Modeontwerpers kunnen terecht in prostitutiepanden
AMSTERDAM – In een deel van de voormalige prostitutieramen van seksondernemer Charles Geerts op de Amsterdam Wallen kunnen getalenteerde modeontwerpers binnenkort hun kleding tentoonstellen. Dat zei wethouder Lodewijk Asscher (Financiën) woensdagavond tijdens een door de hoofdstedelijke D66 georganiseerd debat. ,,Je koopt de jurk, niet de vrouw.”
Geerts verkocht zijn achttien panden met in totaal ruim vijftig ramen in september voor circa 25 miljoen euro aan NV Stadsgoed, een dochteronderneming van woningcorporatie Het Oosten. De gemeente Amsterdam ondersteunde de aankoop financieel.
,,Amsterdam heeft wat mode betreft heel veel te bieden”, lichtte Asscher zijn plannen toe. In hoeveel van de ramen ontwerpers komen te zitten, kon hij niet zeggen, wel dat het om een ,,flink aantal” gaat. Verder liet hij weten met verschillende organisaties in de modewereld om de tafel te zitten om de ideeën verder uit te werken. Mogelijk komen er ook ateliers in de voormalige prostitutiepanden.
De wethouder zei verder graag te willen dat de roemruchte hoerenbuurt niet meer enkel en alleen om seks draait. ,,Het zou mooi zijn als je daar laat zien wat Amsterdam verder allemaal te bieden heeft.” Dat zou volgens hem veel toeristen trekken, maar een ander soort dan de ,,brallende Britten” die het gebied nu graag aandoen.
Fractievoorzitter Ivar Manuel van de Amsterdamse D66 leverde tijdens het debat kritiek op de manier waarop het stadsbestuur vrouwenhandel en andere misstanden in de prostitutie aanpakt.
Zo stelde hij dat de gemeenteraad nauwelijks informatie krijgt over de Bibob-onderzoeken die Amsterdam uitvoert naar seksondernemers. Als bedrijven daarbij niet kunnen aantonen dat ze zich niet inlaten met malafide praktijken, krijgen ze geen vergunning. ,,Wij worden als volksvertegenwoordigers in het ongewisse gelaten.”