28 oktober 2006

Vijf vragen over radicalisering

2 november is het twee jaar geleden dat Theo van Gogh werd vermoord. Radicalisering van moslimjongeren stond ineens hoog op de agenda. Terecht. 2 jaar later blijkt dat het niet minder wordt. 1400 Amsterdamse jongeren zouden de westerse maatschappij verwerpen. Vandaar dat we vijf vragen stellen aan Manon van der Garde.

Uit een rapport blijkt dat 2% van de Amsterdamse moslimjongeren kans heeft om te radicaliseren.
Dat is zeker zorgelijk. Het gaat om ruim 1400 jongeren die in Amsterdam opgroeien en blijkbaar redenen hebben om zich af te keren van de samenleving. Het is nodig om dat op tijd te kunnen signaleren en te voorkomen dat er echt iets gebeurt.

Uit het rapport komt ook naar voren dat ‘harde uitspraken over de islam’ averechts werken. Met mensen praten en bij onze samenleving betrekken werkt beter. Is dit een compliment aan de lijn Cohen-Aboutaleb?
Jazeker, de onderzoekers geven aan de Amsterdam de goede weg is ingeslagen, door bruggen te slaan, in gesprek te zijn en mensen in de stad te verbinden. Maar het betekent niet dat we er al zijn. We moeten die wij-zij tegenstelling blijvend tegengaan.

Een programma als “Wij Amsterdammers” zet dat nou echt zoden aan de dijk?
Het tweede actieplan van ‘Wij Amsterdammers’ gaat uit van hard en zacht. Dat is niet alleen een mooie theorie, maar er zijn ook veel acties aan verbonden. Wekelijks zijn er mensen met elkaar in dialoog op diverse bijeenkomsten. Tegelijkertijd worden uitwassen zoals discriminatie hard aangepakt.

Ahmed Marcouch wil een speciale ‘radicaliseringsambtenaar’ om nog dieper in de haarvaten van de jongeren te komen. Is dat niet wat overdreven?
Nee, dat is puur preventie. Het is iemand die weet wat de jongeren bezighoudt en wat er moet gebeuren om ze ‘bij de les te houden’.

Welke plannen heeft de PvdA nog meer in de koker om radicalisering te voorkomen?
We verwachten een actieplan van de burgemeester. Hij heeft gevraagd om het onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, dus hij zal ons moeten aangeven of hij de aanbevelingen zal volgen of niet. In de eerstvolgende raadscommissie Algemene Zaken op 16 november zal hierover gesproken worden.