24 januari 2007

Eerste brief Spithorst vs. Bergervoet over mobiliteit.

Geachte mevrouw Bergervoet, beste Mirjam,

Dankjewel voor de uitnodiging. We gaan de komende tijd een boeiende briefwisseling tegemoet over de mobiliteit in de stad. Wat mij betreft zal het meestal gaan over het openbaar vervoer, maar niet uitsluitend. Soms wil ik mijn ei kwijt over een fietsdingetje, taxi’s of zaken waar ik als voetganger (al dan niet op weg naar de tramhalte) last van heb. En ik ben altijd benieuwd naar je reactie.

We zullen ruim voldoende stof hebben. Want kijk eens om je heen. Station Bijlmer was bij opening een levensgevaarlijke bouwput. De OV-chipkaart komt eraan. Stadsdelen doen heel rare dingen met doorgaande wegen, dingen die fnuikend zijn voor een vlotte doorstroming van het openbaar vervoer. De metro heeft veel te weinig treinstellen, en de raad heeft al meer dan een jaar verpest met geneuzel in plaats van bestelling van de dringend nodige nieuwe metro’s. Moord en doodslag over het nieuwe kinderwagenbeleid van het GVB. En in Oud Zuid barst voor de zoveelste keer de discussie los over het nut van ondergronds parkeren. Ditmaal houdt onder meer professor Boudewijn Bach een praatje. Vrijdag om 8 uur in de Oanjekerk. Kom je ook?

Vandaag wil ik het eensmet je hebben over uitstraling. Over imago. Tenzij het een gedeukte roestbak betreft wordt een auto als bewijs van standing beschouwd. Mensen die langere afstanden fietsen zijn “geitenwollen sokken” , en hij die voor het OV kiest is een “armoeiige loser”. Het zal nog een hele opgave zijn, om deze vooroordelen uit de hoofden van veel mensen weg te krijgen. Toch moet dat te doen zijn. Maar dan moet je wel opletten. Een grote imagoblunder beging het GVB een jaar of drie geleden. In hun mooie Combino-trams werden beeldschermen opgehangen. Deels reisinformatie, deels reclame. Regelmatig passeerde een wel heel opvallende reclamespot de revu. Een wat griezelig type (matje, campingsmoking) piste tegen een boom, en werd daarop aangesproken door oom agent. De dader rende weg en was voor de Prinsemarij niet meer in te halen. Want hij dronk een of ander powerdrankje. Goh, wat een geweldig drankje. Super! Moet ik ook drinken, als ik weer eens moet rennen voor de tram. Maar zo’n filmpje met zo’n asociaal stuk vreten: ik weet niet of dat nou het beeld is waar je als OV-reiziger graag mee wordt geassocieerd… En waarom zitten zoveel Amsterdamse taxi’s onder de reclame voor een hoerenkast? Is dat aantrekkelijk? En waarom hangt er in de hal van het Centraal Station een soort zurige urinewalm? Is dat het juiste blijk van welkom aan de bezoeker van onze stad?

Vertel eens, Mirjam, hoe kijk jij naar de uitstraling van het openbaar vervoer en van taxi’s? Wat ga je doen rond de komst van een kwaliteitstaxi? Ik heb gezien dat er een fraai bordje is ontworpen voor op het dak. Leuk. Maar hoe ga je regelen dat de taxichauffeurs zich gedragen? Hoe ga je zorgen dat ik op Schiphol niet instap bij een chauffeur met een vervalste vergunning, en ie dus niet aan de eisen voldoet die ik mag stellen? Hoe wil je zorgen dat een argeloze bezoeker die van de Dam naar het Concertgebouw wil, niet via Osdorp daarheen wordt vervoerd? De taxi en zijn uitstraling: het blijft een weerbarstige materie.

Ik kijk uit naar je antwoord.

Zeer hartelijke groet,

Rikus Spithorst
Reizigersvereniging ROVER