Het antwoord van de verpleegkundige
Beste Manon,
Bedankt voor je brief. Laat ik voorop stellen dat ik niet kan meepraten over ervaringen in de verpleeg- en verzorgingshuiszorg of andere ziekenhuizen in de regio. Mijn opleiding gaat via het AMC waar ik dan ook al mijn halfjaarlijkse stages loop.
Het AMC is cultureel zeer divers op het gebied van patiënten. Uiteraard fungeert het ziekenhuis als regioziekenhuis voor heel Amsterdam Zuidoost. Daarnaast is het één van de Nederlandse academische traumacentra. Zodoende krijgen we een zeer divers publiek, zowel van allochtone als autochtone afkomst. Dit betekent dat je als verpleegkundige altijd rekening moet houden met de achtergrond van de patiënt, zowel in benadering als in de aangeboden zorg. Ik kan zeggen dat ik in de afgelopen jaren veel heb geleerd over de omgang met mensen. Volgens mij is de diversiteit van Amsterdam zeker in de patiëntenpopulatie is terug te vinden.
Wanneer ik kijk naar mijn collega’s dan is deze diversiteit aanzienlijk minder. In principe streeft het ziekenhuis ernaar om bij het personeel een representatieve afspiegeling van de (lokale) bevolking te krijgen. Onder de verpleegkundigen is deze afspiegeling niet aanwezig. Daarnaast zie ik op de Hogeschool van Amsterdam weinig studenten HBO-Verpleegkunde van allochtone afkomst. De diversiteit is hier helaas ver te zoeken. Dit ondanks een actief beleid van het AMC om deze diversiteit wel te verkrijgen.
Je vraagt me of er een verandering is geweest in de patiënten die ik tegenkom en de problemen en ziektebeelden waarmee ze naar het ziekenhuis komen. Ik ben bang dat ik je dat antwoord schuldig moet blijven. Mijn ervaring is te kort om daarover mee te praten en het ziekenhuis te groot om dat te overzien. Als ik inga op de veelgehoorde opmerkingen dat patiënten mondiger zijn geworden dan kan ik enkel zeggen dat internet heeft gezorgd voor een grotere kennis bij patiënten. Het nadeel is helaas dat de bronnen niet altijd betrouwbaar zijn waardoor patiënten soms verkeerd geïnformeerd worden.
Binnen de opleiding wordt al ruim aandacht besteed aan verschillen tussen culturen, kritische patiënten en hoe hiermee om te gaan. Dit is immers een belangrijk onderdeel van het vak. In plaats van zelf opleidingen te beginnen lijkt het mij logischer en goedkoper om samen met de opleidingen te bespreken of hier nog winst valt te behalen.
Het onderzoek naar de taakdruk en emotionele belasting zal zeker interessante resultaten opleveren. Binnen het AMC wordt al regelmatig geklaagd over de werkdruk. Nu is het officieus zelfs zo dat de werkdruk in een algemeen ziekenhuis hoger is dan in een academisch. Tegelijk worden er steeds meer taken aan de functie verpleegkundige toegevoegd.
Om meer mensen enthousiast te krijgen voor het vak zal eerst de heersende sfeer doorbroken moeten worden. Verpleegkundigen voelen zich regelmatig ondergewaardeerd en onderbetaald. Ook uit jouw brief krijg ik de indruk dat het beeld van verpleegkundigen zich beperkt tot mensen helpen met wassen. Dit is weliswaar een belangrijk onderdeel, maar ook zeker een klein onderdeel van het gehele pakket. Wanneer verpleegkundigen zich gewaardeerd voelen en dit hopelijk ook in de salariëring terugkomt, zal er een positief signaal van de beroepsgroep uit gaan. Dit lijkt mij de belangrijkste motivatie voor jonge mensen om het vak te kiezen.
Tot slot moet het werken in Amsterdam aantrekkelijk blijven. Via het AMC kan personeel met voorrang een woning verkrijgen. Dit lijkt mij een goed begin. Helaas heeft de gemeente wel toegestaan dat het GVB meerdere lijnen vanaf het AMC heeft opgeheven waardoor het AMC zowel voor patiënten als personeel aanzienlijk slechter bereikbaar is. De belangrijkste overgebleven lijn, metro 54, is vooral voor de vrouwelijke collega’s na een late dienst niet de prettigste. Ik denk dat we ons moeten afvragen welke randvoorwaarden er mogelijk zijn. Volgens mij kan het personeel in Amsterdam zelf daarop het beste antwoord kan geven.
Met vriendelijke groet,
Steven Groeneveld