11 mei 2023

Amsterdam kiest voor een solidaire, verbonden stad

Vandaag presenteerde wethouder Financiën Hester van Buren (PvdA) namens het college de Voorjaarsnota 2023. Ondanks de moeilijke financiële context houdt het college vast aan de ambities om ongelijk te investeren voor gelijke kansen.

“Ik ben blij om te zien dat het college met deze Voorjaarsnota inzet op verbinding in stad, zowel letterlijk als figuurlijk, zodat we elkaar kunnen blijven ontmoeten”, zegt fractievoorzitter Lian Heinhuis. “Het college kiest ervoor de grote uitdagingen van deze tijd tegen te gaan. Er gaat geld naar het openbaar vervoer en volkshuisvesting, maar ook naar het tegengaan van wachtlijsten in de jeugdzorg en het opvangen van nieuwkomers. Ik vind deze keuzes getuigen van een sociale koers waarbij oog is voor de meest kwetsbaren in de stad.’’

Verbonden stad

“Deze nota houdt ook rekening met de groei van de stad”, aldus Farley Asruf, woordvoerder financiën. “We gaan, eerder dan verwacht, naar één miljoen inwoners. Dan is het essentieel om langetermijninvesteringen te doen. Door geld vrij te maken voor de brug over het IJ onderstrepen we het belang om juist nu te investeren in een verbonden stad. We zijn ook opgelucht dat de verschraling van het openbaar vervoer wordt tegengegaan. Een fijnmazig OV-netwerk is van onschatbare waarde. Met deze keuzes zorgen we ervoor dat Amsterdammers van A naar B kunnen, nu en in de toekomst.”

Heinhuis: “Het is goed dat er ook geïnvesteerd wordt in sport en belangrijke culturele en educatieve voorzieningen zoals het Slavernijmuseum en OBA Next. Hiermee doen we recht aan zowel de geschiedenis als de toekomst van de stad. Bovendien zullen dit plekken worden waar Amsterdammers elkaar zullen ontmoeten.

Solidaire financiële keuzes

“Juist in deze financieel moeilijke tijden is het van belang Amsterdammers niet in hun portemonnee te raken”, zegt Asruf. “Dat gebeurt nu door de ambities te bekostigen door meer geld te genereren uit de toerismebelasting. Daarmee maakt het college een verantwoorde keuze. Tegelijkertijd blijven de teruglopende financiële middelen vanuit het Rijk (ook wel het ‘ravijn’ genoemd, verwacht vanaf 2026) problematisch. Het blijft vreemd dat het Rijk dat doorzet, terwijl de gemeenten steeds meer taken moeten uitvoeren. Desondanks laat Amsterdam opnieuw zien hoe solidariteit zich vertaalt in financiële keuzes. Zo blijven we inzetten op een stad voor alle Amsterdammers.”