23 december 2006

Beste Eric, denk aan kleine initiatieven

Beste Eric,

Ten eerste wil ik je natuurlijk feliciteren met de uitverkiezing tot beste raadslid. Het is je van harte gegund. Je ervaring, je stemgeluid en je debatteertechnieken werden terecht geprezen. Ik deel ook de mening van Adjiedj Bakas, en partijgenoot van je, als ik me niet vergis, dat je fel en kritisch bent, maar ook bereid bent het college een compliment te maken als ze dat verdienen. Eigenschappen die ik zeer waardeer.

Dat is ook direct waar ik het in deze brief over wil hebben. Laten we eens positief naar de wereld kijken. Als ik onze brieven tot dusver lees, proef ik soms een negatieve sfeer. Wij hameren op de sociale vraagstukken en halen te pas en te onpas jouw grote vriendin Rita Verdonk erbij. Jullie hameren op economische voorspoed en meer asfalt. Als we op die brieven af moeten gaan, doen we het geen van beide goed. Terwijl als je om je heen kijkt, je toch ook een fantastische stad ziet.

Ook in mijn vorige brief stipte ik het even aan. Laten we ophouden met onze stad zwart maken. Als ik door de stad fiets, zie ik namelijk een stad met volop energie, volop activiteit. Natuurlijk zijn er problemen. Veel en groot. Integratie. Veiligheid. Infrastructuur. Onderwijs. Die moeten we absoluut niet ontkennen. Daar moeten we naar blijven kijken. Maar ik wil nu eens een aantal positieve punten noemen, waarvan ik zeg: Dat is wat Amsterdam sterk maakt.

Daar zitten grote projecten bij als de Zuidas, de Noord-Zuidlijn en de ontwikkeling van de oostelijke IJ-oevers en eilanden. Maar ook alle topattracties. Het Stedelijk Museum dat een grondige verbouwing ondergaat. Maar naast die grote trekpleisters denk ik dat de kracht van Amsterdam ook in de kleinschalige projecten zit. Kleine broedplaatsen waar kunstenaars mooie dingen maken, waar theatermakers geweldige stukken opvoeren.

Zo was ik laatst te gast bij Oemnia. Dat was bij de viering van het vijf-jarig bestaan Ik heb toen uitgebreid gesproken met een vrouw die pas 15 maanden een hammam, een badhuis heeft dat zeer succesvol is. Ook prinses Maxima was erbij. Zij ontving het eerste exemplaar van het boekje "Dochters voor moeders", een methodiekbeschrijving van Oemnia. Het mooie van Oemnia is dat ze klein zijn begonnen met wat subsidie van de gemeente en dat ze nu helemaal op eigen benen staan. Directeur Samira Boushetta is zo’n vrouw waar je er in Amsterdam nog honderd van moet hebben. Zij bewijst met haar organisatie dat je met energie, doorzettingsvermogen en een klein beetje hulp ver kunt komen.

Wij moeten er als gemeente voor zorgen dat dit soort kleine dingen van de grond kunnen blijven komen. Een startsubsidie is vaak al genoeg. Daarna bedruipen deze organisaties zichzelf. Als het even tegenzit, denk ik vaak even aan dit soort vrouwen. Zij zijn van levensbelang voor onze stad. Zij maken onze stad tot de dynamische stad die we willen zijn.

Met name op integratiegebied heeft Amsterdam dit soort voorbeeldfuncties nodig. Mensen die een hele wijk op sleeptouw nemen. Hun initiatieven zijn vaak belangrijker dan tien beleidsnotities uit het stadhuis. Ik wil maar zeggen: soms moet je klein denken om groot te worden. Ben jij het met me eens dat we dit soort instanties moeten ondersteunen omdat ze zo’n belangrijke bijdrage aan de stad leveren.

Een hartelijk groet,

Manon van der Garde
Fractievoorzitter PvdA
www.manonvandergarde.nl