27 december 2018

Eindejaars-interview met Marjolein Moorman

Het kalenderjaar 2018 zit er bijna op. Voor onze wethouder Marjolein Moorman was het een bijzonder jaar. Er waren gemeenteraadsverkiezingen en de daaropvolgende onderhandelingen leidden tot een prachtig-coalitieakkoord waarna Marjolein hard aan de slag ging als wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering. De redactie van de PvdA Amsterdam blikt in een uitgebreid interview met haar terug- en vooruit. “Als we gelijkheid willen bevorderen, zullen we ongelijk moeten investeren.”

Marjolein, het jaar 2018 is bijna voorbij. Met welk woord zou jij jouw politieke jaar omschrijven?
“Dynamisch!”

Hoe kom je tot dat woord?
“Het was natuurlijk een heel vol jaar. Er waren verkiezingen, meteen daarna de onderhandelingen en de vorming van een college, Sharon (Dijksma, red.) kwam erbij en vervolgens startten we in een hele nieuwe setting met twaalf partijen in de raad. Als wethouder ben ik natuurlijk intensief gestart om de kansengelijkheid in Amsterdam te verbeteren. Daar haal ik ontzettend veel positieve energie uit. Daarnaast heb ik ook nog paar maanden de portefeuilles zorg en jeugd waargenomen van mijn collega Simone Kukenheim die met verlof was om voor haar zieke dochtertje te zorgen. Dit was precies in de tijd dat het Slotervaart ziekenhuis failliet ging.”

Het jaar 2018 begon met de intensieve campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen. Hoe heb jij die periode ervaren?

“Ik vond het echt ontzettend leuk. En dat kwam met name omdat we een hele grote groep actieve mensen hadden. Het was een mooie mix van mensen die al jaren meedoen en nieuwe, vooral jonge mensen die het gevoel hadden dat de sociaal-democratie heel belangrijk is voor Amsterdam. We wisten natuurlijk dat we de tien zetels die we hadden niet gingen behouden, maar ik kreeg op geen enkele manier de indruk dat mensen daardoor hun koppie lieten hangen. Sterker nog, er was ontzettend veel positieve energie. Het bruiste van de ideeën en waar ik ook naartoe ging, overal gingen er rode truien met dat mooie hart erop met mij mee. Ik vond het echt een hele leuke tijd. Ik mis het nu ook wel een beetje, haha!”

Wat was voor jou het hoogtepunt van die campagne?
“Die 100-uurs campagne vond ik prachtig. We waren 100 uur achter elkaar te zien in de stad. Hoe mooi! Maar ook de verkiezingsavond, het moment waarop alles samenkomt. We verloren natuurlijk fors, we gingen van tien naar vijf zetels , maar heel die zaal die bruiste gewoon! Er kwamen mensen naar mij toe die zeiden: “Hebben we gewonnen ofzo?” Maar ergens voelde het ook wel zo. We hebben de campagne gevoerd die we wilden voeren. Dat was ook het doel. Los van allerlei politiek-strategische overwegingen, wij geloven in onze visie op Amsterdam en dat hebben we uitgestraald.”

(tekst gaat verder onder de foto)


Marjolein met de grote groep PvdA-vrijwilligers voor het campagnepand in de Pijp

Het Dagblad Trouw was ook bij de uitslagenavond en schreef een dag later over de ‘blije verliezers van de PvdA’. Hoe duidt jij die constatering?
“Nou, het was het ook wel een beetje zo. Zelf noemde ik ons the happy warriors, de blije strijders. Kijk, het is een wereldwijde trend dat het vertrouwen in de traditionele politieke partijen aan het afnemen is. En dat vertrouwen win je niet zomaar even terug. Dat is echt een lange weg. En waar die weg mee begint is staan voor- en geloven in je eigen boodschap. Het was voelbaar en zichtbaar dat we dat weer terug hadden gevonden. Trots op onszelf! Een leuk feitje is ook dat de barvrouw van die avond in Akhnaton uiteindelijk lid is geworden van de PvdA. Bij zo’n enthousiaste club mensen voelde ze zich waarschijnlijk thuis. Daar begint het terugwinnen van vertrouwen mee.”

Voor de verkiezingen hadden GroenLinks, de SP en de PvdA samen al een links pact getekend. Waarom was dat in jou ogen zo belangrijk en welke invloed had dit pact op de onderhandelingen?
“Het was op verschillende manieren belangrijk. Allereerst omdat wij met dit linkse pact met zijn drieën lieten zien aan Amsterdammers: het kan echt anders. We wilden de progressieve toekomst voor Amsterdam schetsen. Maar waarom ik dit ook heel belangrijk vond is omdat je linkse partijen vaak elkaar ziet bestrijden terwijl wij elkaars vijand helemaal niet zijn. Daar gaat wat mij betreft vaak teveel energie in verloren. Mensen haken daardoor ook af. Onze tegenstanders zitten op de rechterflank. Dus ik vond het belangrijk om voor de verkiezingen te durven zeggen: dit zijn de partijen waar wij graag mee willen samenwerken en dit wordt het beleid wat je dan krijgt. In de campagne hebben we dat ook goed volgehouden: we trokken samen op en gaven elkaar de ruimte waar nodig. Dat heeft zich ook verzilverd na de verkiezingen.”

