Wouter Bos: 'goed in zelfkastijding'
Tussen Louis van Gaal en Johan Cruijff schijnt een gespannen verhouding te bestaan. Maar op één punt treedt van Gaal nadrukkelijk in de voetsporen van Cruijff: het grossieren in volkswijsheden. Laatst gaf hij commentaar op het puntenverlies van PSV bij NEC en zei: "Koeman zegt dat hij in de hoek zit waar de klappen vallen. Dan weet je één ding zeker: dan krijg je ze ook".
Ik dacht even dat hij het over de PvdA had. We blijken dezer dagen weer eens heel goed in zelfkastijding. Liefst zorgen we er zelf voor dat het debat gaat over wat de PvdA niet heeft binnengehaald in het nieuwe coalitie-akkoord in plaats dat we uitventen hoe we een succes gaan maken van wat we wél hebben mogelijk gemaakt. Dan moet je niet raar opkijken als -zie Van Gaal- de energie alleen maar verder wegsijpelt en de somberheid alleen maar verder toe neemt. Mijn punt is niet dat er geen reden is om kritisch te kijken naar wat er met de PvdA aan de hand is. Maar wel dat we niet in dat verleden moeten blijven hangen en nu snel over moeten gaan tot wat er nu moet gebeuren: resultaten boeken, profiel maken, gewone mensen vertegenwoordigen in hun zorgen en idealen, vertrouwen opbouwen en verkiezingen winnen.
Makkelijk gezegd maar niet makkelijk gedaan als je in een spagaat zit. Dat beeld komt van René Cuperus en Frans Becker in hun bijdrage aan de bundel "Verloren Slag" waarin uitvoerig wordt teruggeblikt op de verloren verkiezingen van november. Het beeld van de spagaat intrigeert. Een balletzaal vol spagaten zelfs, volgens Cuperus in Buitenhof. Een partij die uiteen getrokken wordt tussen links en midden, tussen hoog opgeleid en laag opgeleid, tussen allochtoon en autochtoon, tussen bestuurders en bestuurden. Maar vooral tussen mensen die vrezen te verliezen bij globalisering en migratie en mensen die er baat bij hebben.
Intrigerende beeldspraak omdat de PvdA al sinds haar oprichting in spagaat is. Laat dat nou ook de bedoeling zijn geweest. Met het samen gaan van bijvoorbeeld de Vrijzinnig Democraten en de SDAP werd gekozen voor een brede volkspartij waarin zowel progressieve intellectuelen als lager opgeleiden hun plek konden krijgen, zowel sociaal-liberalen als meer klassieke socialisten. Het hele idee van die brede volkspartij was immers dat je alleen met zo’n breed draagvlak solidariteit en emancipatie kunt organiseren. Wat Cuperus en Becker de spagaat van de Partij van de Arbeid noemen, zie ik juist als onze grootste kracht.
De conclusie moet vooral zijn dat we niet in staat zijn geweest die kracht te verzilveren. In dat licht is het interessant nog eens terug te keren naar andere artikelen in "Verloren Slag". Het gros van de auteurs analyseert de verkiezingsnederlaag immers helemaal niet in termen van een teveel aan spagaten maar heeft een eenvoudiger analyse: een slechte campagne. Ook dat lijkt me te simpel. Zij verklaart bijvoorbeeld niet waarom niet alleen de PvdA verloor maar ook VVD, D66, CDA en Groen Links. Was het dan toeval dat dit allemaal partijen waren die JA adviseerden bij het referendum over de Europese Grondwet en zich allemaal in het relatieve midden van het politieke spectrum bevinden? Een analyse van de verkiezingsnederlaag louter in termen van de campagne schiet ook tekort als we over de grens kijken en zien dat overal in Europa sociaal democraten het moeilijk hebben.
Er moet dus meer aan de hand zijn. Ik ben geneigd te concluderen dat de strategische uitgangspositie voor de PvdA sowieso moeilijk was en ook nog wel een tijdje zal blijven. Met fouten in de campagne hebben we het er vervolgens bepaald niet beter op gemaakt. Over hoe we dat in de toekomst allemaal beter gaan doen, zal de commissie-Vreeman binnenkort aanbevelingen doen. Maar voor hoe we die uitgangspositie verbeteren voel ik me verantwoordelijk. Nu. Daarover het volgende.
