PvdA twijfelt aan objectiviteit onderzoek Markthallenterrein
Schriftelijke vragen van de raadsleden Bouwe Olij en Zati Yurdakul inzake objectiviteit onderzoek Markthallenterrein.
Op grond van artikel 18 van het Reglement van Orde hebben ondergetekenden de eer de volgende schriftelijke vragen te richten tot het College van Burgemeester en Wethouders
- Heeft het college kennisgenomen van het optreden van de directeur van de Dienst Marktwezen, mevr. I. van Laar, in het programma ‘Kort Amsterdams’, uitgezonden door AT5 op 19 maart 2003 over de toekomst van het Food Center Amsterdam (Markthallenterrein)?
- Wat is in het kort de taak en functie van de directeur van de Dienst Marktwezen?
- Is het waar dat de directeur van de Dienst Marktwezen lid was van een breed samengestelde gemeentelijke werkgroep die onlangs een Quick Scan heeft uitgevoerd naar de herontwikkelingsmogelijkheden van het Markthallenterrein aan de Jan van Galenstraat?
- Was de werkgroep breed samengesteld om op die manier zo veel mogelijk en zo objectief mogelijke informatie te vergaren over de toekomstmogelijkheden van het martkhallenterrein?
- Was de directeur lid van de werkgroep namens de wethouder Economische Zaken of als belangenbehartiger van de op het Food Center Amsterdam gevestigde ondernemers?
- In de uitzending sprak de directeur voortdurend over ‘wij’. Wie bedoelde zij daarmee?
- Is het College van mening dat de geloofwaardigheid in twijfel getrokken is en de objectiviteit van het verrichte onderzoek betwistbaar geworden nu één van de meest betrokken ambtenaren zich publiekelijk met een beroep op het rapport eenzijdig uit over een politieke kwestie?
- Vindt het College het te rijmen met fatsoenlijke procedures en correct omgaan met de gemeenteraad dat een directeur van een dienst publiekelijk uitspraken doet over een financieel rapport dat noch voor het College noch voor de raad beschikbaar is en waaruit zou blijken dat herontwikkeling van het Markthallenterrein te duur is?
- Onderschrijft het College de stellingname van de directeur dat het Food Center Amsterdam nooit verplaatst kan worden omdat het historisch gezien op deze plek hoort?
- Acht het College het wenselijk dat een directeur zich nadrukkelijk en publiekelijk mengt in een actuele en politiek gevoelige discussie zoals die thans gevoerd wordt over de toekomst en kwaliteit van het Food Center Amsterdam of vindt het College dat meer een taak voor de leden van het College?
- Welke (ongeschreven) regels gelden voor directeuren van diensten met betrekking tot deelname en beïnvloeding van het politieke debat over onderwerpen waarbij zij of hun dienst nauw betrokken zijn en waarover nog geen afgerond politiek standpunt bestaat?
De leden van de Gemeenteraad,
B.C.J. Olij
Z. Yurdakul