Van de Zijlijn
Van de Zijlijn
Terugblik op de chaos
Ze hebben er een potje van gemaakt, de fractie en het afdelingsbestuur. Maar de leden hebben ook boter op het hoofd. We hebben ons gedragen als konijnen, gevangen in de lichtbak van de stroper. Geen kik hebben we gegeven maar de kalmerende woorden van fractie- en afdelingsvoorzitter geslikt of ’t paddo’s waren. Tijd om eens na te gaan wat er allemaal gebeurde. Ik heb er mijn knipselmappen maar eens voor leeggeschud. Dat leverde heel veel woorden op. Voor wie nooit genoeg krijgt van de PvdA-Zuidoost, achtereenvolgens:
- De Commissie-Van Thijn
- De Volkskrant, de PvdA en de Raad van de Journalistiek
- Rekenkamer en Integriteitbureau.
- Vandaag dit, morgen dat…
1. De Commissie-Van Thijn
Zo was het, nog maar anderhalf jaar geleden. Een PvdA-afdeling Zuidoost met meer dan 500 leden. Na verkiezingen de absolute meerderheid in de Deelraad. Hosanna en fanfare! Maar misère achter de façade. Een afdelingsbestuur vol ruzie die pas stil viel toen een deel van de bestuurders uit het strijdperk trad. Rustig werd het ook toen niet. Leden van een gezelschap dat zich ‘Forum voor Democratie, Gelijkheid en Rechtvaardigheid’ noemde, achtten zich ernstig tekort gedaan en bestookten PvdA-besturen op alle niveaus met hun klachten, afdelingslid Amzand, gefnuikt kandidaat-lijsttrekker, mopperde in de coulissen over de onheuse behandeling die hem ten deel zou zijn gevallen.
Deelraadsleden en bestuurders van de PvdA-Zuidoost kwamen in opspraak. Al meteen na de verkiezingen was het mis, toen zij de begroting van het stadsdeel belastten met een overbodige vijfde dagelijks bestuurder. Daarna leverde betwistbaar gedrag van Elvira Sweet, Ama Carr en Els Verdonk de PvdA verdiend-vervelende publiciteit op. De Volkskrant (14.10.’06) dikte de daardoor toch al onaangename sfeer rond de partij nog eens aan met een verhaal vol veronderstelde wantoestanden. Samen met het gemopper uit de onderbuik van de afdeling was het Volkskrantverhaal voor het landelijk PvdA-bestuur een sein tot actie. Het gaf een Commissie-Van Thijn opdracht te onderzoeken of het in Zuidoost bij ledenvergaderingen en kandidaatsstelling ‘conform de (pvda)regels’ was toegegaan. Ook moesten er aanbevelingen komen ‘om het functioneren van afdeling en afdelingsbestuur te verbeteren’. De Commissie bekeek de kandidaatsstelling voor de verkiezingen van 2006 en de daartegen ingebrachte bezwaren, bezag de klachten van aanhangers van het ‘Forum voor Democratie enz.’, en hield het gedrag van de in opspraak geraakte PvdA’ers tegen het licht. Haar bevindingen legde zij op 21.5.’07 neer in het rapport ‘Van Problemen en Pionieren’. Bij de kandidaatstelling, luidde een conclusie, was niks mis gegaan, de partijregels waren in acht genomen. De Commissie tikte voormalig kandidaat-lijsttrekker Amzand op de vingers. Hij had ‘methoden gebruikt die niet stroken met de grondbeginselen van een politieke partij’. Elvira Sweet had in strijd gehandeld met een PvdA-gedragscode door haar aanvaringen met de politie tijdens alcoholcontroles te verzwijgen. Zij kwam met de schrik vrij omdat deze code destijds ‘nog niet door het congres was vastgesteld’.
De leden van het ‘Forum enz.’ kregen de volle laag. Hun werd met recht en reden verweten ‘met hun scherpe, soms racistische bewoordingen, de sfeer in de afdeling zeer negatief (te) beïnvloeden’. Dit ‘consequent volgehouden gedrag’ was zo ‘ongepast en ontoelaatbaar’ dat Van Thijn c.s. het partijbestuur verzochten ‘conform bestaande procedures’ tegen hen op te treden.