De verdeeldheid tussen hoger opgeleiden en lager opgeleiden waar Cuperus en Becker op wijzen, is één aspect. Het verklaart hoe in onze eigen achterban, meer dan in die van andere partijen, grote verschillen aan het licht kunnen komen over onderwerpen als globalisering, migratie en Europa. Maar ook speelt een rol dat de PvdA de partij bij uitstek is waarbinnen allochtonen en allochtone politici een deel van hun emancipatie-proces doormaken. Persoonlijk vind ik dat iets om trots op te zijn. Maar het betekent ook dat wij in zo’n proces meer dan andere partijen te maken krijgen en zullen krijgen met heftige discussies en dilemma’s over alles wat te maken heeft met integratie en migratie, van dubbele nationaliteiten tot de Armeense volkerenmoord. Tenslotte speelt een rol dat onze mars door de instituties bijna te goed is gelukt. In het openbaar bestuur maar ook in tal van publieke en semi-publieke instellingen barst het van de PvdA-ers. Het stelt ons meer dan menig ander in staat veranderingen in gang te zetten e n resultaten te boeken. Maar het maakt ons ook meer dan menig ander kwetsbaar voor regentengedrag en bestuurlijk autisme.
Dat is de uitgangssituatie. En dit is de koers.
Ten eerste moeten we van onze zwakten weer onze kracht maken. De diversiteit van onze achterban, de aantrekkelijkheid van onze partij voor emanciperende allochtonen, de kracht van onze bestuurders: het antwoord moet niet zijn dat we ons daarvoor schamen of ons ervan proberen te ontdoen maar dat we het uitbuiten. In tegenstelling tot de vele deskundologen die me deze dagen van advies dienen over koers en strategie, geloof ik niet dat we moeten kiezen tussen de vleugels die de PvdA al sinds haar oprichting kent, voor de sociaal-liberalen of de meer ‘klassieken’. Ik geloof nog altijd dat het de unieke kracht is van de PvdA beide groepen aan zich te kunnen binden. Het vergt wel een beter verhaal en om dat te ondersteunen een veel professionelere scouting, recrutering en scholing van talent. Zodat niet alleen maar doctorandussen in beeld komen als beeldbepalende PvdAers maar meer ‘gewone mensen’ en Jan-Schaefer-types. Ook het feit dat we zoveel zoveel allochtonen in de achterban hebben moeten we als kracht aanwenden ondanks dat het ons ongetwijfeld eerder en vaker met dilemma’s confronteert dan andere partijen. Maar het zou ons bijvoorbeeld ook in staat moeten stellen om eerder en beter dan wie ook de grootsteedse integratie-problematiek aan te pakken, juist omdat wij daarvoor draagvlak bij autochtonen en allochtonen moeten kunnen verwerven.
Een tweede prioriteit is dat we meer moeten investeren in ons verhaal. Ik ben niet in het kabinet gestapt omdat ik geloof dat alles vanzelf wel goed komt met de PvdA als er maar geregeerd wordt. Op ideologisch gebied is de inhaalslag wat mij betreft nog lang niet voltooid. Niet dat we van nul hoeven te beginnen. Integendeel, de contouren staan. Centraal in ons beginselprogramma en verkiezingsprogramma maar ook in het optreden van de Tweede Kamerfractie van de afgelopen jaren staat de notie dat onze samenleving razendsnel verandert en dat je mensen alleen maar mee krijgt in die veranderingen als ze er grip op hebben en zeker weten dat ze er niet alleen voor staan. Daar heeft ook altijd de kern van de sociaal democratie in gelegen: solidariteit, niet om mensen afhankelijk temaken maar om ze sterk en weerbaar te maken. Het probleem is dat die solidariteit steeds moeilijker te organiseren valt als de bevolking diverser wordt, welvaartsverschillen toenemen, grenzen vervagen, integratie faalt, terrorisme en terror ismebestrijding zich steeds moeizamer verhouden tot de rechtsstaat en de publieke sector vastloopt in ofwel marktwerking ofwel bureaucratie. In de bouwblokken die het verhaal moeten vormen dat op die problemen een antwoord vormt, is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Een vernieuwde constructief-kritische visie op Europa. Een stevig verhaal over integratie waarbij we hoge eisen stellen aan migranten maar ook aan de ontvangende samenleving. Een visie op de verzorgingsstaat waarbij nadrukkelijk naar Scandinavische voorbeelden wordt gekeken en fors wordt gedecentraliseerd. Een herinrichting v
an de publieke sector waarbij maatwerk en kwaliteit leidend zijn in plaats van bureaucratische gelijkheid. Een eigen verhaal over normen en waarden waarin de Aboutalebiaanse versie van respect centraal staat en waarin onderkend wordt dat er grote groepen burgers in ons land zijn die baat hebben bij een gezonde portie paternalisme omdat ze anders niet mee komen. Die bouwstenen hebben we. Maar het huis staat nog niet. Resultaat is dat voor veel mensen het standpunt van de PvdA nog te vaak onvoorspelbaar is. Dan blijken beelden uit het verleden het al snel te winnen. Waardoor de verwarring alleen maar groter wordt. Om dat te overwinnen hebben we tijd en resultaten nodig. En denkkracht. Niet alleen na de verkiezingen maar liefst ook ervoor.
