19 december 2002

Vragen over Marine-etablissement

PvdA stelt vragen aan de regering over Marine-etablissement

PvdA-kamerlid Frans Timmermans heeft op 17 december 2002 schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Defensie en de minister van VROM over de plannen van de Marine met het Marine-etablissement in het centrum van Amsterdam. Aanleiding voor de vragen zijn de plannen van Defensie met het terrein, die vorige week in de Amsterdamse raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling zijn besproken.

Defensiespecialist Timmermans vraagt de regering of binnen Defensie een afweging heeft plaatsgevonden tussen het belang van de Marine om de Koninklijke Marechaussee op het Marine-etablissement te huisvesten en het belang van Amsterdam zoveel mogelijk geschikte locaties in de stad om te vormen tot woningbouwlocatie? Verder wijst Timmermans op de grote bezuinigingen waar Defensie voor staat en de verantwoordelijkheid van de regering om de schaarse ruimte in het algemeen zo nuttig mogelijk te gebruiken. Gezien de waarde van de locatie, de noodzaak tot het vinden van nieuwe woningbouwlocaties en de ruimte die Defensie elders nog heeft vraagt hij of de plannen niet heroverwogen moeten worden.

In de commissievergadering van 11 december bracht PvdA-gemeenteraadslid Thijs Reuten naar voren dat het zonder meer goedkeuren van het nu voorliggende plan zou betekenen dat er weer tot in lengte van jaren geen discussie zou komen over functieverandering van het terrein. Hoewel de huisvesting van de Koninklijke Marechaussee belangrijk is wil de Amsterdamse PvdA graag dat er serieus gekeken wordt naar de mogelijkheden van gehele of gedeeltelijke functieverandering op termijn in het licht van de grote behoefte aan woningbouwlocaties en de unieke plek waar het om gaat.

_____________

Voor meer informatie:

Frans Timmermans (Tweede Kamer, Den Haag), 06 18 30 59 15

Thijs Reuten (Gemeenteraad, Amsterdam), 06 22 92 54 55

Bouwe Olij (Gemeenteraad, Amsterdam), 06 52 40 62 06

Bijlage:

Vragen aan de minister van Defensie en de minister van VROM, d.d. 17 december 2002.

Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister van Defensie en minister van VROM over het Marine-etablissement in Amsterdam

  1. Is Defensie van plan een groot kantoorgebouw ten behoeve van de Koninklijke Marechaussee (KMar) te realiseren op het etablissement van de Koninklijke Marine in Amsterdam?
  2. Wil Defensie op termijn de bebouwing op het Marineterrein verder uitbreiden met een flink aantal nieuwe gebouwen? Zo ja, kunt u aangeven waar het geld voor deze investeringen op de begroting gereserveerd is en waarom deze extra ruimte op deze plek voor de Marine noodzakelijk is?
  3. Hoe urgent is de bouw van het KMar-gebouw en waarom is gekozen voor deze locatie?
  4. Heeft de Minister van VROM Amsterdam een zeer omvangrijke woningbouwtaakstelling opgelegd, namelijk de bouw van 85.000 woningen in de periode 2000 tot 2030?
  5. Heeft binnen Defensie een afweging plaatsgevonden tussen het belang van de Marine om de KMar op het Marine-etablissement te huisvesten en het belang van Amsterdam zoveel mogelijk geschikte locaties in de stad om te vormen tot woningbouwlocatie?
  6. Deelt u de mening dat de bouwplannen van Defensie op het Marine-etablissement moeten worden heroverwogen, gelet op de beperkte financiële middelen van het departement, het tekort aan woningbouwlocaties in Amsterdam en het feit dat zo’n grote militaire basis in hartje Amsterdam geen nuttig gebruik van schaarse ruimte is? Zo nee, kunt u dan onderbouwen waarom de Defensie plannen door moeten gaan en daarbij de waarde van de grond, de consequenties voor Amsterdam van een tekort aan geschikte woningbouwlocaties en de voor Defensie beschikbare ruimte elders betrekken?
  7. Bent u bereid voor de behandeling in de Gemeenteraad van Amsterdam in overleg te treden met het college van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam om te onderzoeken of het Marine-terrein op termijn geheel of gedeeltelijk verkocht kan worden aan de gemeente Amsterdam teneinde op deze binnenstadslocatie een kleine woonwijk te kunnen realiseren?