Ogenschijnlijk sloot de Commissie Van Thijn met haar rapport een naargeestige periode in het partijleven af. Een afdelingsvergadering op 15.6.’06 stemde in met conclusies en aanbevelingen. Maar echt opgelost waren de problemen daarmee niet. Amzand én de leden van het ‘Forum enz.’ bleven het met het rapport oneens. De Forumleden waarschuwden in Het Parool (14.6.’07) dat zij hun strijd zouden voortzetten, De ‘witte klan’ had ‘de democratie in (de PvdA) Zuidoost in gijzeling genomen’ maar ‘zij lieten zich niet intimideren’. Dat is ter vergadering niet onopgemerkt gebleven. Gelukkig kregen de dwarsliggers de vergadering niet mee, hun enige succes was rapporteur Van Thijn op de kast te krijgen. We zullen ze dus nog wel tegenkomen. Nu lijkt het Forum zich even rustig te houden, Amzand daarentegen is inmiddels op de partijsites niet over het hoofd te zien. Herhaaldelijk neemt hij de PvdA-Zuidoost de morele maat. Heeft waarschijnlijk nooit gehoord van het gezegde ‘wie zonder zonden is, werpe de eerste steen’.
2. De Volkskrant, de PvdA en de Raad van de Journalistiek
Het Rapport-Van Thijn leek het afdelingsbestuur ruimte te bieden om het nieuwe politieke seizoen in alle rust voor te bereiden. Wel hingen de PvdA nog onderzoeken boven het hoofd, de gemeentelijke Rekenkamer en het Bureau Integriteit moesten nog naar buiten komen maar de afdelingsleden zagen de rapporten met vertrouwen tegemoet. Had de PvdA-fractie niet zelf op de onderzoeken aangedrongen en had fractievoorzitter Burgers de Volkskrant (website 14.10.’06) niet prompt van repliek gediend? Burgers verweet de Volkskrant zonder spoor van bewijs de indruk te hebben gewekt dat ‘PvdA’ers zakkenvullers zijn’, reden om het blad de eretitel kwaliteitskrant te ontnemen. Ook moest je uit De Volkskrant begrijpen, en alweer zonder bewijs, dat stadsdeel Zuidoost geteisterd werd door ‘totale willekeur en nepotisme’. Burgers’ geharnaste taal miste haar uitwerking op de PvdA-leden niet. Bestuurders en fractieleden begrepen dat hun fractievoorzitter ze vertrouwde, de partijleden zagen bevestigd dat zij op hun fractieleden konden rekenen.
Het lijkt de meeste PvdA’ers te zijn ontgaan dat kort voor publicatie van het Rapport Van Thijn een dreigend wolkje was verschenen. Dat zat zo. Niet alleen Zuidoost en PvdA-fractieleden waren in De Volkskrant in opspraak gebracht, ook over de afdelingsvoorzitter bevatte het artikel vervelende opmerkingen. Bolte had zich daarover beklaagd bij de Raad van de Journalistiek, een instelling die waakt over de zeden in medialand. ‘De verwijten kloppen niet’, schreef Bolte aan de Raad, en ‘de redactie had hem voor publicatie niet om commentaar gevraagd’. De Raad onderzocht de klacht en gaf Bolte gedeeltelijk gelijk (12.4.’07). Inderdaad, er was geen wederhoor toegepast, en daarmee had De Volkskrant de ‘grenzen overschreden van hetgeen – gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid – maatschappelijk aanvaardbaar (is)’. Maar daarmee schoot Bolte weinig op: de Raad had in het artikel geen ‘relevante feitelijke onjuistheden’ gevonden want ‘het artikel (werd) gestaafd door een groot aantal officiële documenten en deugdelijk onderzoek’. De klacht over de feiten werd daarom ongegrond verklaard. De Volkskrant had zich niet netjes gedragen maar wel haar feiten op orde gehad.
Het was een uitspraak om je eens achter de oren te krabben. Als de Volkskrant-beschuldigingen jegens Bolte ‘op deugdelijk onderzoek berustten’, gold dat dan misschien ook voor de andere beweringen? Moest de fractie dan niet vrezen dat ook Rekenkamer en Bureau Integriteit met onaangename uitspraken over PvdA’ers zouden komen? En moest er niet een plan worden voorbereid, een worst-case scenario, om een dan onvermijdelijke publicitaire storm het hoofd te bieden?