Mijn derde prioriteit is tenslotte een pleidooi voor zelfvertrouwen. Daar ontbreekt het schromelijk aan. Het zal zeker te maken hebben met de omschakeling van oppositie naar regeren en met de polarisatie van het politieke debat waarin compromissen snel aan kritiek onderhevig zijn. Maar het heeft zeker ook te maken met de opkomst van de SP. Dat is ook niet niks. Maar één ding weet ik zeker, als we met zijn allen als konijntjes in de koplampen van de SP gaan zitten staren en bij elke beslissing of elk dilemma ons gaan afvragen of daardoor misschien mensen voor de SP gaan kiezen, zal het alleen maar verder bergaf gaan.
Tegenover die hopeloze bangigheid kies ik voor zelfvertrouwen, assertiviteit en normalisering van onze verhouding tot de SP. Dat betekent allereerst het onderkennen van de verwantschap. Plus de erkenning van het feit dat wat we ook denken van het NEE-karakter van de SP, proteststemmen beter aan de linkerzijde terecht kunnen komen dan aan de rechterzijde. Normalisering betekent ook dat we de SP nadrukkelijk uit moeten nodigen om bestuurlijk samen te werken. Het is in dat opzicht jammer dat de SP uiteindelijk in geen enkel provinciaal bestuur is terecht gekomen; iets waar voorzover ik het kan inschatten uiteindelijk alle partijen schuld aan hebben.
Normalisering betekent natuurlijk ook dat we niet naïef moeten zijn. De SP ziet echt de VVD of het CDA niet als haar grootste concurrent maar ons. Dat is allemaal niet erg maar vraagt wel enige volwassenheid in hoe we met elkaar om gaan. Daar hoort ook bij dat we elkaar niet sparen in het debat. De afgelopen jaren maakten we de fout het debat met de SP onvoldoende te zoeken. Die fout maken we niet nog een keer. We zijn geen SP en we worden geen SP. Wij moeten geloven in eigen kracht en staan voor onze principes. En juist rond solidariteit maken we heel andere keuzes. Ons verhaal is een verhaal waarbij solidariteit mensen sterker maakt, waarbij niet alle heil van staatsingrijpen wordt verwacht, waarbij solidariteit ook internationaal betekenis heeft en waarbij gevestigde belangen soms ter discussie moeten worden gesteld om solidariteit in de toekomst te kunnen borgen.
Bij de SP is solidariteit te vaak een verhaal dat mensen afhankelijk houdt, waar te veel verwacht wordt van de overheid, waarbij te nationalistisch geredeneerd wordt en waarbij te makkelijk aansluiting gezocht wordt bij elke actie gericht op het beschermen van gevestigde belangen. Ook de houding "we hebben geen haast om te regeren, we kunnen nog wel vier jaar wachten" is niet de onze. Wij kunnen immers wel vier jaar wachten maar de asielzoekers die in aanmerking komen voor een generaal pardon niet, de huurders niet, de WAOers niet, de bewoners van achterstandswijken niet, het milieu niet. En dus zijn we aan de slag gegaan. En moeten we dat durven verdedigen.
Natuurlijk, we kunnen ook eindeloos bezig blijven over de dingen die we daarbij niet hebben weten binnen te halen. We kunnen ons laten verlammen door de angst voor de SP en verder zetelverlies. We kunnen er nog honderd spagaten bij verzinnen. Maar we kunnen daar ook een punt achter zetten en laten zien dat we kunnen leren, dat we kunnen leveren en dat we ergens voor staan. Daar kies ik voor.
Met vriendelijke groet,
Wouter Bos