23 februari 2007

'Een Marokkaanse Haarlemse Amsterdamse.'

Samira Bouchibti (voorheen Abbos), was ondermeer journaliste, programma- en documentairemaakster en schrijfster van het boek ‘de Moslim bestaat niet’ voordat ze op 22 november in de Tweede Kamer werd verkozen. Samira is geboren in Fez, opgegroeid in Haarlem en woont nu al jaren in Amsterdam. Hoogstwaarschijnlijk wordt zij in de Kamer woordvoerder emancipatie en Grotestedenbeleid of zoals in haar eigen woorden: ‘Ik krijg het profiel geweld tegen vrouwen.’

Waar wil je je de komende tijd voor in zetten?
‘Op het gebied van vrouwenprostitutie wil ik me hard maken voor de imagoverbetering van deze vrouwen. De arbeidsomstandigheden moeten verbeterd worden en we moeten investeren in een betere opvang van vrouwen die gedwongen in de prostitutie zitten.

Daarnaast vind ik dat in de vrouwenopvang dat de aanpak meer gericht moet zijn op het individu. Je kunt een vrouw uit Ghana niet vergelijken met een vrouw uit Nigeria. Het zijn allemaal slachtoffers maar met een geheel andere achtergrond en die hebben dus ook een ander soort hulp nodig.

Een betere samenwerking tussen het Openbaar Ministerie, de politie en de verschillende organisaties is essentieel, waarbij ook belangrijk is dat de hulporganisaties dicht op hun doelgroep zitten.

Wat betreft het grootstedenbeleid: de probleemwijken moeten prachtwijken worden waarin kinderen veilig naar school kunnen, waar het schoon is en groen. Waar mensen graag samen wonen en contact met elkaar hebben. Zoals het hoort eigenlijk!

Een ander belangrijk punt is het betrekken van laag opgeleide allochtone vrouwen bij onze samenleving. Voor hoger opgeleide allochtone vrouwen is al veel aandacht. Ik wil me meer richten op vrouwen die nog thuis zitten en niet of weinig naar school geweest zijn, uitgesloten zijn van onze samenleving. Laat ze sporten, deelnemen aan taallessen of werken op scholen. Initiatieven nemen en echt bijdragen aan de samenleving. Ik waak ervoor dat subsidies op de juiste plek terecht komen en op de juiste manier worden ingezet.’

Hoe wil je dit bereiken?
‘Empowerment van allochtone vrouwen begint OOK bij mannen. Er wordt nu veel te veel gekeken naar de man als onderdrukker. Ik zie de man als bondgenoot in de emancipatie van de vrouw. Om iets te kunnen veranderen aan de positie van allochtone vrouwen moet je de mannen bij het proces betrekken. Die mannen moeten ook emanciperen, daar begint het bij.’

Wat betekent het voor jou dat oud-wethouder Ahmed Aboutaleb ook naar Den Haag komt? Maakt dat het werk anders?
‘Ik ken Ahmed Aboutaleb uit Amsterdam, ik heb alle vertrouwen in Ahmed, maar dat betekent niet dat ik minder kritisch ben. Integendeel. Ik ben volksvertegenwoordiger, ik heb een andere taak en moet dus goed opletten dat de regering haar werk goed doet. Dat is mijn werk!’

Voel je je in de Kamer ambassadeur voor Amsterdam?
‘Ik voel me hartstikke thuis in Amsterdam, dat is echt mijn stad. Maar ik ben volksvertegenwoordiger voor 16 miljoen mensen. Iedereen kan een beroep op me doen, iedereen mag me bellen of mailen! [email protected].’

Woensdag 7 maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Ga je nog de straat op en waarom moeten mensen eigenlijk naar de stembus?
‘Ik ga zelf de komende zaterdagen met de Meer Rood Op Straat-acties de straat op. Ook zal ik bij verschillende politieke cafés in het land debatten leiden. Zaterdag in Amsterdam en Zondag in Flevoland bijvoorbeeld.

Ik vind de verkiezingen voor de Provinciale Staten, net als de gemeenteraadsverkiezingen of de verkiezingen voor de Tweede Kamer hartstikke belangrijk. Iedereen moet gaan stemmen. Elke mogelijkheid om je stem te laten horen moet je grijpen. Het is jouw land, jouw democratie, laat je stem horen! Dat is ook mijn wens voor alle landen op de wereld. Democratie. Sinds ik in de Kamer werk, het hart van de Nederlandse democratie, ben ik me meer bewust van mijn verantwoordelijkheid, maar ook meer bewust van de vrijheid die wij in Nederland hebben.’

Wat maakt Amsterdam voor jou zo bijzonder en wat is je favoriete plek in Amsterdam?
‘De Baarsjes is mijn stadsdeel. Er is daar werkelijk alles. Het is er netjes en rommelig tegelijk, multiculti, en een mix van jong en oud. Het leeft! Heel Amsterdam leeft. Het leuke aan de Amsterdammers vind ik dat ze hun nek uitsteken en hun mond durven open te trekken. Ik voel me echt een Marokkaanse Haarlemse Amsterdamse!’