PvdA: zet de kunst en cultuur niet op afstand!
Afgelopen week werden in de gemeenteraad de contouren van het nieuwe kunst- en cultuurplan besproken. In een afgeladen zaal spraken diverse vertegenwoordigers uit het culturele veld hun zorgen uit over de nieuwe plannen. Ook PvdA-raadslid Pia van den Berg – tevens voormalig directeur van theater de Engelenbak – is kritisch. Lees hier waarom het volgens haar een slecht idee is om cultuur op afstand te zetten van de politiek.
Het contourenplan is als het ware de synopsis, dat inhoudelijk de basis vormt voor een mooi scenario, waarin de teksten en de personages nog moeten worden uitgewerkt. Alles draait om een goede dramaturgie en een juiste regie om de voorstelling uiteindelijk tot een succes te maken. Dat maakproces kost tijd en vereist een degelijk debat met alle betrokkenen. Echter in de synopsis van de wethouder rammelt de dramaturgie en ligt er een voorstel voor twee regisseurs. De voorstelling is bij voorbaat gedoemd te mislukken.
De contouren van het plan zijn in twee gedeeltes op te delen; een inhoudelijk plan en structuurwijziging. Wat betreft het inhoudelijke plan, kan ik me goed vinden in de ambities van de wethouder. Er wordt nog meer ingezet op cultuureducatie, zowel binnenschools als buitenschools, op de internationale positie van de Kunstenstad Amsterdam en op talentenontwikkeling. Bovendien wordt er zeven miljoen extra in kunst en cultuur geïnvesteerd.
Tegelijkertijd ben ik zeer sceptisch over de structuurwijziging die de wethouder ons voorlegt. Er worden belangrijke wijzigingen aangebracht in de subsidiëring van cultuur, de beoordeling daarover en de advisering van de gemeenteraad hierop. Kort gezegd streeft de wethouder naar een situatie waar subsidiëring niet meer door de gemeenteraad wordt bepaald, maar door het Amsterdamse Fonds van de Kunsten (AFK).
Daarmee stuurt de wethouder af op een nachtwakersdemocratie, waar de gemeenteraad zich zo min mogelijk bemoeid met de Amsterdammer, of in dit geval, zijn cultuur. Als Amsterdammer met een hart voor cultuur gaat me dat aan het hart. Kunst en cultuur vormen de zuurstof van de stad en daar hoort een gemeenteraad als hoogste democratische orgaan van de stad over te gaan. In plaats van de besluitvorming bij de raad weg te nemen, zou het de wethouder sieren als ze de discussie en betrokkenheid van de raad bij en over kunst en cultuur juist zou aanmoedigen. Vooralsnog heb ik van de wethouder geen enkele motivatie voor deze keuze kunnen ontlokken.
Er kleven bovendien ook praktische bezwaren aan de structuurwijziging van het college. De nieuwe verantwoordelijkheden voor het AFK betekenen een forse uitbreiding van de organisatie, wat ongetwijfeld ook betekent dat er fikse verruiming van hun budget nodig is. Bovendien vraag ik me ook ten zeerste af of ruime uitbreiding van de verantwoordelijkheden van het AFK niet zal leiden tot onnodig veel extra bureaucratie.
Kortom, de eerste contouren van het kunstenplan leveren nog veel kritische vragen en ontevredenheid op. Op deze manier is het voor de PvdA erg lastig om in te kunnen stemmen met het plan.
Lees ook in het Parool: ‘Kritiek op het nieuwe kunstenplan’.