Uit niets blijkt dat iemand de bui zag hangen. Na de uitspraak van de Raad van de Journalistiek componeerde de afdelingsvoorzitter zelfs een triomfmars. In de opmaat won ‘Nick Bolte procedure van De
Volkskrant’, in het slotakkoord overwoog hij ‘de Volkskrant nu voor de burgerrechter te slepen’ (website, 16.04.’07) Dat zullen advocaten hem wel hebben afgeraden.
De fractie deed er het zwijgen toe. Misschien hebben de fractieleden zich binnenskamers zorgen gemaakt, Bolte kritisch toegesproken, onder elkaar indringende gesprekken gevoerd. De buitenstaander moet het ergste vrezen want pas bij het verschijnen van het Rapport van de Rekenkamer, twee maanden later, leek de fractie te ontwaken. Op 28.6.’07 deelde de fractievoorzitter mee dat de fractie als eerste stap ‘de situatie onder ogen’ had gezien, inmiddels was begonnen ‘lering te trekken’ en ‘de komende tijd (zou zij) maatregelen agenderen. Niet een schoolvoorbeeld van crisismanagement, meer van ‘de put dempen als het kalf verdronken is. ‘
3. Rekenkamer en Integriteitsbureau.
Ze kwamen eind juni 2007 bijna gelijktijdig ter beschikking, de rapporten van de Rekenkamer en het Bureau Integriteit. Het Bureau heeft interessante intellectuele exercities verricht. Het bracht in kaart hoe in Nederland gedacht wordt over de verwevenheid van politiek en maatschappelijk middenveld en over de dubbelfuncties die zich daarbij kunnen voordoen. Ook maakte het ‘een risicoanalyse van het proces van welzijnssubsidiëring in Zuidoost’. Tenslotte begeleidde het Bureau ‘een werkgroep van de stadsdeelraad van Zuidoost’ die zich onder begeleiding van een filosoof het hoofd brak over ‘gedragsregels en organisatierichtlijnen, die de gevaren van belangenverstrengeling bij de politieke beslissingen rond subsidiëring terug kunnen dringen’.
Van die werkgroep maakten maar liefst vijf partijgenoot-stadsdeelraadsleden deel uit, mw. Alcantara en de heren Bhola, Boldewijn, Doest en Owusu Sekyere. Als zij de werkgroepbijeenkomsten hebben bezocht en daar niet hebben zitten slapen moeten zij daar grondig hebben nagedacht en gesproken over de verborgen valkuilen en klemmen die de favorieten van Burgers en Bolte, de mensen ‘met de poten in de modder’, bedreigen. We gaan er maar vanuit dat ze niet alleen aanwezig waren maar ook actief hebben meegedacht. Wat is met die opgedane kennis dan vervolgens gebeurd? Hebben uitkomsten van de discussies in de werkgroep doorgeklonken in de fractie, is bij PvdA-fractieleden daardoor het besef verinnerlijkt dat zich tussen ‘afstand tot-’ en ‘betrokkenheid bij’ een mijnenveld bevindt.
In de reacties van de PvdA-fractie op het Rekenkamerrapport is daarvan niets gebleken. De één ‘heeft niets met belangenverstrengeling te maken’(Volkskrant 4.7.’07) een ander denkt (NRC/H 29.6.’07) ‘dat ons niet wordt gegund dat we de absolute meerderheid hebben’ en de fractievoorzitter heeft ontdekt (Parool 29.6.’07) dat ‘de meeste raadsleden het ‘verinnerlijkingstraject’ (van de integriteitcode) nog niet hebben afgelegd.’ Zijn sommige PvdA-fractieleden werkelijk zo dom dat ze ook na de publicatie in De Volkskrant, en ondanks de gesprekken van het Bureau Integriteit en het onderzoek van de Rekenkamer nog steeds dachten dat de bui wel weer zou overwaaien? Werd dat nog in de hand gewerkt doordat de werkgroepleden in de fractie niets te melden hadden? Of hadden ze het thema graag aangesneden maar was de agenda van het fractieberaad telkens zo overladen dat er nooit en te nimmer ruimte bleef voor hun bevindingen in de integriteitwerkgroep? Of had de fractie misschien wel tijd maar geen zin om haar tijd te verdoen met zoiets hoogdravends als het werk van het Bureau Integriteit?
