In Memoriam: Ed van Thijn (1934-2021)
Afgelopen zondag ging er een grote schok door onze stad en onze partij toen bekend werd gemaakt dat onze oud-burgemeester Ed van Thijn op 87-jarige leeftijd is overleden. Een man die heel veel betekend heeft voor de stad Amsterdam en voor de PvdA Amsterdam. Veel partijgenoten (en vele anderen, tot ver buiten Amsterdam) geven uiting aan hun verdriet, de herinneringen en geleerde lessen.
Gerdi Verbeet en Wim Meijer hebben op verzoek van de PvdA Amsterdam een prachtig In Memoriam geschreven, dat wij naar alle leden toesturen om stil te staan bij het overlijden van Ed van Thijn. Ook de jongere generaties binnen onze partij herdenken hem: Fathiya Abdi vertolkt dat door te wijzen op de lessen die we kunnen leren van Ed van Thijn. Het is de komende dagen voor iedereen mogelijk om afscheid te nemen van Ed van Thijn. Dit kan op twee manieren. Er is een fysiek condoleanceregister op het stadhuis (ingang Spinzonabeeld), en een digitaal condoleanceregister, via: http://www.amsterdam.nl/condoleancesvanthijn Lees onder de afbeelding de In Memoriams van Gerdi Verbeet & Wim Meijer en Fatihya Abdi. |
In Memoriam Ed van Thijn (1934 – 2021)
Een leven toegewijd aan de publieke zaak, door: Gerdi Verbeet en Wim Meijer Bij het overlijden van zo’n inspirerende politicus gaan je gedachten vanzelf terug naar de ontmoetingen die je met hem had, naar je gezamenlijke herinneringen. Wij delen ze graag. In Wims herinnering was het december 1977. De onderhandelingen over een tweede kabinet Den Uyl waren vastgelopen. Ed, gedesillusioneerd na zoveel inspanning zonder resultaat, had zichzelf een kort verlof toegekend. Na enkele weken zag Wim hem terugkeren met een afgeplakt oog. Veroorzaakt door opstijgende sigarenrook bij het schrijven van Dagboek van een onderhandelaar, het verslag van een maandenlange strijd over de vorming van een nieuw kabinet. Ed had hierbij als leider van de Tweede- Kamerfractie van de PvdA in de voorhoede gespeeld. Gerdi heeft dat dagboek net als vele anderen verslonden – het werd een politieke bestseller, uniek in zijn soort. Ed zelf leerde ze pas kennen tijdens het tweede kabinet Kok, toen Ed lid was van de Eerste Kamer en zij politiek assistent van Ad Melkert als fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Het Dagboek was een zeldzaam – niet eerder vertoond – openhartig relaas over een kabinetsformatie, over de poging om een tweede kabinet Den Uyl te formeren. Ed doorbrak de geheimzinnige sfeer die in die dagen nog rond een kabinetsformatie hing. Het werd een zoektocht naar de beweegredenen van zijn gesprekspartners en zijn partijgenoten en naar de redenen waarom een kansrijke missie uitliep op een groot debacle. Ed is in 1962 – ruim een halve eeuw geleden – als lid van de gemeenteraad van Amsterdam toegetreden tot de politiek. Op het moment van een breuk, een overgang in de maatschappelijke en politieke verhoudingen in Nederland. De jaren ’60 waren aangebroken. Van een relatief rustig, traditioneel en verzuild land raakte Nederland in een tijd van beroering, opstand. We zagen een sterke politieke bewustwording en roep om democratisering. Ieder tijdperk kent zijn eigen politieke uitdaging. Sinds die dagen is Ed zijn hele actieve leven in de politiek en het openbaar bestuur gebleven. Hij heeft daarbij nagenoeg alle denkbare functies uitgeoefend. Lid van de gemeenteraad, lid en later voorzitter van de Tweede- Kamerfractie van de PvdA, minister van Binnenlandse zaken, informateur, burgemeester van zijn stad en tenslotte in de jaren ‘90 hoofdwaarnemer van de brandhaarden op de Balkan. Een respectabele lijst met belangrijke mandaten. Hij vervulde deze met grote inzet en creativiteit. Een levenslange toewijding aan de publieke zaak. Maar hij was meer dan een politieke leider en bestuurder. Zijn zorg ging uit naar de kwaliteit van onze democratie en het functioneren van het politiek bestel als antwoord op de grote maatschappelijke uitdagingen. In artikelen, boeken, initiatiefvoorstellen droeg hij vele ideeën aan voor de versterking van de overheidsorganisatie en de rol van de volksvertegenwoordiging. Gedurende zijn loopbaan publiceerde Ed achttien boeken. Een ongekende productie en reflectie op zijn politieke inzichten en ervaringen. Met Joop den Uyl had hij jarenlang een innig verbond. Eerst bij de wetenschappelijke denktank van de PvdA: de Wiardi Beckmanstichting. Daarna in de landelijke politiek. Zij vormden samen de intellectuele kracht binnen de sociaaldemocratie in Nederland. “Eerlijk delen van kennis, macht en inkomen” werd het motto voor een groot programma aan hervormingen op het gebied welzijn, onderwijs, zorg, sociale zekerheid, sociale woningbouw en zeggenschap voor de burger dat nog steeds buitengewoon relevant en actueel is. Als fractieleider in de Tweede Kamer heeft Ed een belangrijke strategische rol gespeeld. Met zijn ideeën over investeringsbeleid, deling van vermogens, zeggenschap van werknemers en een andere grondpolitiek vertolkte hij de essentie van sociaaldemocratische politiek van dat moment en de maatstaf voor het dragen van regeringsverantwoordelijkheid. Hij ontwikkelde een visie, een perspectief op verandering. Ook al ging het onze partij vaak niet snel genoeg. Wie een