13 december 2006

Beste Manon. Vertrutting?

Beste Manon,

In de Algemene Beschouwingen van november jongstleden heb ik je meegenomen op een boottocht door het Amsterdam van 2020. Graag zou ik je nu eens meenemen op een tocht door het verleden. In de 17de eeuw kende Amsterdam een periode van ongekende bloei en groei. In deze Gouden Eeuw stond handel en bedrijvigheid centraal. Zo werd in 1602 de V.O.C. opgericht en in 1609 de Beurs van Amsterdam als tegenhanger van de beurs in Londen. Allemaal tekenen van de Amsterdamse koopmansgeest, waar we naar mijn idee trots op kunnen zijn. Deze koopmansgeest was grotendeels een gevolg van de Amsterdamse ligging aan het water, de internationale politieke situatie en de geslaagde assimilatie van immigranten in de stad. Dit alles droeg bij aan een bruisende internationale sfeer in Amsterdam. Een klimaat waar mensen iets van hun leven maakten.

Dit beeld van Amsterdam als ondernemingsstad staat soms in schril contrast met de politieke realiteit van vandaag de dag. Veel Amsterdammers vinden hun dat hun stad meer en meer een openluchtmuseum wordt, wat in de volksmond dikwijls vertrutting wordt genoemd. Een voorbeeld hiervan zijn Chinese ondernemers die besluiten toeristische souvenirs te gaan verkopen omdat hun traditionele handel niet meer loont vanwege gemeentelijke wirwar aan regelgeving. Andere ondernemers in de stad ondervinden gelijksoortige problemen. Wat te denken van bijvoorbeeld het verbod om menukaarten aan de gevel op te hangen in de binnenstad?

Al dit soort truttige maatregelen verstommen de koopmansgeest met alle gevolgen van dien. Uit een onlangs verschenen ING-rapport blijkt dat Amsterdam qua vestigingsklimaat duikelt uit de top-5 van Europese steden. Op het gebied van overheidsbelemmeringen is de stad in vier jaar zelfs gekelderd van plaats drie naar plaats twaalf. Vertrutting in plaats van koopmansgeest dus! Het is onvoldoende om alleen te roepen dat we een topstad moeten worden. Er moet nu echt eens iets met dit voornemen gedaan worden.

Naast bedrijven ondervindt ook de gewone Amsterdamse burger, die iets moois wil maken van zijn leven, symptomen van vertrutting en politieke onwil. Zo kwam onlangs het Oud en Nieuw feest op de Dam op losse schroeven te staan. Bijna 40.000 mensen die van plan zijn het nieuwe jaar op de Dam in te luiden, werd schrik aangejaagd. Ondanks een financiële reddingsactie – op aandringen van de VVD – van de gemeente, het stadsdeel en de Amsterdamse middenstand verdient de ontstane onzekerheid niet bepaald een schoonheidsprijs. Het is een treffend voorbeeld van de afkalving van het Amsterdamse uitgaanscircuit dat door de jaren heen toch al minder toonaangevend is geworden. Niet op de laatste plaats omdat de openingstijden in deze sector nog niet zijn vrijgegeven en regelgeving de organisatie van evenementen telkens weer in de weg staat. Dit ligt overigens niet op de laatste plaats aan de PvdA(-bestuurders).

Beste Manon, mijn vraag aan jou is of jij mijn analyse deelt. Ben jij ook een échte Amsterdammer en kies je dus voor de koopmansgeest? Of kies je voor een lijn van vertrutting, de boel bij elkaar houden en de teloorgang van de koopmansgeest? In tegenstelling tot de huidige vertrutting staan ik en mijn partij achter de toekomst van gewone Amsterdammers en hun koopmansgeest. Ik kies dus voor mensen die het lef hebben iets van hun leven te maken. Dat is naar mijn idee past écht sociaal!

Met liberale groet,

Eric van der Burg