Van buitenaf leken de onderhandelingen tussen SP, Groenlinks, PvdA en D66 heel soepel te gaan. Als je erop terugkijkt, hoe zou jij de sfeer aan tafel dan beschrijven?
“Als heel erg goed. En dat was ook belangrijk omdat je daarmee de basis legt voor je coalitie. Als het in de basis niet goed gaat, heb je daar jarenlang last van. Daar zijn talloze voorbeelden van te noemen. Uiteindelijk was iedereen ook blij met het resultaat. Ook ik. Een doorgaans opbouwend kritisch PvdA-lid zei tegen mij: ‘verkiezingen verloren, onderhandelingen gewonnen.’ Dat zijn leuke reacties. Maar in mijn ogen kende deze onderhandelingen alleen maar winnaars.”

Namens de PvdA Amsterdam waren Sofyan Mbarki en jij de hoofdonderhandelaars. Is er dan ook een bepaalde rolverdeling tussen jullie?
“Sofyan en ik kunnen heel goed met elkaar overweg en elkaar heel goed lezen. We hebben een soort natuurlijke partnerschap. En vullen elkaar aan waar nodig. Dus als ik me wat meer concentreerde op de inhoud, dan zorgde hij wat meer voor de verbinding. Sofyan bezit van nature de kwaliteit dat hij mensen ontzettend goed kan verbinden en op hun gemak kan stellen. Dat is erg bevorderlijk voor dit soort onderhandelingen.”

Onderhandelen is winnen en verliezen. Op welke punten die erin staan ben je het meest trots en waar zette jij je krabbel met meer moeite onder?
“Ik ben trots op heel veel zaken in het akkoord. Het is een heel progressief akkoord met stevige ambitie en een langetermijnvisie. Er zit ook echt heel veel sociaal-democratie in zoals forse investeringen in onderwijs, armoedebestrijding en betaalbare woningen. We hebben bewust het jaar 2025 als ijkpunt genomen omdat veel veranderingen die we willen bewerkstelligen, dusdanig groot zijn dat ze niet van vandaag op morgen geregeld zijn. En ja, er zitten ook minder leuke dingen in voor de PvdA. De erfpachtkorting vond ik het aller moeilijkste. Daar kun je maar beter eerlijk over zijn, toch?”

(tekst gaat verder onder de foto)


Marjolein tijdens de presentatie van het coalitie-akkoord ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid.’

Wat was de mooiste reactie die je kreeg na de presentatie van het coalitie-akkoord ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid?’
“Wat ik niet alleen binnen de PvdA merkte, maar eigenlijk in de gehele stad, is dat het mensen hoop gaf. Mensen dachten: ‘zie je wel, het kan wél op een andere manier.’ En zelfs tot de dag van vandaag merk je dat. Mensen begrijpen ook best dat veel zaken niet meteen kunnen worden gerealiseerd. Maar alleen al dat je ervoor gaat staan, geeft men een goed gevoel. Ik kreeg berichtjes van mensen waarin ze me lieten weten echt trots te zijn op dit akkoord, trots dat ze in een stad wonen waar we voor deze progressieve politiek kiezen.”

Je werd daarna snel geïnstalleerd als wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering. Zelf spreek je altijd over wethouder Kansengelijkheid. Waarom wilde jij deze portefeuilles zo graag?
“Nou, precies om die reden. Ik geloof heel erg in de basis van de sociaal-democratie, het bieden van gelijke kansen voor iedereen. Een stad als Amsterdam ademt die waarden en tegelijkertijd zien we dat dat de verkeerde kant op gaat. De ongelijkheid neemt alleen maar toe. Of we het nu hebben over ongelijkheid in het inkomen, ongelijkheid in het onderwijs of de ongelijkheid tussen mensen die hier hun plek al helemaal hebben gevonden en de mensen die hier nieuw zijn. Ik vind dat heel ernstig. Dat is ook de reden dat ik sociaal-democraat ben, lid van de PvdA ben geworden en dat ik heel graag deze combinatie portefeuilles wilde hebben om hier iets aan te doen. Als er namelijk iets is wat ongelijkheid versterkt, is het wel armoede.”

Je bent op de dag van dit interview precies 203 dagen wethouder. Wat is de grootste uitdaging voor jou als wethouder op jouw portefeuilles?
“Ik denk het feit dat er niet één knop is waar je aan kunt draaien. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de ongelijkheid in het onderwijs, dan is dat niet alleen maar op te lossen met een betere voorschool. Ik ben er heel trots op dat we het moment waarop je naar de voorschool mag van 2,5 naar 2 jaar hebben gehaald, dat we het aantal uren uitgebreid hebben en dat we er een hele stevige lobby op voeren in Den Haag, maar daarmee is de ongelijkheid niet meteen weg. Ik ben er ook heel trots op dat we voorloper zijn in het bestrijden van het lerarentekort, maar het probleem is daarmee niet meteen opgelost. Sterker nog, je ziet dat op plekken waar goede leraren het hardst nodig zijn, het probleem zich het sterkst manifesteert. Ik ben er heel trots op dat we inzetten op brede scholen en brede brugklassen, maar nog steeds worden er kinderen op te jonge leeftijd naar een te laag niveau gestuurd waar ze niet meer uit kunnen klimmen. Helaas zie je dit het vaakst gebeuren bij kinderen uit lage sociaal-economische klassen en/of kinderen wiens ouders niet goed weten hoe het systeem hier precies werkt.”