De buitenstaander moet speculeren, de fractie heeft de partijleden, tijdens vergaderingen nóch op de afdelingswebsite, ooit geïnformeerd. Waarschijnlijk kregen vertogen over dubbelrollen en dilemma’s geen aandacht omdat fractieleden dachten toch niet gecontroleerd te worden. Omdat (de schijn van) belangenverstrengeling in de fractie niet als thema was geagendeerd konden ze doormee gaan zonder zich schuldig te weten. Maar zo kom je bij de Rekenkamer van de koude kermis thuis. Een Rekenkamer filosofeert niet maar toetst gedrag aan heldere maatstaven en laat geen vrije ruimte. Hadden raadsleden zich bij stemmingen schuldig gemaakt aan (de schijn van) belangenverstrengeling, hadden zij zich laten betalen voor werkzaamheden ten behoeve van door het Stadsdeel gesubsidieerde stichtingen? Het gaat om regels en hun toepassing, niet om overwegingen erachter. Bedoelingen doen niet voor de Rekenkamer ter zake, of iemand overigens een voortreffelijk volksvertegenwoordiger en beminnelijk mens is evenmin. Ook gaat de Rekenkamer niet over later te treffen maatregelen. Het trekken van consequenties is een taak voor het door de Rekenkamer in opspraak geraakte raadslid, en/of zijn partij, en/of een meerderheid van de raad. Als het raadslid het erg bont heeft gemaakt kan ook de rechter er nog aan te pas komen.
4. Vandaag dit, morgen dat…
Hoe het de laatste weken toeging. Het begon met een Rapport van de Amsterdamse Rekenkamer, dat een aantal PvdA-deelraadsleden in opspraak bracht. De PvdA in rep en roer. ‘Dit kan absoluut niet,’ riep partijvoorzitter Koole in Het Parool en stedelijk PvdA-boegbeeld Asscher vroeg om een snelle reactie. Snel? Da’s onverstandig, dacht de fractie in Zuidoost. Zo maar fractieleden op de stoep is ook weer een heel gedoe! En de raadsleden-in-opspraak? Die waren zich geen kwaad bewust en verdachten de Rekenkamer van vooringenomenheid. Dat maakt een snel besluit wel heel lastig. Er moet grondig worden nagedacht, er mag niet alleen worden afgegaan op de Rekenkamer. ook andere factoren kunnen van belang zijn. Geen overhaaste beslissingen dus, uitstellen! Dat vereist onverstoorbaarheid, als de halve wereld over je heen valt en aandringt op maatregelen, je in de deelraad de woede van de oppositie over je heen krijgt, je coalitiepartner VVD in je nek hijgt, het in de fractie rommelt. Hoe valt in die omstandigheden een voorstel tot uitstel? Een list moet uitkomst brengen. De afdelingsvoorzitter vertelt hoe dat ging, op de website van de PvdA Zuidoost.
Een beslissing. ‘Op 3 juli heeft de PvdA-fractie in de stadsdeelraad een verklaring afgelegd dat drie op de lijst van de PvdA gekozen leden niet langer deel uitmaken van de PvdA fractie’. Een vluchtroute: ‘De fractie heeft daarbij besloten de betrokken personen de gelegenheid te geven hun verweer door een onafhankelijk bureau een ‘second opinion’ te laten uitbrengen’
De vlieger ging dus niet op.
Wat doen jullie nou, vroeg de oppositie tijdens de deelraadsvergadering? Gooien jullie die drie fractieleden en nu tijdelijk uit of is het besluit definitie? De PvdA-fractievoorzitter gaf uitsluitsel. Drie in opspraak geraakte leden zijn ‘tot het einde van de zittingsperiode’ uit de fractie waren gezet. Daarmee leek ook de vluchtroute dichtgetimmerd. Nu het besluit was gevallen, wat had dan een ‘second opinion’ nog voor zin? Daarop was aangedrongen, schreef de afdelingsvoorzitter, ‘vanuit de behoefte zorgvuldig met personen om te gaan, en om de grondslag van het genomen besluit te waarborgen’. De oppositie nam er tijdens de deelraadsvergadering geen genoegen mee. Vertrouwde de PvdA-fractie de Rekenkamer niet? Die vraag maakte de geleerde in de fractievoorzitter wakker en hij gaf een college. Hij vertrouwde de Rekenkamer volledig maar een wetenschappelijk onderzoek moet falsifieerbaar en herhaalbaar zijn. En hij had er ook wel opgerekend dat de Rekenkamer omgevingsfactoren had meegewogen. Falsifiëren en herhalen zou de taak van de second opinion zijn.