goed begrip wil krijgen van de diepste politieke drijfveren van Ed kan niet heen om zijn ingrijpende ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. Zijn verblijf in Westerbork en de achttien adressen van zijn onderduik. Steeds opnieuw werd hij in de steek gelaten. Op wonderbaarlijke wijze overleefde hij de oorlog. In zijn laatste boek “Blessuretijd” rekent hij nog een keer af met de macabere herinneringen, het zwarte gat van onze beschaving 1940-45. “Ik leef niet in het verleden, maar het verleden leeft wel in mij”. Daarmee gaf hij aan hoe in essentie oorlogservaringen, vervolging en discriminatie, zijn leven definitief hebben bepaald en hem hebben geïnspireerd om zich onafgebroken te verzetten tegen vreemdelingenhaat en groepsoordelen. De beroving van zijn vrijheid, de doodsangst uit zijn jeugd – ze zouden hem nooit meer loslaten. Ze vormden de rode draad in zijn leven en politieke loopbaan. Hij maakte zich altijd grote zorgen over de mogelijke terugkeer naar de staat van onderdrukking en vervolging. “Het kan zo maar weer anders zijn”, merkt hij in een van zijn boeken op. Ed was zich bewust van de kwetsbaarheid van de humanitaire kant van onze samenleving – of dat nu gaat over de kwaliteit van onze democratische instituties, de garantie van onze vrijheid, onze houding ten opzichte van vluchtelingen of de multiculturele samenleving. In het boek Blessuretijd roept hij de vraag op: is er nog toekomst voor moreel leiderschap? Een begrip, zo stelt hij, dat staat voor de noodzaak om in het politieke debat een aantal elementaire fatsoensnormen in acht te nemen. Voor beginselen ontleend aan onze rechtsstaat en de internationale verdragen waaraan wij ons gebonden hebben: fundamentele begrippen als tolerantie, democratie, vrijheid, burgerschap, diversiteit, gemeenschapszin en publieke moraal. De onmiskenbare bouwstenen van de samenleving waarin verscheidenheid aanvaard wordt. Dat is waar Ed zijn leven lang voor stond. Hij was een politicus met een sterke kern van integriteit, met toewijding aan het publieke belang en met de moed om stelling te nemen als het ging om vragen van humaniteit en solidariteit. Een politicus waarbij vorm en inhoud samenvielen, iemand die zijn woorden zorgvuldig koos, maar niet schroomde scherp te zijn als dat geboden was. Een politicus die ook wist dat je soms je verlies moet nemen, zowel als onderhandelaar voor een nieuw kabinet of toen hij voortijdig moest aftreden als minister van Binnenlandse Zaken. Hij wist dat zoiets de uitkomst kan zijn van een democratisch proces. Het verstoorde niet zijn diepe loyaliteit aan de democratische instituties en zijn levenslange verbondenheid met de sociaaldemocratie. Ed had een sterk ontwikkeld gevoel voor de tijdgeest. Hij begon bij de Wiardi Beckmanstichting op een moment dat er behoefte was aan nieuwe ideeën over de verzorgingsmaatschappij en aan staatkundige vernieuwingen, aan een grotere invloed van de burger op de politieke besluitvorming. En hij leverde – met tal van studies en rapporten. Als actief politicus leidde hij de grootste regeringsfractie op een cruciaal moment in de Nederlandse politiek. Hij werd burgemeester van Amsterdam en bouwde mee aan een ongekend krachtige ontwikkeling van deze stad met internationale uitstraling. Maar in tijden van crisis of nood – zoals bij de Bijlmerramp in 1992 – was hij vooral de burgervader die intens meeleefde met de zwaar getroffen burgers van zijn gewonde stad. Maar Ed was niet louter een bevlogen sociaaldemocraat. Hij was ook een hartstochtelijke Ajacied en sportfanaat. Hij roeide tot op hoge leeftijd op de Amstel. In de vriendenkring is ook de fanatieke manier waarop hij spellen speelde legendarisch. Hij ging altijd voor de winst. Met het overlijden van Ed verliezen we een geniale denker en vormgever van de naoorlogse sociaaldemocratie. Iemand met een loepzuiver ethisch kompas en een route naar de toekomst. Iemand met het vermogen om oriëntatie en ideeën gebaseerd op waarden om te zetten in concrete plannen en acties. Iemand die mensen bij elkaar kon houden. Een fijne man, een goede vriend. De sociaaldemocratie in Nederland – de Partij van de Arbeid – is hem veel dank verschuldigd. Wij zullen hem missen. Amsterdam, 20 december 2021 Gerdi Verbeet Het zout in de democratische pap, door: Fatihya Abdi De verleiding is soms groot onder politieke partijen om je te willen aanpassen aan de huidige tijdgeest waarin enerzijds yuppen-technocratie en anderzijds extreemrechts populisme hoogtij vieren. Maar onze democratie staat of valt bij de gratie van politieke tegenstellingen en duidelijke alternatieven. Die gedachte belichaamde Ed van Thijn in zijn politieke leven. Niet het verwaterde compromis, maar de ideologische verschillen zijn het zout in de democratische pap. Als volksvertegenwoordiger namens de PvdA betekent dat je maar één ding kunt doen: werken op basis van je idealen en die ook zichtbaar maken in de dagelijkse praktijk. Als de ideeën van Ed van Thijn ons iets leren, dan is het precies dat: het is tijd voor meer sociaaldemocratie. Meer politisering. Een duidelijk alternatief. Dat betekent knokken voor meer solidariteit, een eerlijke verdeling van welvaart en bestaanszekerheid. Amsterdam, 21 december 2021 Fathiya Abdi |