Door op 13 maart 2014

‘Erfgoed en Economie, Spiegels van onze wereldstad’ – Erfgoedrede Carolien Gehrels

Vorige week hield wethouder Carolien Gehrels de jaarlijkse erfgoedrede. Zij sprak onder meer over Wibaut, de legendarische bestuurder die in 1904 aan de Amstel neerstreek en heel veel voor Amsterdam heeft betekend. Als verantwoordelijk en succesvol ondernemer, als de verpersoonlijking van de balans tussen publiek en privaat, als iemand die steeds op zoek was naar de verhouding tussen de eigen en collectieve verantwoordelijkheid. En de verbinding tussen erfgoed en economie. Enkele passages, de volledige speech is hier te lezen.

“Als je succesvol wilt zijn, dien je voor de mensen te zorgen, vond hij en velen gelukkig nog steeds met hem: voor banen, voor buitenlucht, voor beweging, en dan zorg je ook voor goede woningen, een goede straat en een mooie wijk.

[…] Het grote verhaal van een succesvolle stad moet zich vertakken en zo voelbaar zijn tot in de haarvaten. De stad floreert niet alleen dankzij de iconen, maar ook omdat tot op het kleinste niveau aan de kwaliteit van de openbare ruimte is gedacht. Dat brengt alles bij elkaar en pas dan wordt de veelheid een eenheid. Erfgoed en stedenbouw komen samen.

[…] De idealen van Wibaut en Brinkgreve hebben elkaar naar mijn idee in de 21ste eeuw gevonden. Economie en erfgoed versterken elkaar en hebben elkaar nodig. Gebeurt dat niet, dan vervalt de stad. Het bevorderen van ontwikkeling, van cultuur, van economie, van voorspoed gaat dan samen met het bewaken van waarden, van kwaliteit, van erfgoed.

[…] Het was met zoveel overtuiging dat ik de afgelopen jaren gesproken heb met zoveel mensen die het antwoord kennen op de vraag waarom kunst en erfgoed waardevol zijn voor de stad en voor de samenleving. Geld, economie en het individu kregen soms teveel nadruk ten opzichte van de waardering voor de waarden van het erfgoed, de kunst en cultuur en onze gemeenschappelijke en dus publieke verantwoordelijkheid daarin.

[…] Waar ik tot in het diepst van mijn wezen van overtuigd ben geraakt is dat een bloeiende stedelijke cultuur leidt tot een samenleving waarin de mensen gelukkiger zijn en sociale, emotionele en intellectuele waarden gedeeld, ontwikkeld en bevraagd. Culturele weerkracht verbind ik daarbij aan stedelijke vitaliteit. Vrijheid, openheid, kwaliteit en solidariteit zijn daarbij voor mij als Amsterdammer kernwaarden. Erfgoed is vanzelfsprekend onderdeel van onze stedelijke vitaliteit die we alleen gezamenlijk en publiekelijk tot stand kunnen brengen.

De stad groeit jaarlijks weer met meer dan 10.000 inwoners en van over de hele wereld komen mensen in grote getale naar Amsterdam. De binnenstad is inmiddels werelderfgoed en Amsterdam blijkt nog zoveel groter. Er is nog zoveel te ontdekken voor onze bewoners en bezoekers. Wibaut zei het al:

“Voor veel Amsterdammers is een wandeling door Zuid, Noord, Oost en West nog steeds een reis”.

Hij beschreef een reis die werkelijk een mooie wereldreis kan zijn, waar je tenminste acht jaar dag in dag uit kunt genieten van de verrassende verschijningen en onverwachte ontmoetingen, van de intimiteit en de anonimiteit, van het gekke en het geniale, van het bescheidene en het brutale. Ik wens Amsterdam toe dat we velen ook in de toekomst verleiden hier ook alle benodigde aandacht en tijd van de wereld aan te besteden. Dan blijft Amsterdam onze stad om te wonen en te werken. Dan blijft Amsterdam onze wereldstad!”

Dit is een samenvatting van de Erfgoedrede van 3 maart 2014. De complete tekst is te vinden op de website van de gemeente Amsterdam.