5 november 2007

‘Bemoeienis met opvoeding gaat te ver’

Achter de voordeur kijken. Ontbijt op school aanbieden. Kinderbijslag aan de gezinscoach geven als ouders niet willen opvoeden. De bemoeienis van de overheid met opvoeding, ouders en kinderen wordt groter. Is dit betutteling of is dit bittere noodzaak? Wij peilden de meningen.

Jeroen Dijsselbloem, Tweede-Kamerlid voor de PvdA (volgens Femke Halsema ‘een betuttelende moralist’): ‘Bittere noodzaak. De overheid en de hulpverleners moeten meer manieren vinden om ouders over de streep te krijgen hun verantwoordelijkheid te nemen. Soms is het aanbieden van hulp al voldoende, soms moet er drang bij te pas komen en als ouders echt bewust wegkijken dan heb je dwingende middelen nodig. Het idee om het geld (bijv de kinderbijslag) dan aan de gezinscoach te geven is prima; het versterkt zijn/haar positie en het geld kan toch ten goede komen aan de kinderen. Ik grijp liever wat steviger preventief in dan alles uit de hand te laten lopen en daarna om “strenger straffen” te gaan roepen. ‘

Pierre Heijnen, Tweede-Kamerlid, oud-wethouder van Den Haag: “it takes a village to raise a child” is een treffende uitdrukking voor het feit dat ouders niet alleen voor de opvoeding van hun kinderen staan: familie, buren, school, kerk, vereniging en nog veel meer partijen bemoeien zich vanouds ook met de opvoeding van kinderen. In een samenleving die veel individualistischer is geworden, is “the village” in veel gevallen weggevallen en staan ouders (soms maar een ouder!) er alleen voor. Dan is het helemaal niet zo vreemd als deze ondersteund worden door nieuwe verbanden als de lokale overheid, de school, de gezinszorg of wat dies meer zij. Waar ouders de verantwoordelijkheid niet aankunnen en zelf geen ondersteuning zoeken, mag deze wat mij betreft in het belang van het kind ook dwingend opgelegd worden.

Fatima Elatik, wethouder van o.a. jeugd in stadsdeel Zeeburg: ‘In een ideale wereld zou de overheid zich niet zo moeten bemoeien met wat achter de voordeur gebeurt. In de meeste gevallen willen ouders niets anders dan al het goede voor hun kinderen. 90% van de tijd lukt het ouders ook aardig om daarvoor te zorgen. Helaas komen we nog steeds in onze stad gezinnen tegen waar het niet zo goed geregeld is voor de kinderen en ook niet voor de ouders. Dan vind ik dat je als overheid niet achterover mag leunen en mensen aan hun lot overlaten. De vraag is alleen waar leg je de grens? Op het moment dat je constateert dat kinderen niet in hun primaire levensbehoefte worden voorzien (eten, drinken, school, kleding en veiligheid) zal de overheid moeten interveniëren. Het is niet leuk, maar het moet gebeuren. Hoeveel Savannah’s en hoeveel meisjes van nulde hebben we nodig voordat we afstappen van de voorzichtigheid? Als bestuurder zou ik het liefst de verantwoordelijkheid bij de ouders laten, maar helaas loop ik lang genoeg rond om te weten dat dat niet altijd kan. De kinderen in mijn stad die onder de armoedegrens leven zijn kinderen die alle aandacht van de overheid verdienen.
In mijn ogen bestaan er geen probleemkinderen maar probleemouders.’

Fenna Ulichki, Groenlinks raadslid in Amsterdam: "lt takes a village to raise a child" Wat mij betreft kan de overheid zich niet vaak genoeg bemoeien met opvoeden. Maar de vraag is hoe? Henna Buyne, wethouder Jeugdbeleid zegt op haar weblog van 30 oktober 2007: “Ik wil graag niet alleen met instituties over opvoeding spreken, maar met ouders en aanstaande ouders in gesprek komen om te horen wat zij nodig hebben” en "lt takes a village to raise a child". Dit betekent gedeelde verantwoordelijkheid”. Ik ben het volkomen met haar eens. “Die ouders” zijn echte mensen, met echte problemen, die je niet oplost door bijvoorbeeld de kinderslag tactisch in te zetten als pressiemiddel. Je ondermijnt daarmee het gezag van de ouders en treft ze in hun portemonnee. De rol van de overheid bij opvoeding moet voorwaarde scheppend en ondersteunend naar ouders zijn. Ouders die hun kinderen verwaarlozen en mishandelen moeten aangepakt worden. Absoluut! Alleen niet via een verordening van het college van B&W, maar zoals het hoort, via de rechter.’

Huub G.Verweij, VVD gemeenteraadslid Amsterdam: ‘Ik denk dat alle betrokken bestuurders, politici etc. vanuit een zeer goede intentie zoeken naar oplossingen om een aantal fundamentele zaken die schorten in de opvoeding van een aantal Amsterdamse kinderen. Echter, ik ben zeer voorzichtig met een directe interventie vanuit de overheid in het gezinsleven. Ouders zijn verantwoordelijk primair voor de opvoeding van hun kinderen, schort het daaraan dan dienen instanties aan te dringen op actie…van de ouders. Mocht dit falen dan zijn er diverse mogelijkheden waaronder de zwaarste maatregel: ontnemen van het ouderlijk gezag. De balans tussen de overheidsverantwoordelijkheid en de ouderlijke taak dient sterk in het oog te worden gehouden; de overheid heeft niet dezelfde taak als de ouders. Welwillende ouders moeten we steunen, adviseren en aanzetten tot beter gedrag maar ouders die de verantwoordelijkheid negeren of afschuiven dienen zwaar aangepakt te worden. Ontbijt op school gaat me echt te ver( hoe dan? Arme kinderen krijgen eten en ‘rijke’ kinderen niet) de tweedeling op school ontstaat daarmee. De maatschappelijke instanties die we niet voor niets in het leven hebben geroepen zoals Jeugdzorg moeten onze oren en ogen zijn, dáár zit specialisme en ruimte tot oplossen. Ik ben dus zéér terughoudend.’