je van Gouda wint, maar wij voeren concurrentie met Londen, Boedapest, Praag en Parijs.’ Het opdoeken van ABN Amro heeft volgens Asscher benadrukt dat ‘we niet achterover kunnen gaan leunen.

Dat blijkt al uit de cijfers over het jaar 2007. Amsterdam valt daarbij ver terug. Wethouder Asscher: ‘Wij lopen zowel voorop als het goed gaat als wanneer het met de economie iets slechter gaat.’

Den Haag en Rotterdam scoren veel minder hoge groeicijfers in de Lisa-statistieken en het RPB-onderzoek. Volgens Van Oort heeft dat te maken met de oververtegenwoordiging van overheden in Den Haag en de sterke aanwezigheid van de industrie en havengebonden distributie in Rotterdam. Sectoren die krimpen of nauwelijks meer groeien. Van Oort: ‘Er zitten niet zoveel relaties tussen de steden. Vele steden samen maken nog geen Randstad. Den Haag en Rotterdam profiteren daarom niet van de bedrijvendynamiek in Amsterdam en Utrecht.’

Regio’s in het zuiden van Friesland en Drenthe, Zwolle en delen van Gelderland boeken ook een grote werkgelegenheidstoename. Daarentegen hebben de traditionele probleemgebieden zoals Delfzijl, Zuid-Limburg en Oost-Groningen in de afgelopen tien jaar banen verloren of er nauwelijks iets bij gekregen, ondanks extra miljoenen die overheden in de achterstandsgebieden hebben gestoken. Opvallend: de agglomeratie Haarlem heeft ook te maken met achteruitgang in werkgelegenheid. Van Oort: ‘Ze profiteren blijkbaar niet van de groei van het nabije Amsterdam en Schiphol.’