Ook die vlieger gaat niet op. Een Rekenkamer is geen wetenschappelijk instituut dat hypothesen opstelt die weerlegd moeten kunnen worden, het verricht ook geen experimenten die een ander instituut moet kunnen herhalen. Een Rekenkam
er verzamelt feiten en toetst die aan wetten en gedragscodes en doet daarover een uitspraak. Een voorbeeld. Fractielid A., betrokken bij gesubsidieerde stichting B, stemt mee in de raad bij toekenning van een subsidie aan die stichting. Dat fractielid maakt zich schuldig aan overtreding van regel C, waarin belangenverstrengeling is omschreven.
Is een Rekenkamer dan onfeilbaar? Natuurlijk niet, de Rekenkamer is de Paus niet. Als uitspraken van een Rekenkamer volstrekt anders uitpakken dan je van te voren verwachtte dan kun je vermoeden dat de Rekenkamer haar werk niet goed heeft gedaan; de feiten niet goed heeft verzameld, de regels verkeerd heeft toegepast. Als je daarom een controle onderzoek wil moet je ronduit zeggen dat je twijfelt aan het werk dat de Rekenkamer verrichtte, niet je toevlucht zoeken in pseudo-wetenschappelijk geleuter.
Dat de PvdA-fractie meer tijd wilde verwerven om afgewogen beslissingen te nemen laat zich verdedigen. Dat ze in alle commotie de onverstoorbaarheid miste om tijd op een aanvaarbare manier te veroveren is ven begrijpelijk. Toch was het mogelijk geweest, dankzij de absolute meerderheid waarover fractie in de stadsdeelraad Zuidoost beschikt. Een voorbeeld van wat een denkbaar stappenplan was geweest:
Stap 1. Omdat afdelingsbestuur en fractie menen dat de Rekenkamer goed werk heeft verricht aanvaarden zij zonder enig voorbehoud de uitkomsten van de Rekenkamer.
Stap 2. Fractie en afdelingsbestuur schorsen alle in opspraak geraakte fractieleden tot de eerste bijeenkomst van de stadsdeelraad na het reces.
Stap 3. Tijdens het reces zorgen fractie en afdelingsbestuur voor een politieke afweging waarin ervaring, ijver én kwaliteiten van het raadslid, geconstateerde fouten, de consequenties daarvan voor het aanzien van PvdA en politiek in het algemeen worden betrokken. Fractie en afdelingsbestuur laten zich daarin desgewenst bijstaan door een deskundige.
Stap 4. Fractie en afdelingbestuur nemen, kort voor het einde van het reces, ondubbelzinnig gemotiveerde besluiten. Gewraakte raadsleden wordt definitief uit de fractie gezet of wordt de kans geboden zich in de resterende raadsperiode te rehabiliteren. Wie blijft zet een streep onder iedere vorm van belangenverstrengeling en stort ten onrechte ontvangen honoraria terug.
Stap 5. Fractie en afdelingsbestuur leggen de beslissingen ter finale besluitvorming voor aan de ledenvergadering.
Stap 6. De fractie legt genomen besluiten op de eerste vergadering na het reces voor aan de stadsdeelraad en verdedigt ze.
Een Rekenkamer doet uitspraken over gedrag, de politiek bepaalt wat met die uitkomsten gebeurt en schuift haar verantwoordelijkheid niet af naar een ‘onafhankelijk bureau’.
Voor deze aanpak zal het wel te laat zijn, maar hopelijk heeft de fractie haar lessen inmiddels geleerd en begrepen dat doorzichtige listen als een boemerang op je zelf terugslaan. Niet Vandaag dit, morgen dat graag, maar een aanpak die betrokkene en buitenstaander volgen en begrijpen kunnen. Eerlijk gezegd vrees ik het ergste. Aan het begin van de laatste deelraadsvergadering meldde de PvdA-fractievoorzitter dat een drietal leden was geschorst, aan het eind van de bijeenkomst dat het drietal definitief buiten de deur was gezet. En wat zegt hij nog geen week later? Opnieuw het Stadsblad: ‘Het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten doet het tegenonderzoek waarmee de drie leden zich hopen te verschonen. Van Burgers mogen de drie terugkomen in de fractie als zou blijken dat ze smetvrij zijn’.
Wouter Gortzak