Maar jij kunt aan meerdere knoppen draaien…
“Precies, en dat maakt deze combinatie zo interessant. Als we met ons beleid gezinnen uit de armoede kunnen halen, hebben ouders misschien minder stress en meer tijd om zich met het onderwijs van hun kind bezig te houden. Als we ervoor zorgen dat ouders de taal beter spreken en ervoor zorgen dat zij beter weten hoe bijvoorbeeld ons onderwijssysteem werkt, gaan ze misschien wel sneller naar het ouderspreekuur om met de school over de toekomst van het kind te praten. Ik probeer dit ook bij alle diensten van de gemeente erin te prenten: jullie werken allemaal in relatie tot elkaar om de kansengelijkheid te verbeteren, met als uitgangspunt dáár investeren waar het het hardst nodig is. Als we gelijkheid willen bevorderen, zullen we ongelijk moeten investeren.”


Marjolein als wethouder Onderwijs, Armoede & Inburgering 

Hoe kijk jij naar de huidige stand van de PvdA en de sociaal-democratie in het algemeen?
“Het vertaalt zich nog niet helemaal in zetelaantallen en peilingen, maar ik ben wel heel hoopvol. Ik zie op allerlei plekken dat de sociaal-democratie nog steeds hartstikke levend is. Of ik nou actief ben in het werkveld van armoedebestrijding, onderwijs of inburgering, ik spreek ontzettend veel mensen die de sociaal-democratische idealen onderschrijven. En sommige mensen vertalen die idealen niet direct door naar de Partij van de Arbeid, maar dan is het onze taak om ervoor te zorgen dat mensen ons daarmee wél gaan associëren. Daar werken we iedere dag heel hard aan. De PvdA als drager van de sociaal-democratie. Wat ik ook hoopvol vind is dat je echt ziet dat er zich een nieuwe generatie aandient binnen de partij waarmee we naar de toekomst kunnen kijken.”

Het jaar 2019 staat voor de deur, wat wil jij gaan bereiken?
“Ik zal nu niet gaan vervallen in gedetailleerde beleidsstukken, maar we gaan met ontzettend veel mooie plannen komen. Wat ik belangrijk vind is dat je gaat zien in de stad dat de verandering echt mogelijk is. Zo was ik vorige week op het Bindelmeer College, een school voor VMBO Basis, Kader en Leerwegondersteuning. Deze school komt echt van heel ver. En nu zag ik daar zoveel mensen heel hard en goed werken om alle jongens en meisjes die daar op school zitten een mooie toekomst te bieden. En dat bevestigt dan weer mijn gevoel dat als je met de juiste mensen, instrumenten en idealen aan de slag gaat, je zoveel kan bereiken. Maar let wel: het werk is niet af als alle Amsterdamse scholen een voldoende scoren. Je moet volhouden. Ongelijkheid is net als onkruid; als je het niet voortdurend bestrijdt, dan blijft het terugkomen. En dat is zeker niet alleen op te lossen met alleen maar meer geld.”

Hoe bedoel je dat?
“Nou, het gaat ook heel erg om bewustzijn. Wat vinden we normaal? Daar gaf Arnold Jonk laatst in zijn column ook een mooi voorbeeld van. Stel je hebt twee kinderen met een even hoge CITO-score. Het ene kind komt uit een gezin met weinig stimulans en het andere kind uit een gezin waar veel ruimte en budget is voor stimulans en bijlessen. Welk kind hoort dan het meest thuis op het niveau van het CITO-resultaat? Als je logisch nadenkt, is dat het eerste kind. Want die heeft het helemaal zelf bereikt. Maar wat doen we vaak in onze maatschappij? We geven dat eerste kind een lager advies dan het kind met veel stimulans vanuit thuis. We moeten veel meer kijken naar wat iemand kan, in plaats van waar iemand vandaan komt.”

Wat wens je de Amsterdammers toe voor het nieuwe jaar?
“Ik vond dat wat Sofyan Mbarki tijdens de Algemene Beschouwingen aanhaalde heel erg belangrijk. De grip op de stad, het gevoel dat je je eigen leven in de mooiste stad van de wereld in de hand hebt. Je merkt dat dat onder druk staat door zaken als hoge huizenprijzen, discriminatie en grote verschillen tussen rijke en arme buurten. Ik wens Amsterdammers voor 2019 daarom heel erg het Amsterdammerschap toe; dat je vrij bent, je jezelf kunt zijn en dat je alle kansen krijgt om te kunnen worden wie je wilt worden. En daarnaast natuurlijk heel erg veel geluk in alle gezondheid.”


“Ik ben heel erg hoopvol over de sociaal-democratie”