14 januari 2007

Van de Zijlijn

Een promotie op Urban
Iets opgewekts, dit keer. Een aankondiging van een promotieplechtigheid in de Aula van de Universiteit van Amsterdam. Wel op een merkwaardig tijdstip, lijkt me. Ik kan me niet herinneren dat zo’n feestelijke bijeenkomst voor twee uur ’s middags begon, maar dit keer geschiedt de plechtigheid in alle vroegte: woensdag 17 januari 2006, ’s morgens 10.00 uur in de Oude Lutherse Kerk, Singel 411.
Een vervelende promotie heb ik maar één keer bijgewoond. Toen werd de zenuwachtige promovendus door zijn hooggeleerde opponenten drie kwartier zodanig afgebrand dat ik me niet kon voorstellen dat de promotor hem de doctorsbul uitreikte, na het ‘Hora Est’ van de pedel en op ‘gezag van de rector-magnificus van de Universiteit van Amsterdam’. Vaker gebeurde het dat het geleerde gesprek zich in alle vriendelijkheid voltrok, zij het dat het zich dan soms op een niveau afspeelde die mijn begrip verre te boven ging. Dan lette ik maar op uiterlijkheden, droomde me de morsige costuums onder de fluwelen toga’s van het cortége en genoot van de bewondering van meegekomen familieleden en andere supporters die, troostte ik me, er dikwijls ook geen snars van leken te begrijpen.
Op die 17e januari, ’s morgens 10 uur, denk ik het geleerde discours te kunnen volgen. Aan de orde is dan het proefschrift van Thea Dukes over (zoals de Engelse titel van haar boek luidt) ‘Place, Positioning and Urban Policy Discourse’. Zoals een proefschrift betaamt start het met een theoretisch raamwerk en met een uiteenzetting van de bij het onderzoek gehanteerde methodes, om over te gaan tot de in de jaren ’90 van de 20e eeuw ontwikkelde Brusselse stedelijke programma’s en de uitwerking ervan in de Haagse Schilderswijk en de Amsterdamse Bijlmermeer.
Ik heb de theoretische verhandelingen overgeslagen en de rest van het boek niet grondig genoeg doorgebladerd voor een oordeel. Maar wat is ervan opsnoof was een verademing: een even nuchtere als verstandige beschrijving en beoordeling van het Europese Urban beleid en het Haagse Grote Stedenbeleid, waarvan de toepassing in Amsterdam Zuidoost in de jaren ’90 tot zoveel opwinding leidde. Het lijkt me voor ieder met belangstelling in lokale politiek en sociaal beleid de moeite waard bij deze promotie aanwezig te kunnen zijn, zeker voor wie destijds met de Bijlmer troebelen betrokken was.

Wouter Gortzak